stuurden jullie me over het Shell-vonnis. Waar heeft de rechter zich nou precies op gebaseerd? Wat moet Shell doen om het bevel van de rechter uit te voeren? Heeft het vonnis nut? Gaat de vraag naar olie en gas erdoor dalen?

Ik schreef een uitgebreide Q&A waarin ik antwoord geef op al jullie vragen:

Een veelgehoorde reactie na het vonnis was: de rechter is op de stoel van de politiek gaan zitten, gaat ‘zijn boekje te buiten’. Dat is een van de belangrijkste punten waar ik in de Q&A op inga. Ik zie ook wel dat dit een ingrijpende uitspraak is, maar ik denk niet dat de rechter hier iets doet wat een rechter niet behoort te doen.

Wat veel mensen vergeten, is dat een rechter, als die een zaak voorgeschoteld krijgt, een besluit móét nemen. Niet thuis geven of een besluit vooruitschuiven is voor de rechtbank – in tegenstelling tot de politiek – geen optie. Zolang aan de juiste voorwaarden is voldaan (de eisers zijn ontvankelijk en hebben voldoende belang, de rechter heeft jurisdictie, enzovoort), moet de rechter rechtspreken.

Het is in een democratische rechtsstaat de bedoeling – en helemaal niet nieuw – dat rechters zelf de nodige beoordelingsruimte krijgen om te bepalen wat in specifieke gevallen rechtvaardig is. En het zou evident onrechtvaardig zijn als een bedrijf als Shell, dat verantwoordelijk is voor 3 procent van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, zich aan de klimaatdoelen kan onttrekken. In het vonnis is daar een harde doelstelling aan verbonden.

Zo verrassend is deze uitspraak dus niet. Mijn indruk is dat veel commentatoren die door dit vonnis verrast werden de belangrijkste implicatie van de klimaatwetenschap niet begrijpen. Die is heel simpel: we kunnen niet eindeloos CO2 blijven uitstoten. We leven op een planeet waar de afgelopen tienduizend jaar toevallig een leefbaar klimaat heerste. Maar we stevenen af op onleefbare omstandigheden. Er is maar één oplossing: de activiteiten die bijdragen aan deze onleefbaarheid begrenzen.

Volgens mij zijn het die grenzen waar veel Nederlanders moeite mee hebben. Het idee dat we sommige dingen niet meer (of minder) zouden mogen voelt als een bedreiging. Of, God verhoede, het idee dat we iets zouden móéten. ‘Ik moet niks’ is voor veel mensen hun levensfilosofie geworden. Het moet wel gezellig blijven.

Deze vrijheidsminnende mensen zou ik graag willen laten zien dat het precies omgekeerd is. Dat het accepteren van milieugrenzen juist een vergroting van onze vrijheid oplevert – omdat we dan niet gebukt gaan onder de gevolgen van opwarming en de massale sterfte van andere soorten.

Ik geloof ten diepste dat het in de overstromingsgevoelige delta die we Nederland noemen alleen ‘gezellig’ blijft als we de opwarming weten te stoppen. Ook in een toekomstbestendig land kun je heerlijk op het terras zitten en van je vrijheid genieten. Ik hoop dat een volwassen, rijk volk dat eindelijk gaat inzien.

Tot de volgende,

Jelmer