De ontwrichtende asielzoekers van premier Rutte

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten

Willen wij meer of minder asielzoekers? ‘Minder, minder, minder,’ zo luidde de afgelopen week het antwoord van politici uit alle lidstaten van de Europese Unie. Een aanzienlijk deel van de kiezers viel hen instemmend bij.

De Italianen luidden eerder deze maand de noodklok over een nieuwe golf aan bootmigranten op In Bulgarije is men eind vorig jaar al opgehouden nieuwe asielzoekers Andere Europese landen gedogen het maar, omdat de intentie noch de middelen lijken te hebben om Syriërs op te vangen.

Stemmen trekken

In Frankrijk werd kiezers afgelopen zondag gevraagd welk onderwerp voor hun de doorslag gaf. Met stip op één stond het thema migratie. Nu het met de economie weer wat beter gaat en de EU als thema voor vijf jaar terug de coulissen in gaat, schakelen veel partijen weer moeiteloos door naar dat andere onderwerp waarmee het doorgaans gemakkelijk stemmen trekken is; de ongenode migrant.

‘Straks moeten we tenten neerzetten,’ zo somberde de staatssecretaris Teeven

In eigen land werden we de afgelopen weken getrakteerd op het paniekvoetbal van staatssecretaris Eind april stonden er ineens maar liefst duizend Eritreeërs in één week aan onze grens. Teeven cijferde door: als dit zo doorgaat staan er straks 65.000 voor de deur. ‘Straks moeten we tenten neerzetten,’ zo somberde de staatssecretaris. In plaats van 1.000 asielzoekers per maand signaleerde hij nu maar liefst een verviervoudiging.

De Telegraaf opende een dag later in de welbekende chocoladeletter met een bericht over een naderende . Alsof er duizend Eritreeërs aan de oostgrens op het punt stonden de Grebbeberg te bestormen. De asielpaniek was compleet toen nog een dag later ook premier Rutte deed. ‘Het is echt ontwrichtend, deze bizarre aantallen, een kleine provinciestad per jaar erbij. Nederland is geen open huis.’

Hoe zat het echt? Cijferaar schreef er uitgebreid over in drie bijdragen op zijn blog, waarop hij de afgelopen vijf jaar uitspraken in het migratiedebat op hun juistheid controleerde. Hij concludeerde dat het interview met Teeven een ‘nieuw dieptepunt’ was in zijn carrière als factchecker. En wel om de volgende redenen.

1. Als er één week met (bijna) 1.000 asielzoekers is geweest, kan daaruit natuurlijk niet worden geconcludeerd dat dit ook voor de andere weken Dergelijke voorspellingen zijn overigens niets nieuws. Zo werd in 1994 voorspeld dat er 40.000 Tamils zouden komen.

Cijferaar Flip van Dyke concludeerde dat het interview met Teeven een ‘nieuw dieptepunt’ was in zijn carrière als factchecker

2. De piek die in de maanden januari en februari te zien is, komt doordat de IND een andere manier van tellen is gaan hanteren. Vanaf 1 januari 2014 wordt vanaf het moment van aankomst gerekend, in plaats van vanaf het moment dat de aanvraag gedaan werd. Een aantal asielzoekers die al in een opvangcentrum zaten, maar nog geen aanvraag hadden gedaan, werden nu wel meegeteld.

3. Niet het aantal asielzoekers wordt geteld, maar het aantal ingevulde formulieren. Ook herhaalde verzoeken, en verzoeken van asielzoekers die al in een ander land zijn afgewezen, worden meegeteld. De cijfers uit de statistieken zijn dus hoger dan het feitelijke aantal.

Het waren de laatste blogs van Flip van Dyke. Moedeloos geworden concludeert hij dat zijn streven ‘geheel tevergeefs’ geweest is. Want de feiten rondom het thema migratie: die doen er al lang niet meer toe.

Ombuigen, indammen, rechtbreien

Wie nuchter naar de cijfers kijkt, ziet dat de hogere instroom uit Syrië en Eritrea tot een getal leidt dat enkele duizenden hoger is dan vorig jaar. Maar ook dat Nederland met zo’n 859 asielzoekers per miljoen inwoners En dat het aantal asielzoekers dat Europa weet te bereiken nog altijd lager is dan de ruim 500.000 Syriërs die sinds het uitbreken van de oorlog aldaar in Turkije terechtkwamen.

Mijn oude opa haalde in zulke situaties een Frans spreekwoord aan. ‘Tant-pis pour les faits’; dat is dan jammer voor de feiten. Met andere woorden, het gaat bij dit soort retoriek niet om de cijfers, maar om het beeld dat bij de kiezer blijft hangen.

Mijn voorspelling: premier Rutte en staatssecretaris Teeven maken bij een volgende verkiezingscampagne handig gebruik van het beeld dat ze nu hebben opgeroepen. Want wat als het doemscenario van 65.000 asielzoekers per jaar uitblijft? Dan heeft de Hollandse wal van Rutte-2 het tij doen keren. En zo niet? Dan gaf het gegoochel met cijfers de beide bewindslieden in elk geval de kans om weer eens ferme taal uit te slaan. Altijd prettig in een campagne, waarin de PVV de VVD niet geheel zonder reden slappe knieën kan verwijten. (Zie het Kinderpardon en de gesneuvelde ambitie illegaal verblijf strafbaar te stellen.)

Teeven en Rutte bezigen de moedeloze taal van de manager die de zoveelste reorganisatie aankondigt. Ze beloven de asielstroom telkens opnieuw om te buigen, in te dammen, recht te breien. En hun opportunisme kent daarbij geen grenzen. Als Italië asielzoekers doorlaat zijn ze onvoldoende solidair, maar als de Italianen om Europese hulp vragen dan hebben ze, zoals Rutte het eerder verwoordde,

Kortstondig alert

Deze retorische trucs doen denken aan hoe de klimaatalarmisten in het voetspoor van Al Gore door overdrijving hun punt proberen te maken en de nuancerende kritiek van anderen .

Wie constant op hetzelfde aambeeld hamert, schept op den duur apathie en weerzin bij zijn publiek

Maar de klimaatalarmisten verloren door hun doemscenario’s de aandacht van het publiek. Wie constant op hetzelfde aambeeld hamert, schept op den duur apathie en weerzin.

Dat is overigens niet de verdienste van de klimaatsceptici, die het tegen de alarmisten opnamen. Eén koude winter of één warme zomer bleek genoeg om het door angstbeelden opgewekte milieubewustzijn van weleer tot rust te brengen. Het alarmisme bleek slechts kortstondige alertheid op te leveren. Oh, valt het toch wel mee met die opwarming van de aarde? Gelukkig, dan kunnen we weer op oude voet verder.

Op eenzelfde manier zullen weerlegde feiten of geplaatste nuances de stand van zaken in het migratiedebat niet snel doen kantelen. Om dat te bereiken zijn verhalen nodig, van het Eritrese voetbalteam dat zich na jaren van omzwervingen en ontberingen in Gorinchem gevestigd heeft. Of het verhaal van Urugays president die vorige week besloot om honderd Syrische kinderen met hun begeleiders op te nemen in zijn eigen zomerhuis.

Verhalen als deze winnen het altijd van weerlegde feiten.

Premier Rutte kan kortom het best in de leer bij zijn collega in Uruguay. Want het is natuurlijk de wereld op zijn kop om de haastige vlucht voor oorlog en geweld van − bijvoorbeeld − Syriërs, Eritreërs en Somaliërs als een ramp voor óns te zien, in plaats van voor hén.

Als hij daar wat meer oog voor zou hebben en naar de verhalen van gedupeerden zou luisteren, zou hij misschien nog eens kunnen leren wat ontwrichtend precies betekent.