De ideale tv-held voor dit moment: de ziek sexy zorgmanager van New Amsterdam

Nina Polak
Correspondent Modern Leven

Troostrijke boodschappen doen het goed in een pandemie. Nieuwste binnenkomer: een Netflix-ziekenhuisserie met (uiteraard) woest aantrekkelijke en zéér competente hoofdrolspelers, maar waarin ook harde noten worden gekraakt over het verziekte Amerikaanse zorgstelsel. En waarin de diepzinnige levensles nooit ver weg is.

Wat lezen en kijken de Nederlanders als de voordeuren dicht gaan? Bovenaan de bestsellerlijst staat al een heel jaar een over een paard en een mol die kunnen praten en die dingen zeggen als: ‘Iedereen is een beetje bang. Maar we zijn minder bang als we samen zijn.’ 

De pandemie wordt ingezet voor allerlei soorten boodschappen. Veelgehoord in de categorie troost: lockdowns vestigen nieuwe aandacht op Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt; corona laat zien dat we snakken naar Een nieuw sociaal contract en naar een wereldbeeld dat ervan uitgaat dat De meeste mensen deugen (respectievelijk nummer 12, 5 en 14 op de Bestseller 60).

De Nederlandse Netflix-top 10 werd de afgelopen weken aangevoerd door een Amerikaanse ziekenhuisserie die bovenstaande credo’s behartigt. (Alsmede de tegelwijsheden van het pratende paard.) New Amsterdam kwam al in 2018 op tv, maar lijkt gemaakt voor dit moment van wereldwijde herwaardering van de zorg. De serie stelt de vraag: wat is goede zorg? En beantwoordt die vraag ook meteen. 

In de hoofdrol: een zorgmanager. Klinkt niet sexy, is het best wel. Dokter Max Goodwin is niet het type manager dat in zijn corner office met geldschieters gaat zitten bellen. Hij houdt zijn witte jas aan – ‘cause I’m a doctor’ – en laat de dozen in zijn sjieke kantoor onuitgepakt. Max wil bij zijn patiënten zijn. Wanneer hij wordt aangesteld als medisch directeur van New Amsterdam, het grootste en oudste publieke ziekenhuis van de VS, is meteen duidelijk dat deze gast alles anders gaat aanpakken. 

Kijken naar mensen die iets héél goed kunnen 

Eerst even over het genre. Ziekenhuisseries kennen – net als ziekenhuizen – hardnekkige tradities. Laten we het clichés noemen. Enkele voorbeelden: iedereen is aantrekkelijk, iedereen doet het met iedereen, iedereen is overwerkt en doet dutjes in de schoonmaakkast, iedereen kruipt voor de hartchirurg. De hartchirurg is God op aarde en he knows it. 

Zelf ben ik als kind voorgoed besmet met de idolatrie van de medische professie door ER (1994-2009), moeder aller ziekenhuisseries. Ik zou over alle bovenstaande clichés een proefschrift kunnen schrijven, maar ik wil inzoomen op het aspect dat dit genre onweerstaanbaar maakt: we kijken naar héél knappe mensen, die héél lang hebben gestudeerd en nu iets héél belangrijks héél goed kunnen. 

Het drama van de heldhaftige deskundigheid is in alle ziekenhuisseries hetzelfde. Het gaat als volgt. Met een dreun vliegen de klapdeuren van de spoedeisende hulp open. Ambulancemedewerkers rijden de brancard naar binnen. Ze roepen naam en leeftijd van de ongelukkige en iets over zijn toestand. Dan duikt de dokter erop. Haar stethoscoop slingert ze routineus om haar nek. Haar witte jas wappert. Ze schiet in de hyperfocus en begint dingen te roepen als: ‘Tachtig over veertig! Pericardiale effusie! Als we geen pericardiocentese doen dan keldert zijn BP, waar de fuck is cardiothoracale chirurgie!?’

We kijken naar héél knappe mensen, die héél lang hebben gestudeerd en nu iets héél belangrijks héél goed kunnen

Dit is lekker om te zien. De tv-criticus John Rogers muntte de term competence porn: de kick die hoort bij het kijken naar bovengemiddeld competente mensen die Grote Problemen aanpakken. Schoolvoorbeeld is het Amerikaanse politieke drama The West Wing (1999-2006), waarin de ongeloofwaardig getalenteerde en intelligente personeelsleden van een dito president voortdurend druk door de gangen van het Witte Huis hollen en virtuoze volzinnen uitwisselen over buitenlands beleid. 

Competence porn verheerlijkt ambitie, eloquentie, probleemoplossend vermogen, cognitieve excellentie en – bovenal – een arbeidsethos waarvan je slapend in een schoonmaakkast belandt. (Ik durf te zeggen dat Sigrid Kaag wel eens baat kan hebben gehad bij het bestaan van competentieporno, dat je ook zou kunnen noemen.) 

Er bestaan variaties op dit thema en in de populairste ziekenhuisseries van de afgelopen tien jaar komen ze allemaal terug. Het drama in bijvoorbeeld Grey’s Anatomy leunde zwaar op professionalisme en het soort carrièrejacht waarvoor een ziekenhuis het ideale terrein is. House M.D. speelde met het cliché van het antisociale genie, een verslaafde maar briljante arts als diagnosedetective. (Bedenkelijke implicatie: wie briljant is, mag best een lul zijn.)

De zorgmanager Deugt, met een hoofdletter

New Amsterdam is niet zonder competentieporno. In een typische scène neemt de woest aantrekkelijke hartchirurg het blootgelegde, bloedige hart van een jonge patiënt in zijn hand en masseert het net zo lang tot het weer begint te kloppen. ‘You did it!’ jubelen zijn medewerkers. Applaus op de Olympus, eh, in de OK. 

De workaholic-romantiek is ook nooit ver weg. Het woest aantrekkelijke hoofd van de spoedeisende hulp houdt zichzelf drie diensten achtereen op de been met Ritalin (om uiteindelijk toch in de bezemkast te eindigen). En die nieuwe zorgmanager, Max, blijkt een hoogzwangere vrouw te hebben die al eens bij hem is weggelopen omdat hij alleen maar werkt. 

Maar Max is meer dan een workaholic. Hij Deugt met een hoofdletter. Wat New Amsterdam onderscheidt van veel andere ziekenhuisseries is de nadruk op het verziekte Amerikaanse zorgsysteem. Als publiek ziekenhuis, waar ook onverzekerden terecht kunnen voor zorg, symboliseert New Amsterdam een laatste bastion der barmhartigheid. Zorg zoals zorg bedoeld is, niet alleen als wedstrijdje egotrippen tussen sexy medisch specialisten.

Wat New Amsterdam onderscheidt van andere ziekenhuisseries is de nadruk op het verziekte Amerikaanse zorgsysteem

Bijna iedere patiënt die door de klapdeuren van New Amsterdam komt, wordt een casus om onrechtvaardigheden mee aan de kaak te stellen. Wie een introductielesje zorgethiek en -innovatie wil, moet deze serie bingen. Zo trekt de psychiater van het ziekenhuis ten strijde tegen de overmedicatie van kinderen met gedragsproblemen; onderwijst de wijze, oudere neuroloog zijn collega’s erin om de tijd te nemen voor diagnoses en bezorgt Max een dakloze draaideurpatiënt een woning, zodat de zwerver het ziekenhuis niet meer 1,4 miljoen per jaar aan symptoombestrijding kost. 

Goede zorg, predikt New Amsterdam, kost tijd, kan niet volledig geprotocolleerd worden, is soms meer sociaal dan medisch en vereist dat dokters naar hun patiënten luisteren. De patiënten, die in veel ziekenhuisseries vooral figuranten zijn, hebben hier een prominente rol. 

Zo prominent zelfs, dat de dokter zelf al in aflevering één tevens patiënt wordt. In Max’ keel wordt (door de woest aantrekkelijke oncoloog) iets kwaadaardigs aangetroffen. Zijn superieure positie als wonderdokter-directeur en wereldverbeteraar blijkt moeilijk te handhaven. De makers zijn niet bang om ook daar een levensles van te maken: ambitie is zilver, medemenselijkheid is goud. 

De dokters in New Amsterdam zeggen dingen als: ‘You know what feels better than being in control? Letting go of it’ en: ‘Is the world dark? Sure, but there’s so much light. You just have to open your eyes.’ 

Het paard en de mol hadden het niet beter kunnen zeggen. We horen het blijkbaar graag in ons voortschrijdende isolement. 

Meer lezen?

Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.

Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.

Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!