Beste,

‘Ik ga niet meer over corona schrijven’, zei ik een tijdje terug tijdens een wandeling met de hoofdredacteur. ‘Ik doe het niet meer.’

Vervolgens liep ik leeg met een betoog over de eindeloze stroom aan berichten die ik kreeg. Sinds corona waren het er niet alleen meer geworden, ze waren ook bozer. Het was een verharde discussie, waarin weinig ruimte overbleef voor nuance en twijfel.

Al die mensen zaten intussen op mijn schouder als ik een stuk schreef. En het werd verdomd zwaar allemaal. Ik stelde me steeds vaker de vraag: Hoe zou dit stuk gaan vallen? Was ik te kritisch, of juist niet kritisch genoeg?

Langzaamaan verloor ik het plezier in mijn werk. Mijn nieuwsgierigheid, de reden dat ik ooit journalist wilde worden, droogde op door het bombardement aan mails, nieuwsberichten en meningen.

De hoofdredacteur luisterde geduldig en zei toen: ‘Schrijf dit allemaal op.’ Dat hadden collega’s al vaker tegen me gezegd, maar ik had het niet gedurfd. Want hoe zouden mensen gaan reageren?

Maar nu heb ik het toch opgeschreven, de gestructureerdere versie van wat ik zei tijdens die wandeling. Het is het persoonlijkste stuk dat ik ooit heb geschreven. Het moest er even uit.

En ik weet intussen – door, jawel, de reacties op het stuk – dat veel mensen zich erin herkennen, ook als ze niet een publieke baan hebben.

Hier lees of beluister je het stuk:

Het. Is. Te. Veel. Hoe ik door de eindeloze stroom berichten mijn werkplezier verloor Lees of beluister het stuk

Toch nog even over die reacties

Ik was, oh ironie, erg nerveus voor de reacties op het stuk. Zeker als het zo persoonlijk is, kan dat je raken. Maar het was een warm bad. Veel mensen herkenden zich erin en rekenden zichzelf tot ‘de grote groep in het midden’ waar ik over schreef.

Wat vooral opviel, is hoeveel mensen er tussen zaten die nog nooit eerder een bijdrage op De Correspondent hadden achtergelaten. Hun mening, vonden ze, deed er vaak niet zo toe. Een enkeling logde überhaupt niet in op de website, zodat ze de bijdragen niet hoefde te zien.

Nu schrijf ik niet voor applaus, maar na een jaar met veel bagger was het wel even fijn om vriendelijke reacties te krijgen. En het zette aan het denken: er is waarschijnlijk een flinke groep die je nooit hoort op het internet. Het is daarom niet alleen vermoeiend, maar ook een risico om je dagelijks te marineren in online reacties.

Want voor je het weet krijg je een scheef beeld van de wereld, waarin iedereen een stevige mening heeft en doorgaans boos is. Extra erg als het journalisten zijn die dat wereldbeeld ontwikkelen en dat gaan opschrijven.

Mijn voornemen: minder online gesprekken en meer échte gesprekken. Naar aanleiding van dit artikel heb ik al wat leuke afspraken staan. Want gelukkig heb ik mijn nieuwsgierigheid weer terug kunnen vinden.

Leestips

Een aantal tips voor wie meer wil lezen over de stroom aan online berichten en mogelijke remedies.

  • Lees So You’ve Been Publicly Shamed van Jon Ronson als je meer wilt begrijpen van cancel culture. Ronson beschrijft hoe sociale media soms tot een volkstribunaal leiden, waar mensen die (soms kleine) fouten begaan gelyncht worden. Ronson is een van de grappigste schrijvers die ik ken en heeft veel van de mensen in zijn boek daadwerkelijk opgezocht. Lees de van collega Vera Mulder als je meer wilt weten.
  • Lees het werk van Cal Newport als je wilt weten hoe je je kunt afzonderen van het online gekwetter. Hij legt uit hoe je zo kan omgaan met technologie dat je weer toekomt aan de dingen waar het echt om draait – zowel in je werk als in je vrije tijd. Ik eerder over Digital Minimalism en binnenkort verschijnt ook mijn aanbeveling van zijn nieuwste boek A World Without E-mail.
  • Zelf heb ik veel aan afzondering, me zo nu en dan afsluiten van de rest van de wereld. Zo probeer ik elke ochtend een wandeling te maken, zonder dopjes in en met een verrekijker om mijn nek. Lees meer over afzondering in Solitude van Michael Harris en over het belang van nietsdoen in How To Do Nothing van Jenny Odell (daar schreef ik eerder over).
  • En als uitsmijter: een van Sander Schimmelpenninck. ‘De twee slechtst denkbare groepen mensen zitten veel op sociale media: mensen met te veel tijd en journalisten. Het resultaat is even voorspelbaar als bedroevend: journalisten zijn gaan opschrijven wat mensen met te veel tijd zeggen, en zijn in sommige gevallen zelfs hetzelfde gaan vinden.’

Tot slot...

...krijg ik soms juist verbluffend waardevolle input. Dat gebeurt vaak als ik een gerichte oproep plaats over een niche onderwerp, zoals laatst over het coronadashboard van de overheid. Ik vatte de reacties samen in Dank voor jullie hulp!

Deze nieuwsbrief liever in je inbox? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de getallenwereld. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees.  Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief