De Tweede Kamer wordt diverser en daar komt betere wetgeving van – mits alle politici hun werk kunnen doen

Valentijn De Hingh
Correspondent Populaire cultuur
Beeld gemaakt door Diana Gheorghiu (voor De Correspondent)

Dankzij voorkeursstemmen zitten er meer vrouwen en mensen van kleur in de nieuwe Tweede Kamer dan de afgelopen vier jaar. Maar die diversiteit heeft alleen effect wanneer de nieuwe parlementariërs minstens zo serieus worden genomen als hun witte, mannelijke collega’s. En daar is nog werk aan de winkel.

De kiesraad heeft de definitieve uitslag van de verkiezingen bekendgemaakt. In een notendop: rechts rules, links kreeg klappen. Voorlopig is D66 het enige sprankje hoop aan de progressieve horizon; de partij van lijsttrekker Sigrid Kaag werd onverwacht groter dan de PVV.

Met de definitieve uitslag is ook bekend geworden welke kandidaten zijn verkozen, en daarmee verzekerd zijn van een zetel. Daaruit blijkt dat er de komende regeerperiode meer vrouwen en leden van kleur tot het parlement toe zullen treden dan in 2017. En, niet onbelangrijk: voor het eerst werd

De Kamer is straks dus heel wat diverser dan voorheen. En dat is positief. Want,

Toch is het nog maar de vraag of we uiteindelijk de vruchten van deze grotere diversiteit zullen gaan plukken. Want afgelopen week werd eveneens pijnlijk duidelijk hoe precair de positie van vrouwelijke Kamerleden en volksvertegenwoordigers van kleur is, als ze eenmaal verkozen zijn.

Daarover later meer. Want eerst: hoe ziet de samenstelling van de Tweede Kamer er straks uit?

Voorkeursstemmen zorgden dat de verwachtingen werden gehaald, niet overtroffen

Momenteel telt de Tweede Kamer 47 vrouwelijke leden. Straks worden dat er hoogstwaarschijnlijk 59, een stijging van 31 naar 39 procent. Het aantal zwarte Kamerleden stijgt ondertussen van nul (!) naar vijf.

Top natuurlijk, deze stijging. Maar de uitslag is ook enigszins teleurstellend. Niet alleen omdat we het met 39 procent vrouwen alsnog slechter doen maar ook omdat het uiteindelijke aantal verkozen vrouwen  

De prognose van de samenstelling van de Kamer na de verkiezingen werd enkel gebaseerd op de meest recente peilingen; met eventuele voorkeursstemmen werd geen rekening gehouden. Daardoor was het te hopen dat er uiteindelijk meer vrouwelijke kandidaten verkozen zouden worden dan vooraf werd ingeschat. Bijvoorbeeld doordat veel kiezers op een vrouw zouden stemmen die op een onverkiesbare positie stond 

Maar dat gebeurde nauwelijks: inmiddels is bekend dat – weliswaar alle drie vrouw – een zetel hebben bemachtigd op basis van voorkeursstemmen: Marieke Koekkoek van Volt, en Lisa Westerveld en Kauthar Bouchallikht van GroenLinks. Daarmee passeren ze maar uiteindelijk stijgt het aantal vrouwen in de Kamer straks dus niet ten opzichte van de voorspellingen.

Zonder voorkeursstemmen was het aantal verkozen vrouwen dus zelfs lager uitgevallen dan gedacht.

Het aantal zwarte Kamerleden stijgt wel ten opzichte van de prognose: Maar: hoewel er op deze kandidaten heel wat voorkeursstemmen werden uitgebracht, was dat voor beiden niet doorslaggevend; Sylvana Simons kreeg iets meer dan 58.000 stemmen, maar zou als lijsttrekker bij zetelwinst sowieso in de Kamer zijn gekomen; en Jorien Wuite, nummer 20 op de lijst van D66, haalde met bijna 16.000 voorkeursstemmen niet de benodigde 25 procent van de kiesdeler, maar komt toch in de Kamer omdat haar partij onverwacht veel zetels won. 

Ondanks de inspanningen van initiatieven als Stem op een Vrouw en Kleur de Kamer, hebben de voorkeursstemmen er dus vooral voor gezorgd dat de verwachtingen werden gehaald – niet dat ze werden overtroffen.

Vrouwen en parlementariërs van kleur moeten volwaardig kunnen meedraaien – en dat wordt ze nog knap lastig gemaakt

En dan moet het echte werk nog beginnen. Want om werkelijk de positieve effecten van een diversere Tweede Kamer te benutten, moeten parlementariërs van kleur en vrouwelijke Kamerleden de kans krijgen om volwaardig mee te draaien in de politiek, en moet er ruimte zijn voor de unieke perspectieven die zij meebrengen. 

En dat wordt hun nog vaak knap lastig gemaakt, werd ook in de afgelopen campagne maar weer eens bewezen.

Zo bevat 10 procent van alle tweets gericht aan vrouwelijke politici haat of agressie, en worden vrouwen in de politieke arena online veel meer dan mannen Bovendien kregen vrouwelijke lijsttrekkers tijdens de campagne  

En dan ging een deel van die aandacht ook nog eens naar in plaats van naar haar plannen.

Ook nieuwverkozen Kamerleden kregen het in de week na de verkiezingen op hun bord. Zo noemde PVV-leider Geert Wilders de verkiezing van de islamitische GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht op Twitter een ‘zwarte dag voor Nederland’. 

En ook toen BIJ1-lijsttrekker Sylvana Simons en BBB-lijsttrekker Caroline van der Plas een verhitte discussie hadden bij Jinek was het raak. Over Simons werd naderhand geschreven dat ze en toen ze een dag later op sociale media reageerde op oude racistische en homofobe tweets van Van der Plas,  

Natuurlijk, Simons is bekender dan Van der Plas. Maar door haar lijsttrekkerschap onbenoemd te laten, werd haar – als zwarte politicus – de politieke legitimiteit ontzegd die haar witte collega wél kreeg. 

Neem vrouwelijke politici en Kamerleden van kleur net zo serieus als hun witte collega's

Ook binnen de muren van het parlement kunnen vrouwen en mensen van kleur tegen allerlei obstakels aanlopen. Dat kan zo ‘onschuldig’ zijn als maar kan ook vele malen ernstiger zijn.

Zo is in Australië momenteel omdat een aantal mannelijke parlementsmedewerkers onderling video’s deelden waarin ze zich aftrekken op de bureaus van vrouwelijke collega’s. Ook zou een lid van de Liberale Partij in 2019 een parlementair medewerker hebben verkracht.

Nu kun je zeggen: dat is aan de andere kant van de wereld, hier gebeurt dat niet. Maar als je bedenkt dat PVV’er Dion Graus volgens de verkiezingsuitslag gewoon verzekerd is van een zetel, dan voelen dergelijke uitwassen ineens akelig dichtbij.

Vrouwen en Kamerleden van kleur moeten ook nadat ze verkozen zijn constant hun positie bevechten en verdedigen, zowel binnen als buiten de Kamer. Daardoor gaat de toegevoegde waarde van meer diversiteit grotendeels verloren. Om diversiteit in de Kamer écht kans van slagen te geven, is er meer nodig dan het vergroten van het aandeel vrouwen of mensen van kleur in het parlement. 

Laten we beginnen hen met z’n allen wat serieuzer te nemen, in elk geval minstens zo serieus als hun witte, mannelijke collega’s. Reken vrouwelijke Kamerleden en parlementariërs van kleur af op hun politieke faux pas, niet op hun uiterlijk, hun mondigheid, hun vermeende ‘loyaliteitsconflicten’, of omdat ze aan ‘identiteitspolitiek’ zouden doen.

Pas als dat stopt, kunnen ze hun werk doen. En parlementariërs die hun werk doen, daar heeft heel Nederland wat aan.

Meer lezen?