‘We leven al lang in The Matrix,’ vertelde de Amerikaanse rechtshistoricus Eben Moglen mij begin dit jaar. We over de National Security Agency (NSA) en moderne surveillance; voor Moglen heeft de werkelijkheid de sciencefictionfilm uit inmiddels ingehaald. ‘Het is een prachtige, kloppende vergelijking maar voor de meesten simpelweg té angstaanjagend. Waarom denk je dat Neo moet kotsen als hij het zich eindelijk realiseert? Het is een ondraaglijk idee dat je niet méér bent dan een batterij voor de machine.’

In The Matrix heeft technologie zich door menselijke overmoed tegen de mens gekeerd. ‘We marveled at our own magnificence as we gave birth to AI [Artificial Intelligence, MM],’ legt Morpheus (gespeeld door Laurence Fishburne) aan hoofdpersoon Neo (Keanu Reeves) uit. Morpheus is de aanvoerder van een groep revolutionairen die de strijd aangaat met AI-machines die een eigen leven zijn gaan leiden en de mens hebben geknecht. De machines voeden zich met de lichaamswarmte van mensen, die aldus zijn gereduceerd tot batterijen voor de machine. ‘Throughout human history, we have been dependent on machines to survive,’ zegt Morpheus tegen Neo. ‘Fate, it seems, is not without a sense of irony.’

Om de mensen onder de duim te houden creëerden de machines The Matrix, een softwareprogramma dat de werkelijkheid simuleert en direct op ieders brein is aangesloten. ‘The Matrix is the world that has been pulled over your eyes to blind you from the truth,’ zegt Morpheus, die vanuit een ruimteschip de schijnwereld The Matrix hackt om de nietsvermoedende mensen wakker te schudden en te rekruteren voor zijn rebellenclub.

Eén van hen is Neo (een anagram van ‘One’, de uitverkorene), een computerprogrammeur die, in The Matrix, ’s nachts een dubbelleven leidt als hacker. In een beroemd geworden scène biedt Morpheus Neo twee pillen aan, een rode en een blauwe. Morpheus stelt Neo zo voor de keuze: wil hij in de droomwereld van The Matrix blijven leven dan moet hij de blauwe pil kiezen, wil hij de werkelijke wereld onder ogen zien, dan moet hij de rode slikken. ‘Welcome to the real world,’ zegt Morpheus, nadat Neo voor de rode pil heeft gekozen.

We mogen onze kritische distantie niet verliezen

In veel opzichten volgt The Matrix vrij klassiek de wetten van sci-fi: helden die het opnemen tegen kwaadwillende machines in een dystopische (en tamelijk absurde) getechnologiseerde fantasiewereld. De actiescènes zijn geweldig (ook vijftien jaar later), het plot is zwak, de personages zijn vlak en de quasi-filosofische aforismen van Morpheus beginnen op een gegeven moment goed te irriteren (‘I’m trying to free your mind, Neo. But I can only show you the door. You’re the one that has to walk through it.’).

‘Wat zijn de mensen die Google gebruiken voor Google?’ vroeg Moglen. ‘De batterijen voor de machine’

Voor Eben Moglen zit de kracht van The Matrix vooral in de boodschap dat we onze kritische distantie tot technologie niet mogen verliezen. We leven nu al in The Matrix, zegt Moglen. Niet omdat onze breinen letterlijk met draden zijn verbonden aan apparatuur en software, maar omdat we onszelf kritiekloos geven aan de technologieën die we gebruiken. We geven ons over aan Google en Facebook, aan smartphones en gadgets. ‘Wat zijn de mensen die Google gebruiken voor Google?’ vroeg Moglen. ‘De batterijen voor de machine.’

En die machine is een surveillancemachine, wier motor loopt op het verzamelen, opslaan en analyseren van informatie over gebruikers. In The Matrix is het lichaamswarmte die de machine in leven houdt; in de realiteit voeden wij de machine met onze persoonlijke data, die een weerslag vormen van wie wij zijn. Die data maken bedrijven als Google en Facebook machtiger en groter. De invloed van steeds slimmere algoritmen neemt toe. En wij? Wij vinden het best, zolang de machine maar snel, efficiënt en goedkoop voor ons blijft werken. Welcome to The Matrix.

Dat het leven in die schijnwereld voor velen wel best is, wordt in de film verbeeld door het karakter Cypher (gespeeld door Joe Pantaliano), een trouwe volgeling van Morpheus die het leven in de realiteit niet meer volhoudt, een pact sluit met de machine en zo zijn voormalige vrienden verraadt. Ja, ook hij koos ervoor de rode pil te slikken, maar wat het hem oplevert? Hij wil liever biefstuk eten en een goed glas rode wijn drinken - ook al weet hij dat die niet echt zijn - dan continu op een smerig ruimteschip achterna gezeten worden door de jagende I’ve been thinking it ever since I got here,’ zegt hij. ‘Why oh why didn’t I take the BLUE pill?’ In de deal die Cypher sluit met de vijand bedingt hij dat zijn hele geheugen wordt gewist en hij zo het virtuele luilekkerland kan beleven zonder te beseffen dat het niet bestaat. Ignorance is bliss, zegt hij. Onwetendheid is zaligmakend.

De keuze tussen batterij en vrijheid

Voor Eben Moglen bestaat de surveillancemachine naast bedrijven als Google en Facebook, ook uit de inlichtingendiensten NSA en GCHQ. Ook zij voeden zich met onze persoonlijke data. Uit de door Edward Snowden gelekte documenten blijkt dat de geheime diensten en internetbedrijven niet alleen een pact hebben gesloten, maar ook hetzelfde doel nastreven: to collect it all, zoals op een van de uitgelekte powerpointsheets te lezen is.

Surveillance is het verdienmodel van het internet en de raison d’etre van de inlichtingendiensten, en in die gezamenlijke doelstelling hebben die twee elkaar gevonden.

‘Edward Snowden heeft laten zien,’ vertelde Moglen, ‘dat technologie in staat is de menselijke vrijheid uit te roeien.’ Snowden, legde Moglen uit, heeft ons de mogelijkheid geboden ons daartegen te verzetten. ‘We staan op een tweesprong,’ zegt hij, we kunnen een keuze maken tussen een ‘definitief leven als batterijen voor de machine of een leven in vrijheid en autonomie.’ Edward Snowden is Morpheus die - en dit is mijn interpretatie - ons de keuze heeft gegeven om de werkelijkheid onder ogen te komen.

Net als Morpheus in de film, is ook Eben Moglen niet vies van ronkende retoriek. Maar ergens heeft hij een punt. Hoe afhankelijker wij worden van technologie, hoe belangrijker het wordt ons er kritisch toe te blijven verhouden. We vertrouwen op de machine, maar weten we wel of we de machine kúnnen vertrouwen? Begrijpen we wel genoeg hoe Facebook werkt? Snappen we de gevolgen van inlichtingendiensten die de capaciteiten hebben ons totale digitale gedrag te monitoren? En bezien we de laatste paar miljardenaankopen van Google - allemaal Artificial Intelligence- en roboticabedrijven - wel kritisch genoeg?

The Matrix vertelt ons dat we er als burgers voor kunnen kiezen om ons al dan niet bewust te zijn van technologie en surveillance. Dat betekent wel: door de zure appel - of de rode pil - heen bijten; ‘weten’ is ook niet altijd zaligmakend.

Introductie: Zo kunnen we beter over surveillance praten Vorige week was het een jaar geleden dat Edward Snowden met zijn NSA-onthullingen het debat over surveillance op gang bracht. Erg creatief blijken we in dat debat niet te zijn: in de VS, en in Nederland, is ‘Big Brother’ zo’n beetje de enige gebruikte metafoor voor een overheid die haar burgers in de gaten houdt. Maar George Orwells 1984 dekt de lading niet: wie het debat over toezicht, veiligheid en privacy beter wil voeren, heeft andere metaforen nodig. Lees hier de introductie van de serie Surveillance Metaforen Aflevering 1: De Cirkel van Dave Eggers Nina Polak bespreekt De Cirkel van Dave Eggers. Anders dan in Orwell’s 1984 laat deze roman zien dat surveillance niet per se iets hoeft te zijn wat van bovenaf wordt opgelegd, integendeel: in een wereld waarin alles met elkaar delen een must is, verwordt surveillance tot iets waaraan iedereen bijdraagt. Lees hier aflevering 1 in de serie Surveillance Metaforen Aflevering 2: Het Proces van Franz Kafka In ‘Het Proces’ van Franz Kafka wordt duidelijk dat surveillance niet per sé uit kwade bedoelingen hoeft voort te komen, om toch grote schade aan te richten, schrijft Lynn Berger. Lees hier: De staat hoeft niet kwaadwillend te zijn om kwaad te doen, leert Het Proces van Franz Kafka Aflevering 3: Little Brother van Cory Doctorow Maurits Martijn bespreekt de roman Little Brother, van Cory Doctorow, die laat zien dat de burger in een surveillancestaat nog niet machteloos hoeft te zijn. Lees hier: Iedereen heeft het over Big Brother, maar vlak Little Brother niet uit Aflevering 4: WE van Yevgeny Zamyatin De roman ‘We’ van Yevgeny Zamyatin gaat over sousveillance – en over wat er gebeurt als niet alleen de staat, maar iedereen elkaar kan bekijken. Dimitri Tokmetzis bespreekt. Lees hier: De inspiratiebron van 1984 toont de zachte dwang van technologie Aflevering 5: Corpus Delicti van Juli Zeh Bij surveillance denken we al snel aan toezicht, ingegeven door een obsessie met terrorisme en veiligheid. Maar het kan evengoed voortkomen uit de wens de gezondheid en het welzijn van burgers te dienen, schrijft Tomas Vanheste in zijn bespreking van Corpus Delicti van Juli Zeh. Lees hier: Dit meesterlijke boek laat zien waar een ziekelijk verlangen naar gezondheid toe leidt Aflevering 6: Minority Report van Steven Spielberg In ‘Minority Report’ wordt duidelijk dat de technieken die surveillance moeten dienen, niet altijd betrouwbaar zijn, schrijft Jeroen van Raalte. Lees hier: In Minority Report veroordeelt technologie de verkeerden Aflevering 7: Brazil van Terry Gilliam Het verhaal en de personages van ‘Brazil’ zijn absurd, schrijft Dimitri Tokmetzis. Maar een aantal thema’s van Brazil heeft nog steeds zeggingskracht. Of liever gezegd, juist nu. Lees hier: De film Brazil toont de nachtmerrie van een door informatie geobsedeerde bureaucratie Aflevering 8: Das Leben der Anderen van Florian Henckel von Donnersmarck In Das Leben der Anderen (2006), een film over Stasi-praktijken in de DDR, verandert surveillance ook de levens van toezichthouders ingrijpend, schrijft Lynn Berger. Lees hier: In Das Leben der Anderen zijn ook de surveillanten slachtoffer van het systeem