Look Down: Waarom je smartphone een magisch raam op de wereld is
De 27-jarige Brit Gary Turk merkte dat hij onproductief en eenzaam werd van zijn smartphone en zijn computer. Dus knutselde hij − op diezelfde computer − het filmpje Look Up in elkaar, een rijmend betoog tegen de smartphone.
Het filmpje raakte een snaar bij veel mensen. Het is inmiddels meer dan 39 miljoen keer bekeken en werd op mijn Facebook-wall gedeeld door vrienden die het prachtig vonden en er naar eigen zeggen tranen van in hun ogen kregen.
Ik was het niet helemaal met ze eens en maakte, op mijn eigen computer, deze reactie op Look Up (je kunt de tekst hieronder ook teruglezen):
Op de Facebookpagina van een vriend of negen
kwam ik deze maand een video tegen
geschreven op rijm, nauwkeurig geformuleerd
waarin heel oprecht tegen technologie wordt geageerd.
Look up zegt de film, want je wordt een debiel
van het stomme gestaar naar je nieuwe mobiel
je wordt dommer en eenzaam en onavontuurlijk
en het is allemaal de schuld van je iPhone natuurlijk
als de iPhone en Twitter gewoon niet bestonden
had je op de hoek van een straat je soulmate gevonden
was je getrouwd en gelukkig, laat de video zien,
maar jij, jij was afgeleid door dat verdomde touchscreen.
De premisse is klassiek
en misschien is het de zachte pianomuziek
of de ingevoelde ethiek, het geruststellende wantrouwen
voor techniek dat ik zag in de beelden
waardoor ik hem zelf bijna deelde,
net als de 39 miljoen die dat voor mij al wilden
tot ik bedacht: Nee, dat moet ik niet doen.
Want hoe bevredigend de kritiek en hoe
aanlokkelijk de tragiek, hoe oprecht en sympathiek
de video ook in elkaar zit:
het is eigenlijk allemaal bullshit.
Niet dat het per se koek en ei is:
ik ben niet vies van gezonde scepsis over
apps en solutionisme en het eeuwige cyber-utopisme.
Kijk:
Worden onze breinen fitter van Facebook en Twitter
en tumblr en e-mail? Weet ik veel.
Het zal geheid dat we sneller worden afgeleid,
terwijl ik dit zat te schrijven zat ik ook steeds Facebook te F5-en.
En als iemand tijdens een moment van menselijk contact
zijn of haar mobiele telefoon er weer bij pakt
dan zakt ook bij mij de moed in de schoenen.
En begrijp mij goed: mijn gevoelens zijn ongelooflijk dubbel
over privacy, big data, algoritmes en de filter bubble
ik ben optimistisch, maar ik ben niet naïef
over technologie ben ik niet onverdeeld positief.
Maar van cyberoptimisme naar look fucking up
lijkt me van de regen rechtstreeks in de drup.
Laten we even de hypocrisie negeren
dat die vent viral ging door het internet te fileren
de ironie dat het internet opeens wel goed genoeg is om te praten
over waarom het internet niet goed is daargelaten.
Soms moet je zelf een beetje zondigen
zodat je je boodschap kan verkondigen.
Oké, prima.
Maar wie ben jij
om tegen mij
te zeggen
dat wat om mij heen is
sowieso meer sereen is
puurder van aard is en
meer de moeite waard is
dan de dingen op mijn telefoon?
Ik weet niet hoe het met jou zit maar
Ik heb een telefoon met
dit geweldige ding: het internet
en het is − in de woorden van
Alexander Klöpping − echt heel vet.
Het heeft een hoop bellen en toeters
maar is in feite een simpel netwerk van computers,
eigenlijk een prachtige creatie: een godsgeschenk voor de communicatie.
Het komt neer op een enorme verzameling van informatie
die je ongeacht je lokatie of situatie kan raadplegen. Het ultieme gemak. Een bibliotheek in je broekzak.
Op ieder moment, op iedere plek
de werken van Shakespeare, Nietzsche, Houellebecq
de muziek van McCartney, Drake of Van Beck
Wikipedia over Ierland en Slavoj Zizek
de helende werking van de leeuwenbek,
afleveringen van Iedereen is gek op Jack.
Het internet is te gek.
Dus oké:
het is een doorsneedag
en ik mag mee met de trein naar
Enschede, een traject dat ik echt
kan dromen. Of nee:
ik zit op de wc. Of in een
verder leeg café heel hard de muzak
te negeren of bij een bushalte
mijn nagels te inspecteren en jij
wil echt beweren dat dat met fucking
Shakespeare kan concurreren?
Dat ik alles wat ik zou kunnen leren
van het internet maar moet negeren
om mijn omgeving te waarderen?
Een bushokje?
Een fucking bushokje?
En als jij, langs de busbaan
naast me komt staan
mij van een afstandje beziet
oordeel dan toch alsjeblieft niet.
Waag het niet mij te veroordelen
omdat jij denkt dat ik domme filmpjes loop te delen.
Want dat is aan een mobieltje juist zo goed
je ziet aan de buitenkant niet wat je ermee doet.
Het internet is zo divers
je bent toch ook niet bang voor de boekdrukpers?
je wordt niet vanzelf dom of eenzaam
van je telefoon, het is een raam. Een raam.
Meer is het niet. Nou, een magisch raam,
want je kan kiezen wat je ziet.
Misschien zit ik Angry Birds te spelen
maar misschien zit ik met iemand in Australië te mailen,
oké wellicht speel ik de app-versie van Kolonisten van Catan,
maar misschien lees ik een veel te lang stuk van Rutger Bregman
of shop ik op marktplaats een outfit voor carnaval
of lees ik een boek dat mijn leven voor eeuwig veranderen zal
en misschien, misschien stuur ik een smiley van een vlinder
naar mijn vriendin − die ik heb ontmoet op Tinder.
Want echt: het idee dat je je echtgenoot zo maar op straat
tegen het lijf loopt is zo romantisch, maar ook een beetje malloot, want statistisch wordt de kans op geluk door internetdating
gewoon nogal vergroot.
En natuurlijk: ik ben niet zo dom als ik nu overkom.
Natuurlijk wordt al dat internetten
vooral gebruikt om domme foto’s op Facebook te zetten
of kakhiel te delen als je je zit te vervelen of
om op Twitter in een fittie te belanden
en dat mensen met een oneindig raam voor handen
toch steeds het bekende wensen, dat zegt iets over mensen
en niet over telefoons.
Het is een magisch raam. Kijk erdoor. Leer ervan.
Vrees het niet. En geniet.
En oké. Soms is het echte leven,
‘echt’ tussen aanhalingstekens,
even veel mooier. Echt heel bijzonder.
De zon gaat onder. En wijntjes en
er lopen konijntjes en zij
beweegt haar hand door je haren
en natuurlijk ben je dan een idioot
als je naar je scherm loopt te staren.
Look up als er up iets gebeurt.
Natuurlijk.
Natuurlijk: als er iets te zien is
en je kijkt niet, dan loop je iets mis.
Dat lijkt me niet meer dan gewoon.
Maar geldt dat niet ook voor de wereld in je telefoon?