Het helpt om woorden te geven aan je verdriet. Daarom is er nu een rouwwoordenboek

Lisanne van Sadelhoff
Gastcorrespondent Verlies & Verbinding
De beelden bij dit verhaal zijn gemaakt met behulp van artificiële intelligentie. Het zijn zes verschillende interpretaties van een van de meest gehoorde uitspraken bij een overlijden: 'We are so sorry for your loss'. Lees onder het verhaal een uitgebreidere toelichting.

Rouw gaat soms verder dan onze woordenschat en taal is niet altijd toereikend om troost te bieden of verdriet uit te drukken. Daarom bedacht humanist Babet te Winkel nieuwe woorden om haar verlies uit te drukken, die ze bundelde in het Rouwwoordenboek.

Babet te Winkel ziet zichzelf nog zitten, in de maanden na het overlijden van haar moeder, nu negen jaar geleden. In een koffietentje, met een bezorgde vriendin of kennis tegenover zich. Koffiekop in de hand, ziel onder haar arm, op zoek naar woorden om haar rouw te beschrijven. 

‘Ik zei dingen als “ik voel me slecht” of “ik voel me wanhopig”, maar daarna volgde altijd een feitelijk verhaal, in chronologische volgorde. De lading ontglipte me, er kwam geen verbinding tussen mij en degene tegenover me. Ik kon gewoon niet uitleggen hoe ik me écht voelde. Het liefst wilde ik schreeuwen: het is veel groter dan hoe ik het nu tegen je zeg.’

De Nederlandse taal kent ongeveer Toch zijn er veel situaties waarin woorden tekort lijken te schieten, we niets durven of willen uitspreken, of soms iets zeggen wat bij de ander in het verkeerde keelgat schiet. 

Ook ik merkte dat toen mijn moeder overleed. We kregen hartverwarmend veel kaarten en ik nam de herinneringen die mensen optekenden van die prachtvrouw gretig in me op. Maar er stond ook heel vaak gewoon ‘gecondoleerd’ op – op dezelfde manier voorgedrukt als ‘gefeliciteerd’. En dan had je ook nog ‘mijn oprechte deelneming’, wat bijna suggereert dat deelnemingen ook niet oprecht kunnen zijn. Dat voelde voorgekauwd en leeg.

Hoe kan het dat onze taal ons in de steek laat als we haar het hardst nodig hebben? En hoe moet het dan wel?

‘We are so sorry for your loss.’

Een zelfbedacht rouwwoordenboek

‘Misschien moeten we eerst kijken naar andere woorden om onze rouw uit te drukken’, oppert Te Winkel. Ze houdt zich hier niet alleen vanwege haar eigen verdriet mee bezig: ze studeerde aan de Universiteit voor Humanistiek, en is opgeleid tot geestelijk verzorger. 

‘Ik had heel erg behoefte aan een taal waarmee ik mijn en andermans ervaringen met rouw kon ontrafelen, en ze vervolgens kon uitleggen aan de mensen om me heen. Om voorbij die loze woorden te komen. Wat speelt er vanbinnen?’

De afgelopen jaren bedacht Te Winkel daarom zelf nieuwe woorden om haar verlies uit te drukken voor mensen die er geen weet van hadden. Ze schreef de woorden op, en bundelde ze in haar Ze liet zich daarvoor inspireren door John Koenig, een schrijver en video-editor uit Minnesota. Hij maakte een website met woorden voor ervaringen  

Drie van Te Winkels favoriete zelfverzonnen rouwwoorden: 

  • Terugtocht: Het gevoel dat je zelf ook gestorven bent, dat je mee bent gegaan naar het dodenrijk, en nu aan een terugtocht naar het land van de levenden begint. 
  • De tussenintijd: De periode waarin je op en neer beweegt tussen de tegenwoordige en de verleden tijd als je spreekt over wat je verloren bent.
  • Toekomstrouw: Rouw om iets wat nooit zal komen. De rouw om een toekomst die je nooit zult hebben met iemand. 
‘We are so sorry for your loss.’

Taal laat zien hoe we omgaan met rouw

Rouw vraagt om dit soort creatieve, zelfbedachte en vaak samengestelde woorden, merkte ook ik. Niet voor niets schreef ik onlangs een artikel over mijn zelfbedachte, en voor veel lezers herkenbare term En rouwtherapeut schreef het boek Natriltijd; een woord dat verwijst naar de periode ná de storm die het verliezen van een dierbare veroorzaakt. Toen ik het hoorde, viel er, vier jaar na mijn moeders dood, toch nog een boel op z’n plek.

Ik zou willen dat ik deze woorden paraat had gehad tijdens mijn eigen natriltijd of terugtocht. Maar ook dan hadden mijn vrienden, collega’s en familieleden er waarschijnlijk toch geen gebruik van gemaakt. Als iets zwaar is, zoeken mensen veilige handvatten; zo ontstaan clichés als ‘sterkte’ en ‘mijn oprechte deelneming’ en ‘heb je het al een plekje gegeven?’. 

Het woord ‘sterkte’ impliceert dat je je ergens doorheen moet zien te slaan

Het woord ‘sterkte’ laat ook zien hoe we met (langdurige) rouw omgaan in onze maatschappij: het impliceert dat je je ergens doorheen moet zien te slaan, en dan is het over, of in elk geval minder. ‘We zien het als iets dat gefikst moet worden’, schrijft psychotherapeut en auteur Megan Devine in haar boek  

Maar dat idee is achterhaald, liet ik al eerder in een artikel zien. Er zijn tal van recente wetenschappelijke modellen die laten zien dat rouw Te Winkel: ‘In mijn beleving vraagt rouw volledige overgave aan dat wat je op dat moment voelt.’

Daar horen misschien ook gewoon zachtere woorden bij. Zoals warmte. Liefde. Licht. Waarom worden dat niet de standaardwoorden op rouwkaarten? 

‘Je kunt iemand sterkte wensen, dat is mooi, maar tegelijkertijd ook ruimte. Verdriettijd. Of gewoon’ – ze lacht – ‘chocola. Een goed glas wijn.’ Toen iemand mij ‘heel veel tijd’ toewenste op een kaartje, vond ik dat leerzaam. Want dat was ook eigenlijk wat ik nodig had: tijd om bij te komen. 

Rouw hoeft niet alleen maar in abstracte termen te worden gevangen, het is maar net wat bij de situatie past en bij die persoon. Zo zei een collega (type ‘recht-voor-z’n-raap’) daags na mijn moeders begrafenis dat hij het ‘ontzettend klote’ voor me vond. Dat vond ik een verademing: hij reageerde zoals hij is. 

‘We are so sorry for your loss.’

Andermans woorden komen soms goed van pas

Soms voelt het juist veilig om andermans woorden te lenen als je verder wilt gaan Zoals de woorden van Rob de Nijs, om maar iemand te noemen. Hij zong een ontroerende tekst die we van een kennis op een kaartje toegestuurd kregen: 

Vandaag begraaf ik jou in mij 

Niet in die steen daar, die lange rij

Al die oude namen, daar hoor jij niet bij 

 

‘Gedichtjes op kaarten zijn goud’, zegt Te Winkel. ‘Ze komen wat zachtaardiger, misschien ook wel wat minder opdringerig over dan wanneer je je eigen woorden naar iemand stuurt, vooral als je de ontvanger van de kaart niet heel goed kent.’ Zelf plaatst ze afbeeldingen van zelfgemaakte kaarten op haar Instagramaccount – waarmee ze haar eigen woorden uitleent aan anderen die erom verlegen zitten. Zo is er een kaart waarop het woord gecondoleerd doorgestreept is, met daaronder de tekst : 

Ik zou willen dat er woorden waren

troostender dan ‘gecondoleerd’

Woorden die je drinkt

Ook andere talen dan de Nederlandse kunnen helpen bij het uitdrukken van je gevoel. De eindredacteur met wie ik veel samenwerk, vertelde me tijdens een brainstorm over dit verhaal dat ze zich soms makkelijker uitdrukt in het Engels of Servo-Kroatisch. ‘In die talen vind ik woorden die nauwkeuriger of subtieler omschrijven wat ik wil zeggen, terwijl ik het Nederlands wel het beste beheers.’ En een Amerikaanse vriend zei na mijn moeders begrafenis: ‘I feel so, so sorry for your loss.’ Deze Amerikaanse ‘standaardzin’ vond ik warmer klinken dan vergelijkbare Nederlandstalige ‘standaard’-condoleances die daarna nog volgden (hoe troostend, goedbedoeld en welkom ze ook waren). 

Babet: ‘Misschien is dat ook omdat een taal die niet je eerste taal is minder direct binnenkomt. Er zit nog een vertaling tussen. Het nadeel van woorden als “gecondoleerd” en uitdrukkingen als “heb je het al een plekje gegeven”, is dat ze zó in de Nederlandse taal ingebakken zitten, dat ze ook heel snel en makkelijk worden gezegd. Dat maakt ze soms leeg en onoprecht.’

Misschien moeten we ook accepteren dat het soms zoeken is naar woorden. Iets zeggen is altijd beter dan niets zeggen – en stamelen is niet erg. ‘Als het maar oprecht is.’

Het gaat er misschien ook helemaal niet om welk woord je uit die zestig miljoen woorden en woordvormen vist om iemand met verdriet te steunen, of om je eigen verdriet te verwoorden. Het gaat nog het meest om het gesprek dat daarna volgt. 

Lees ook: