Coronakilo’s, geestelijke gezondheid, leerachterstanden – op welk dashboard staan die cijfers?

Sanne Blauw
Correspondent Ouderschap

Moet er niet ook een gelikt dashboard komen voor de gevolgen van de coronamaatregelen, vroeg ik in mijn nieuwsbrief. Ideeën genoeg, maar is eindeloos cijfers toevoegen wel de oplossing?

Een paar weken terug hield ik Het onderwerp: het coronadashboard van de overheid.

Dat dashboard werd vorig jaar op 19 mei aangekondigd door De Jonge. Het moest een plek worden waar de belangrijkste getallen – ic-opnames, tests, het reproductiegetal, et cetera – te vinden zijn. Zo kan het kabinet, was het idee, snel ingrijpen als het de verkeerde kant opgaat.

Sinds juni staat Het wordt steeds gelikter, krijgt telkens meer cijfers en intussen ook artikelen die het een en ander toelichten. Maar de kern is hetzelfde gebleven: er staan cijfers op over de ontwikkeling van het coronavirus in Nederland.

Dat was dan ook mijn kritiek toen ik mijn praatje hield. Er staat niks over eenzaamheid op het dashboard, niks over leerachterstanden. Geen cijfers over de economie of over allerlei groepen die worden geraakt door de maatregelen. Waarom is er niet zo’n gelikt dashboard voor de gevolgen van de maatregelen?

Mijn kritiek werd goed ontvangen, maar de vraag was ook: hoe dan wel? Hoe breng je bijvoorbeeld al die andere factoren in beeld? Of is dat überhaupt niet de oplossing?

Ik vroeg het jullie in en kreeg een hoop interessante reacties.

Een uitgebreider dashboard

De eerste oplossing is een voor de hand liggende: voeg extra cijfers toe aan het dashboard. Zo kwam student Bente Schopman met van zaken die volgens haar op het dashboard zouden moeten komen. Ze hebben met geestelijke gezondheid te maken, zoals het aantal personen op de wachtlijst voor verslavingszorg, of het aantal zelfdodingen die duidelijk herleidbaar zijn naar de coronamaatregelen. Programmeur Maarten van Eeuwijk voegde nog een aantal zaken toe, zoals uitgestelde zorg, coronakilo’s en faillissementen.

Hier en daar worden zulke ideeën voor een uitgebreid dashboard al in de praktijk gebracht. Zo mailde Astrid Sleiderink me over dat haar collega’s bij de gemeente Arnhem maakten. Daar staan, naast coronastatistieken, ook cijfers op over zaken als de financiële gevolgen, het welbevinden en de fysieke omgeving van de Arnhemmers. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is bezig met waarop je de ‘sociale impact’ van corona kunt zien.

Niet alles is uit te drukken in cijfers

Alles leuk en aardig, maar is eindeloos meer cijfers toevoegen aan het dashboard wel de oplossing? In de discussie die volgde op de bijdragen van Bente en Maarten kwam al een eerste probleem naar boven: hoe weet je wat door de maatregelen komt en wat niet? Oorzaak en gevolg bepalen is altijd omdat een verband in de cijfers (correlatie) nog niet betekent dat het een het ander ook veroorzaakt heeft (causaliteit).

Een ander probleem is dat de gevolgen niet voor iedereen hetzelfde zijn. Het gemiddelde effect verhult dan een hoop verschillen. Zo mailde Carmen Valk-Struik, die zelf in het onderwijs heeft gewerkt, dat sommige leerlingen het erg taai hebben tijdens de lockdown, terwijl anderen juist floreren.

Daar komt nog bij, Fransje Sjenitzer, dat sommige gevolgen pas op de langere termijn te zien zullen zijn. Ook zij heeft daarom twijfels bij het toevoegen van de gevolgen van de maatregelen aan het dashboard.

Dan heb je ook nog de zaken die überhaupt lastiger meetbaar zijn. Het doet denken aan de tekst die, naar verluidt, op de muur van Albert Einsteins kantoor hing: ‘Not everything that counts can be counted, and not everything that can be counted counts.

Zo vroeg Nick Huggers zich af per e-mail af: ‘Hoe kun je eenzaamheid in een (dagelijks veranderend) cijfer uitdrukken? Voor de een voelt een middag alleen zijn al eenzaam, terwijl de ander het makkelijk een week uit kan houden zonder menselijke interactie.

Een politieke keuze

Maar er is een fundamenteler probleem. Want zelfs als alles precies en direct meetbaar zou zijn, hoe weeg je verschillende factoren dan tegen elkaar af?

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers leerlingen voor wie thuisonderwijs niet werkt en die intussen een flinke achterstand hebben opgelopen. ‘Hoeveel aan covid-19 gestorven demente bejaarden zijn duizend van die leerlingen waard? Daar kan je geen rekensom op loslaten.’

En welke factoren tel je überhaupt mee? CO2-uitstoot? Seksuele activiteit? Aantal gelezen boeken? Als je erover na begint te denken, raakt de coronacrisis aan zo goed als elk aspect van je leven. Welke daarvan zijn belangrijk genoeg om mee te nemen op zo’n dashboard van de overheid?

Maar wat ‘belangrijk’ is is geen statistieke keuze, maar een politieke. Omdat zo’n uitgebreid coronadashboard uiteindelijk over alle facetten van de samenleving zou gaan, zou het een dashboard voor alles worden. De Nederlandse politiek gevat in wijzertjes.

Hoe meet je welbevinden?

Grappig genoeg was ik, zonder het te beseffen, met deze discussie terug bij het onderwerp van ooit voor De Correspondent: geluk. Wetenschappers en politici houden zich steeds meer bezig met het verzamelen van geluksdata, schreef ik.

Die interesse vloeit voort uit de onvrede over de obsessie van landen met economische groei. Want kan een overheid niet beter op geluk sturen? In mijn stuk benadrukte ik indertijd dat ik het beter vond om breder te kijken dan dat.

De oplossing, dacht ik, zat ’m in... een dashboard.

Ik realiseerde me pas dat ik terug bij af was toen ik in contact kwam met Josephine Sassen-van Meer. Zij had me gemaild naar aanleiding van mijn nieuwsbrief om te vertellen over haar werk bij onderzoeksorganisatie TNO. Ze werkt met haar team aan een methodologie die in kaart moet brengen wat de effecten van allerlei soorten beleid zullen zijn voor het ‘welbevinden’ – de mate waarin je je fysiek, mentaal en sociaal goed voelt. Dat kan over allerlei maatregelen gaan: van het invoeren van een vaccinatiepaspoort tot het verbreden van een snelweg.

Eigenlijk gaat het bij de discussie rond de coronamaatregelen ook over ons welbevinden

Met haar team sloeg ze de literatuur erop na. ‘Je moet instrumentele doelen niet verwarren met einddoelen. Iets als reisfrequentie is een middel tot iets anders. Als je doorredeneert tot het einddoel, kom je uiteindelijk uit bij zaken als autonomie of verbondenheid.’ Die einddoelen samen geven een goed beeld van het welbevinden.

Intussen zijn ze twee jaar bezig en wat ze hebben ontwikkeld is nog niet klaar voor gebruik in de praktijk. Het is een nogal complexe klus. ‘Er zitten heel veel verschillende facetten van veel verschillende onderzoeken in: economie, politiek, psychologie. Bij een nieuwe casus, over mobiliteit of veiligheid bijvoorbeeld, heb je die expertise ook weer nodig. Dus mijn team breidt zich telkens uit.’

Wel is er een prototype: de Cube’, die moet laten zien wat de gevolgen van bepaald beleid zijn voor einddoelen zoals autonomie en veiligheid. Een soort dashboard, dus.

Maar die kubus laat niet zien welk beleid dan het beste is. Want dat is, stelt Sassen-van Meer, niet aan een rekenmethode maar aan de beleidsmakers zelf. Daarom werken ze ook aan de ‘W.I.S.E. Tank’, een verzameling methoden om zo onbevooroordeeld mogelijk het gesprek aan te gaan met

Sassen-van Meer is de eerste om toe te geven dat het inzichtelijk maken van welbevinden allemaal nog wat abstract is. ‘Maar de coronacrisis heeft deze manier van denken enorm in vlucht gebracht. Eerst moest ik altijd helemaal uitleggen waarom dit belangrijk is. Als je niet ergens begint, dan komen we er ook niet.’

Inderdaad, eigenlijk gaat het bij de discussie rond de coronamaatregelen ook over ons welbevinden. Het gaat immers over vrijheid, veiligheid, geluk.

Hoe verder?

Waar ik onbewust naar op zoek was met mijn kritiek op het dashboard, was een manier om te laten zien wat de gevolgen van het coronabeleid zijn voor ons welbevinden. Daar hoef je het wiel niet opnieuw voor uit te vinden, daar wordt al jarenlang onderzoek naar gedaan. Dat mondt soms al uit in bruikbare toepassingen, zoals de van het CBS en de van de OESO.

Zo’n ander dashboard, geïnspireerd op decennia onderzoek, is misschien wel de oplossing. Maar uiteindelijk zullen er toch politieke afwegingen moeten worden gemaakt, en dat kan een dashboard niet doen.

Als ik Sassen-van Meer vraag naar haar ideeën voor het coronabeleid, komt ze dan ook niet met een technologische fix. ‘Beleidsmakers en politici moeten het gesprek aangaan met allerlei experts, onder leiding van iemand die perspectieven bij elkaar kan brengen. Waar willen we heen? Welke stappen moeten we zetten? Welke pijnlijke keuzes moeten we maken?’

‘Wij werken in het team ook samen met bijvoorbeeld een AI-expert, een wiskundige, een socioloog, een psycholoog. Dat was een enorme uitdaging. Dat heeft ons laten zien hoe ingewikkeld het is om die ander echt te begrijpen. Daar moet je echt voor gaan zitten.’

Wat het coronabeleid echt nodig heeft is misschien wel niet een gelikt dashboard, maar een oer-ouderwetse methode: met elkaar praten.