Eén keer wist ik het zeker: deze leerling had geblowd. Met rode oogjes hing hij in z’n stoel en als ik hem iets vroeg kreeg ik een onsamenhangend antwoord. ‘Heb je soms geblowd, Bram?’

Nee, meneer, natuurlijk niet! Wajoo, wat denkt u wel niet?

Een paar jaar later kwam ik hem tegen in een kroeg. ‘Meneer, weet u nog toen u vroeg of ik geblowd had? Ik zeg nu eerlijk: u had gelijk.’ We dronken een biertje, en hij vertelde dat het goed met hem ging.

Daar had ik me ook nooit zorgen om gemaakt. Er is een type leerling dat jaar in jaar uit overgaat met vijven en zessen, zich verslapen heeft of juist doorslaapt in de les, zelden huiswerk maakt en één schrift heeft voor álle vakken. Een type dat vaste bezoeker is van de strafmiddag en zich elke week wel een keer om 8 uur ‘s ochtends melden moet, maar van wie veel leraren toch zeggen: die komt er later wel.

Het belang van eigen keuzes maken

toen ik afgelopen week twee hoofdstukken uit The Price of Privilege las, van psycholoog Madeline Levine. 

Daarin schrijft ze dat mensen, om gezond door het leven te wandelen, het gevoel moeten hebben dat de keuzes die zij maken hun eigen keuzes zijn. Keuzes die niet opgelegd zijn, dus. En ook niet gemaakt zijn om aan verwachtingen van anderen te voldoen. 

Om zelf keuzes te kunnen maken, moeten kinderen wel weten wie ze zijn en wat ze willen – ze moeten een sense of self hebben. Dat ontstaat door trial and error, door op je bek te gaan en weer op te krabbelen, door succes en tegenslag te ervaren, om zo langzaamaan uit een moeras van verwachtingen een eigen identiteit op te trekken.

Levines boek gaat in het bijzonder over de kinderen van welvarende ouders die haar spreekkamer steeds vaker weten te vinden met vage klachten van angst en somberte. Aan de oppervlakte lijkt alles goed te gaan – ze doen het goed op school, hebben vrienden, presteren op sportief of muzikaal gebied – en toch voelen ze zich zo léég. Tegenovergestelde Brammen, eigenlijk.

School is bij uitstek een plek waar het goed met je kan gaan terwijl het niet goed met je gaat

Volgens Levine zijn ze ongelukkig doordat ze een false self ontwikkeld hebben: een zelfbeeld dat bestaat uit ingeloste verwachtingen van anderen – en dus eigenlijk geen zelfbeeld is. Juist kinderen uit gezinnen die alles voor de wind gaat hebben nooit zelf keuzes hoeven maken, omdat daar geen noodzaak toe was. Ze houden iedereen tevreden – hun trotse, maar pushy ouders voorop – maar worden daar zelf ontevreden van. Ze hebben het gevoel dat hun leven niet van hen is.

Mensen ervaren tegenwoordig meer keuzeruimte dan vroeger om hun leven zelf vorm te geven. Meisjes gaan niet meer als vanzelfsprekend naar de huishoudschool, jongens nemen het beroep van hun vader niet meer zomaar over. Jongeren hebben alle ruimte zich te verzetten tegen de normen en waarden van hun ouders. 

Maar zelf keuzes maken is niet makkelijk. Het vergt verantwoordelijkheid en die komt niet vanzelf. Dat verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkel je – als het goed is – wanneer je volwassen wordt, en daarom zou school de plek moeten zijn waar kinderen leren hun eigen keuzes te maken.

Maar dat is het niet. Integendeel.

Een 1 halen is je eigen keuze

School is bij uitstek een plek waar het goed met je kan gaan terwijl het niet goed met je gaat. Wie hoge cijfers haalt, braaf z’n huiswerk maakt en nooit te laat komt, voldoet aan alle verwachtingen en is een ‘goede’ leerling.

Een leerling wordt pas een ‘probleem’ wanneer hij niet aan de verwachtingen voldoet, wanneer hij blowt of spijbelt, zich verslaapt voor toetsen of een reeks enen haalt. Zolang hij geen gevaar vormt voor zichzelf of anderen is dat niet zo erg. Zo’n Bram komt er wel.

Want het vergt verantwoordelijkheid om tegen alle verwachtingen in niet te leren voor een toets. Om te kiezen voor vrienden boven school. Om te bedenken dat je wel iets beters te doen hebt dan luisteren naar die ene docent die alleen het lesboek herhaalt – frikandelbroodjes halen bij de Ap, bijvoorbeeld.

Dus, leerling: durf eens te spijbelen en haal eens een 1. Ik verwacht niets beters van je.

Lees ook:

Deze leerlingen hoefden twee weken niet naar de les. Dit leerden ze Wat gebeurt er als leerlingen niet verplicht naar de lessen hoeven? Drie leerlingen ondervonden het en maakten er deze podcast over. Lees of luister hier Onderwijs is niet de grote gelijkmaker Politieke partijen zweren bij het idee dat gelijke kansen beginnen in het onderwijs. Maar daarmee verhullen zij de ongelijkheid die het onderwijs zelf creëert. Lees het artikel hier