Deze grafiek dus, over de leesvaardigheid van vijftienjarige vmbo-leerlingen, havisten en vwo’ers.

De grafiek laat iets heel belangrijks zien: op vijftienjarige leeftijd scoren veel vmbo-leerlingen beter op een toets leesvaardigheid dan veel havisten en vwo’ers (hetzelfde geldt overigens voor rekenvaardigheid). De grafiek verbaasde me, omdat ik dacht dat de cognitieve verschillen tussen leerlingen op vmbo, havo en vwo veel duidelijker zichtbaar zouden zijn.

Het geeft te denken. Op twaalfjarige leeftijd bepaalt de eindtoets in groep 8 grotendeels of kinderen de jaren daarop te dealen hebben met het label ‘vmbo’er’, ‘havist’ of ‘vwo’er’. Dat schooladvies wordt steeds belangrijker, omdat er steeds minder brugklassen zijn waarin kinderen van meerdere niveaus bij elkaar zitten en er steeds meer categorale scholen bij komen. Daardoor is het voor leerlingen moeilijker geworden om nog ‘op te klimmen’ wanneer ze eenmaal in het voortgezet onderwijs zijn beland.

Maar de verschillen tussen vmbo’ers, havisten en vwo’ers zijn dus niet in marmer gebeiteld, laat deze grafiek zien. Dat vormde het vertrekpunt voor een nieuw artikel over kansengelijkheid.

RECLAMEBLOK. STUUR DEZE MAIL DOOR!

kan iedereen met een hart (voor onderwijs) zich inschrijven voor deze nieuwsbrief.

Ik herhaal. kan iedereen met een hart zich inschrijven voor deze nieuwsbrief.

Ik vroeg m'n hoofdredacteur om leestips... en wat er toen gebeurde verbaasde niemand

Wie deze nieuwsbrief van A tot Z leest, zal opmerken dat ik dat nieuwe artikel afsluit met waar ik m’n vorige nieuwsbrief mee begon: de gedachte dat we ‘het denkende brein’ overwaarderen, te veel waarde zijn gaan hechten aan individualisme en onafhankelijkheid – terwijl er meer is dan het verstand, en we op deze wereld van elkaar afhankelijk zijn. Zou het onderwijs daar niet meer op ingericht moeten zijn?

Ik vroeg m’n hoofdredacteur (Rob Wijnberg) om leestips. En vraag hem om leestips over welk onderwerp dan ook, en hij antwoordt: ‘Heb je dit stuk van Richard Rorty al gelezen? En o, ik schreef er zelf ooit trouwens dit over.’

heb ik nog niet kunnen achterhalen, want ik kom niet voorbij de paywall. Maar – is interessant. Het gaat over het spanningsveld tussen twee verschillende, tegenstrijdige ‘doelen’ van onderwijs: mee leren draaien in de maatschappij (socialisatie) en ontdekken wie je zelf bent (individualisering).

Socialisatie zou altijd vooraf moeten gaan aan individualisering, schrijft Rorty. Basis- en voortgezet onderwijs zouden daarom moeten draaien om socialisatie, om aanpassing aan de maatschappij. Pas daarna, op de universiteit, zou onderwijs zich moeten richten op het verzet daartegen – om individualisering. ‘There is only the shaping of an animal into a human being by a process of socialization, followed (with luck) by the self-individualization and self-creation of that human being through his or her own later revolt against that very process.’

Rorty zegt nog veel meer interessants in dat essay. Bijvoorbeeld over de filosofische overeenkomsten tussen conservatieve en progressieve onderwijsdenkers; over de invloedrijke Amerikaanse filosoof en onderwijsvernieuwer John Dewey; over waarheid en vrijheid. Daarover wellicht later meer, als ik m’n gedachten erover iets beter op een rijtje heb kunnen zetten. (Of als ik langs die NRC-paywall ben gekomen, want ik vermoed dat Rob het wel helder uit weet te leggen.)

Tweewekelijkse tip van de week

Dan de tweewekelijkse tip van de week. Deze week wil ik een persoon aanraden: René Kneyber.

René was lang docent wiskunde, schreef het boek Orde houden in het vmbo en is lid van de Onderwijsraad, maar bovenal: hij heeft zijn eigen onderwijsuitgeverij, Phronese. Phronese geeft boeken uit die dieper graven dan wat dagelijks op opiniepagina’s staat of wat in stapels bij de AKO ligt. 

Het meest recente boek dat Phronese uitgaf is Frankenstein en de pedagogiek, van de Franse pedagoog Philippe Meirieu. Frankenstein is de bekende gothic novel van de Engelse schrijver Mary Shelley, over de jonge dokter Victor Frankenstein die uit levenloos materiaal een maatje wil scheppen maar per ongeluk een monster creëert. De vraag die Meirieu in zijn boek probeert te beantwoorden: kun je een opvoeder zijn zonder een dokter Frankenstein te zijn?

In gaat René Kneyber over het boek in gesprek met Simon Verwer, een van de vertalers van het werk van Meirieu. voor de driedelige online leesclub over het boek. Ik heb me aangemeld.

Sympathiek: Phronese biedt gratis 😍🤩🥳🥰😊 aan. O, en René is ook Hup René!

Tot zover, met groet!

Johannes

P.S. moest ik heel hard om lachen.