Wat toptennisser Naomi Osaka met jouw volle inbox te maken heeft
Anderhalve week geleden hoorde ik voor het eerst over de beslissing van tennisser Naomi Osaka om de pers niet te woord te staan op Roland Garros. Die persconferenties, vond ze, waren niet goed voor haar geestelijke gezondheid.
‘Ik heb genoeg filmpjes gezien van spelers die na een nederlaag in de perskamer instorten’, schreef Osaka in een verklaring. ‘Ik heb het gevoel dat de hele situatie ervoor zorgt dat iemand die al “down” is nog verder naar beneden wordt getrapt.’
Ik kon alleen maar denken: you go, girl. Die beslissing was vast niet eenvoudig, dacht ik, mooi dat ze op deze manier voor zichzelf zorgde. Maar de sportjournalist op de radio was minder enthousiast. Ik heb nog nooit iemand zo vaak ‘het hoort erbij’ in twaalf minuten horen zeggen.
En velen met hem waren kritisch. Waar de een vond dat ze zich als ‘prinses’ gedroeg, vond de ander dat ze een ‘gevaarlijk precedent’ schiep. En oud-tennisser Boris Becker stelde: ‘Dat hoort er nu eenmaal bij. Zonder de media geen prijzengeld en geen contracten. En je kan niet de helft van je job doen. Persoonlijk had ik een hekel aan de media, maar spreken met journalisten… Dat moest wel.’
Dat hoort er nu eenmaal bij. Dat moet wel. Het zijn opmerkingen die ik ook vaak heb gehoord (of zelf heb gedacht) toen mijn inbox overstroomde of toen ik nare reacties naar me toe geslingerd kreeg naar aanleiding van een artikel. Die reacties, dat hoort bij de job.
Maar dat interactie – of dat nu op een scherm of in een zweterig zaaltje is – bij je baan hoort, betekent niet dat je het niet kunt hebben over de manier waarop. Dat is ook wat Osaka beoogde, toen ze in haar verklaring zei graag te willen meedenken over een andere vorm die werkt ‘voor de spelers, pers en fans’.
Dat hoort er nu eenmaal bij. Wat een fantasieloze woorden. Doe mij maar: hoe kan het beter? Daarom schreef ik vandaag een column over Osaka’s beslissing. Ik vind haar namelijk niet zielig of arrogant, ik vind haar moedig.
Intussen in de ruimte
Toen ik een tijdje terug beschreef hoe de eindeloze stroom berichten me te veel werd, deelde iemand (ik weet helaas niet meer wie) dit filmpje:
‘Als je van streek bent, onthoud gewoon...’, staat er in witte letters boven een foto van de aarde. ‘Dit is je thuis.’
Ik moest eraan denken toen ik het boek van Marjolijn van Heemstra las, In lichtjaren heeft niemand haast. Ze beschrijft het beklemmende gevoel dat alles naar de knoppen gaat, dat uiteenvalt wat eigenlijk bij elkaar hoort. ‘De klimaatcrisis, de kloof in mijn buurt, het verlies van dieren, schimmels, bomen.’
Een zoektocht naar meer ruimte in haar leven bracht haar naar de ruimte. Steeds verder zoomt ze uit, van de maan naar Mars naar exoplaneten, om uiteindelijk dichter bij huis uit te komen. Het verscheen bij De Correspondent, dus ik ben vast bevooroordeeld, maar ik vond het een prachtig boek.
Goed voor de onthaasting.
Tot slot...
...nog een laatste nieuwtje over De Correspondent: collega Thalia Verkade won met Marco te Brömmelstroet de Brusseprijs, voor het beste journalistieke boek van 2021. In Het recht van de snelste – Hoe ons verkeer steeds asocialer werd laten ze je anders naar verkeer kijken. Een ‘dwingende nadenker’, volgens de jury. Hulde! In dit artikel lees je meer over de belangrijke inzichten uit het boek. (En lees vooral ook Thalia’s artikel over het cijfer 1.)