Wat betekent ‘herstel’?
Nadat Susan Burton zo’n tien jaar met anorexia en andere eetproblemen had geworsteld, nam ze haar intrek in een gebied dat, in haar eigen woorden, ‘net over de grens met anorexia’ ligt. ‘Ik zag het als een gedemilitariseerde zone’, schrijft de Amerikaanse radiomaker in haar boek Empty (2020): ‘een plek waar ik dun genoeg kon zijn om mezelf psychisch veilig te voelen maar gezond genoeg om mezelf te beschermen tegen lichamelijke destructie’.
Inmiddels weet ze dat dit ‘een belachelijke vredesovereenkomst’ was: ook in dit grensgebied is voedsel een obsessie voor haar, een rem op haar leven, een geheim waarmee ze rondloopt – al ruim twintig jaar. ‘Het is niet algemeen bekend’, schrijft Burton, die 47 is, ‘hoe hardnekkig eetstoornissen kunnen zijn.’
Ik las Empty vorige zomer. Het is een pijnlijk eerlijk verslag van het leven met een eetstoornis – een verslag dat, ongebruikelijk binnen het genre, niet eindigt met het herstel van de patiënt, maar met een patiënt die er nog altijd middenin zit. Ze wil eruit, schrijft Burton, zich terugtrekken uit dat grensgebied: ze weet alleen nog niet hoe.
Hoe herstel je van een eetstoornis? Wat betekent ‘herstel’ überhaupt? In een vorige week verschenen aflevering van This American Life vertelt Burton hoe het haar sinds het verschijnen van Empty is vergaan. Ze is nog altijd niet hersteld maar bevindt zich ‘ergens in het midden’ van het herstelproces. Wat haar aan het einde van dat proces te wachten staat, weet ze niet. Ze weet niet hoe een ‘normale’ relatie met eten eruitziet, of wat dit zou betekenen voor haar emotionele leven. Ze weet niet of er zoiets bestaat als ‘volledig herstel’, of dat het misschien beter is zich in te stellen op een vredesovereenkomst met gunstiger voorwaarden dan waar ze twintig jaar geleden voor tekende.
Is ‘herstel’ een eindpunt, een toestand? Of is het een proces dat nooit meer ophoudt? De uitzending geeft geen antwoorden, maar het stellen van de vragen, en de gesprekken die Burton erover voert met ervaringsdeskundigen, leverden heel mooie radio op.
Zorgen voor iemand die slecht voor zichzelf zorgt
Hoewel Susan Burton niet hersteld is, is ze wel uit de gevarenzone. Dat is winst: 5 tot 10 procent van de patiënten overlijdt, en dat maakt anorexia de dodelijkste van alle psychische aandoeningen. Het verhaal dat Nina Polak en ik deze week op De Correspondent publiceerden gaat ook over anorexia, maar heeft een ander perspectief dan dat van Burton. Wij schreven over de mensen om een anorexiapatiënt heen – hulpverleners, behandelaren, familieleden.
Al een tijd wordt de noodklok geluid over de anorexiazorg in Nederland, die te kampen heeft met volle klinieken, lange wachtlijsten, en een ‘verschotting’ van het zorgaanbod, waardoor patiënten die ook nog andere diagnoses hebben van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ook is er kritiek op de gangbare behandelmethoden: de groepstherapie in klinieken en de verplichtende eetlijsten waarmee vaak wordt gewerkt zouden anorexia eerder erger maken dan dat ze leiden tot herstel.
Hoe is het, vroegen wij ons af, om te zorgen voor iemand die zo slecht voor zichzelf zorgt?
Hoe is het, vroegen wij ons af, om te zorgen voor iemand die zo slecht voor zichzelf zorgt? En wat maakt de zorg voor anorexiapatiënten zo moeilijk? Het antwoord, realiseerden wij ons na gesprekken met therapeuten, familieleden en ervaringsdeskundigen, heeft zonder meer te maken met de complexiteit van de stoornis. Maar het zegt ook veel over de onverzadigbare behoefte aan meetbare en pasklare oplossingen voor rommelige, existentiële problemen.
In de uitzending van This American Life staat Susan Burton een tijdlang stil bij het woord sturdy, stevig. Hoe herstel zou voelen weet ze niet, maar bij sturdiness kan ze zich wel wat voorstellen: een stevig, bestendig lichaam, en een geest die zich niet zo snel aan het wankelen laat brengen. Het is een concreet en sterk streven, haalbaarder misschien wel dan herstel.
Tot de volgende,
Lynn.