Maandag maakten zij en erkenden inschattingsfouten. Dat was ook wel nodig. De laatste van Mark Rutte en Hugo de Jonge leek op het eerste gezicht op de tientallen voorgaande. Een toon van realisme en onvermijdelijkheid. Maar het was misschien de meest vervreemdende.

Niemand had dit voorzien, bezwoer Hugo de Jonge over de plotselinge in de besmettingscijfers onder jongeren. Het Outbreak Management Team had groen licht gegeven voor vervroegde beëindiging van de meeste beperkende maatregelen.

De discussie met het OMT was gegaan over het najaar en hoe een vierde golf kon worden voorkomen. O ja, heel belangrijk, en we moesten van de zomer natuurlijk wel de anderhalve meter afstand vasthouden – die echt al in geen velden of wegen meer wordt nageleefd.

En nu, amper twee weken na de Grote Versoepeling schieten de cijfers door het dak. Jongeren tussen 18 en 25 jaar zijn op grote schaal gaan feesten. Nachtclubs, discotheken zijn klassieke super spreaders geworden. Hele studentensteden besmet geraakt. Afgelopen weekeinde kwamen ook oudere generaties weer terug in de besmettingscijfers.

De perfecte storm uitgelokt

Wie kan er verrast zijn? Eindelijk de rem eraf, de teugels los. Als je ook maar vaag iemand kent in de bewuste leeftijdscategorie dan weet je dat ‘de bestaande regels’ daar toch al iets van een ver verleden waren. Gooi het nachtleven open, zeg dat het Janssen-vaccin de avond van prikken al toegang geeft tot de disco (zoals de minister zei ‘om jongeren te verleiden zich te laten vaccineren’) en je hebt je perfecte storm.

‘Niemand had dit voorzien.’ Dat is dan behoorlijk stom. Onvermijdelijk dat na twee weken de noodrem wordt aangetrokken. De politiek hoeft niet helderziend te zijn, gezond verstand is wel praktisch. Informatie van buiten de eigen bubbel is er kennelijk schaars.

‘Niemand had dit voorzien.’ Dat is dan behoorlijk stom

Wat het erger maakt is er op je persconferentie zo onnozel over doen dat je drie dagen later weer een moet geven. De agressiviteit van was al bekend uit India en het Verenigd Koninkrijk. Boris Johnson houdt vast aan de totale bevrijding ondanks scherp oplopende besmettingscijfers. In Trumpiaanse Amerikaanse staten en het Verenigd Koninkrijk is alles opengooien een libertaire politieke daad: nu is het onze tijd, de economie heeft lang genoeg geleden, besmet raken is een persoonlijk probleem.

Dat Rutte en De Jonge Nederland op 18 juni eindelijk eens goed nieuws wilden geven, is begrijpelijk. Maar de kans op een enigszins normale zomer zo roekeloos weggooien, dat is lastig te volgen. Het grote gebaar werd hier niet neoliberaal beargumenteerd. Zo spreken polderpolitici niet. Maar nu doen alsof je toen niets kon zien aankomen is zo wereldvreemd dat schadeclaims van evenementenexploitanten moeilijk kunnen uitblijven. Of dat te voorkomen is door nu inschattingsfouten te erkennen moet blijken.

Veel demissionairder kan je kabinetten niet krijgen

Ook mensen zonder zakelijke belangen bij een losse zomer kunnen zich afvragen of deze politieke voorlieden nog wel de besten zijn om het land door de coronacrisis te leiden. Hun corona-U-bocht komt op een moment van vrijwel complete politieke windstilte. Ga maar na: veel demissionairder kan je kabinetten niet krijgen.

In januari trad Rutte III af om de toeslagenaffaire. Na de verkiezingen van 17 maart werd het kabinet nog eens demissionair, normaal op weg naar een volgend kabinet. Maar de kopstukken wilden haast maken met de formatie, vóór de zomer moesten de nieuwe ministers op het bordes staan. Het land had een daadkrachtig bestuur nodig. Dat zou op hoofdlijnen regeren in een frisse, nieuwe cultuur van transparantie.

Het parlement zou zich weer toeleggen op controle van het beleid in plaats van meebesturen op onderdeeltjes. Wetgeving zou van Kamer en kabinet weer de aandacht krijgen die nodig is – regelgeving is meer dan politieke wensen even snel notuleren. Gelukkig had de Tweede Kamer de regie over de kabinetsformatie zelf in handen, dus het nieuwe elan kon voortvarend in daden worden omgezet.  

En toen werd het stil rond al die goede voornemens. Oorverdovend stil. Nou ja, rumoerig met Binnenhofs gedoe. Verkenner Ollongren en de onbedoeld getoonde formatiepapieren met het jokken erover van premier en VVD-leider Rutte – zijn persoonlijke vertrouwenscrisis, de vorige week in een rapport nog eens van het CDA als geoliede bestuurderspartij met een christelijk-sociaal profiel. Het over en weer afserveren van redelijke middenpartijen waarvan iedereen weet dat je de meeste nodig hebt voor een meerderheidskabinet.  

Wie legt verantwoording af in de superluwte?

Het leidde allemaal tot maanden trivia, en een compleet verlies aan momentum. En de kiezer? Die moest maar naar het Europese kampioenschappen voetbal, de Tour of het volgende dansevenement kijken. Tot dat ook ophoudt en Nederlanders met hun code rood iets uit te leggen hebben over de grens.

Legt intussen nog iemand politieke verantwoording af in deze superluwte? Kan een dubbel-demissionaire bewindspersoon nog wel aftreden, om een andere reden dan een Dat kan. De demissionaire ministers Hirsch Ballin en Van Thijn traden in 1994 ook nog snel af in het rumoer rond de (politiesamenwerking met criminelen). Dus de minister van coronazaken kán het vertrouwen van een meerderheid van de Kamer verliezen. En vertrekken.

Afgezien van de vraag of de opvolger van Hugo de Jonge direct weer half moet aftreden om demissionair in de pas te lopen met de rest van het kabinet, is het weinig waarschijnlijk dat de coronaminister door zijn eigen coalitie wordt gedwongen zijn biezen te pakken. Dan zou premier Rutte, met wie hij anderhalf jaar lang zijn tastende en soms grootsprekende beleid heeft uitgedragen, ook weg moeten. Dat kan helemaal niet. Dan zou het kabinet echt vallen, vallen om niet demissionair door te regeren.

Wegen naar nergens

Nederland is politiek beland op een kruispunt van wegen naar nergens. Het coronabeleid wordt nog steeds uitgedacht in een politiek-wetenschappelijke ivoren toren zonder veel voeling met de maatschappij. Een gebrek aan contact met de medische, de gemeentelijke en de GGD-uitvoeringspraktijk. De ministeries van VWS, Justitie en Rutte leven voort in hun Haagse werkelijkheid.   

De ministeries van VWS, Justitie en Rutte leven voort in hun Haagse werkelijkheid

De weg naar een nieuw kabinet is onbegaanbaarder dan in tijden – tenzij Rutte en Kaag en hun fractiegenoten in stilte een droom van een op de realiteit gericht summier Voorlopig gaan zij deze week een tijdje op vakantie. Dat is geen aanwijzing van de op handen zijnde voltooiing van een Grote Verrassing.

En intussen tolereert de nieuw gekozen Tweede Kamer dat het dubbeldemissionaire kabinet werkt aan een serieuze begroting voor 2022. In het begin wilde iedereen dat het nieuwe kabinet die hoofdlijnen van het voorwaarts gerichte klimaat- en herstelbeleid zou doortrekken in de volgende begroting. Daar hoor je niemand meer over.  

De Kamer kán de kans grijpen

Ook deze woensdag kan de Tweede Kamer, teruggeroepen van vakantie naar een wegens verbouwing half onttakeld Binnenhof, het heft in eigen handen nemen. En vaart eisen. Maar de politieke malaise, dat is de Kamer zelf. De PVV is goed in het politieke afbraakspel, maar heeft niets te bieden aan echte oplossingen. De splinters op de flanken zingen hun lied.

En de grootste fracties in het midden die het initiatief zouden nemen zijn deel van de stilstand. Te vaak druk met de Verontwaardiging van de week. Zij hebben ingestemd met alle (niet zo nieuwe) goede voornemens, maar slagen er nog niet in zichzelf uit het moeras omhoog te trekken. Wanneer informateurs hun huiswerk op een rijtje zetten, bespreken zij dat niet en gaan zitten keten zonder het primaat van de politiek te belichamen: verwoorden waar het naartoe moet en in het debat zoeken naar meerderheden voor oplossingen.

Voorlopig wordt de doorregerende coalitie gered door de oplopende coronacijfers

Voorlopig wordt de doorregerende coalitie gered door de oplopende coronacijfers. Die vragen om ernst en daadkracht. Net zoals Rutte tijdens de verkiezingscampagne de corona-urgentie gebruikte om leiderschap te suggereren en de echte debatten te ontlopen.

Soms betrap ik mezelf op de verleiding te denken dat Marcel Levi op VWS en nog een paar verse ministers het elan zouden kunnen terugbrengen dat na anderhalf jaar coronacrisis is weggesijpeld uit Rutte III. Om zaken aan te pakken. Vooral corona en het klimaat. Maar tegelijk en daarna de vermolming van de democratische rechtsstaat.

Daar kunnen ook burgerfora, waar leden van De Correspondent regelmatig voor pleiten, een rol in spelen. Maar dé oplossing kan niet één enkel idee of experiment brengen. Eerst moeten voldoende burgers én de politieke klasse beseffen dat de overheid geen bedrijf is maar het uitvoeringsorgaan van ons allemaal.  

Iedereen dus het Malieveld op. Niet alleen de boeren. Maar denk aan de anderhalve meter.