De mooiste tijd van je leven?
Ik nam me voor geen onderwijsboeken mee te nemen op vakantie, en dat lukte. Inmiddels ben ik vijf dagen terug van weggeweest, en dus toch:
In De mooiste tijd van je leven? Een nieuwe kijk op studiestress betoogt filosoof Toske Andreoli dat de universiteit meer een onderwijsgemeenschap zou moeten zijn, die medeverantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van haar studenten. In haar ogen is de universiteit nu uitsluitend ingericht voor één type student: uitblinkers die met flexibiliteit kunnen omgaan en hun studie zien als een van de vele onderdelen van een zelfstandige onderneming.
Wat me aansprak is de verscheidenheid aan invalshoeken die het boek biedt om na te denken over de worsteling tussen individuele en collectieve verantwoordelijkheid voor studentenwelzijn. Of simpeler: over de vraag wat de manier waarop universiteiten zijn georganiseerd doet met de psyche van studenten.
Studenten zijn voortdurend bezig met het afwenden van potentieel nare gevolgen
Een zo’n invalshoek die Andreoli noemt is een theorie van psycholoog Beata Bakker-de Pree. Het uitgangspunt van die theorie is dat mensen sociale wezens zijn die er behoefte aan hebben door anderen te worden opgemerkt en geaccepteerd. Volgens Bakker-de Pree ontstaan psychische klachten als mensen zich langere tijd sociaal onveilig voelen. Bakker-de Pree ontdekte dat haar cliënten voor één, per persoon verschillend, oordeel van anderen specifiek gevoelig waren. Voor de een was dat ‘je bent saai’, voor de ander ‘je kunt niets’, voor een derde ‘je bent lelijk’. Mensen zullen altijd proberen dat oordeel van anderen – die ‘invaliderende stimulus’ – te vermijden, schrijft Bakker-De Pree.
Dat vermijden kan actief of passief. Bij actieve vermijding zorgt iemand ervoor dat iets vervelends uitblijft door iets te doen, terwijl iemand bij passieve vermijding juist iets laat. Actieve vermijding: een nieuwe baan zoeken omdat je je niet meer veilig voelt op je werk. Passieve vermijding: je baas mijden omdat je je niet prettig voelt in zijn omgeving.
Als actieve vermijding slaagt, geeft dat voldoening: mensen voelen dat ze de regie hebben over hun leven. Dat gevoel noemt Bakker-de Pree een veiligheidssignaal. Passieve vermijding levert niet zo’n signaal op, omdat het niet het resultaat is van iemands handelen.
‘De cliënten van Bakker-de Pree ontwikkelden psychische klachten wanneer zij in omstandigheden waren terechtgekomen waarin actieve vermijding van de invaliderende stimulus niet goed meer mogelijk was’, schrijft Andreoli. ‘Als iemand graag behulpzaam en betrokken is – en dus niet nutteloos en egoïstisch – dan moeten er wel anderen in de buurt zijn die hulp en betrokkenheid nodig hebben. Is dat langere tijd structureel niet het geval, dan zal die persoon de situatie als zinloos en leeg ervaren.’
Wat dat met onderwijs te maken heeft?
Andreoli betoogt dat er zo veel van studenten verwacht wordt, dat er geen tijd overblijft voor actieve vermijding. Studenten zijn voortdurend bezig met het afwenden van potentieel nare gevolgen (van de opleiding gestuurd worden, studieschuld, werkloosheid) dat er nauwelijks ruimte is om te handelen in overeenstemming met wie zij zelf willen zijn. Vandaar dus dat zo veel studenten psychische klachten hebben.
Aanstaande maandag ga ik met Toske Andreoli in gesprek op festival Noorderzon in Groningen. Het gesprek wordt geleid door Jelte Posthumus (tevens geschiedenisleraar) en een kaartje kopen kan hier.
Schrijf je in voor deze nieuwsbrief!
De meeste mensen die deugen sturen deze nieuwsbrief door aan andere geïnteresseerden in onderwijs. Inschrijven kan hier. Gratis!

Groetjes van het schrijversteam achter deze nieuwsbrief.
Over 'loze lessen'
Ik vroeg me na het lezen van Andreoli’s boek af hoeveel ruimte leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben om te handelen in overeenstemming met wie zij zelf willen zijn. Vlak voor de vakantie sprak ik vier oud-leerlingen die ik bijna zes jaar geleden portretteerde in een stuk over excellentie – de allerslimste leerlingen van de school waar ik lesgaf. Over één ding waren zij het eens: op de middelbare school leefden zij van toets naar toets.
Dat ik dacht: Dit is een leuke onderbreking van de les, in plaats van: dit ís de les
Dat had ook gevolgen gehad voor wat zij belangrijk vonden op school. Een van de vier begon na het voortgezet onderwijs aan een studie Kunstmatige Intelligentie, maar was inmiddels overgestapt op Nederlands. ‘Bij Kunstmatige Intelligentie leer je dingen te doen, maar niet waarom je die dingen dan moet doen. Je werkt altijd naar één antwoord toe. Bij Nederlands gaat het meer om het probleem zelf en krijg je verschillende instrumenten aangereikt om dat te benaderen, maar moet je vooral overtuigend zijn in het antwoord dat je geeft.’
Dat was wat hij verwacht had van de universiteit: een plek om kritisch met elkaar in discussie te gaan. Met terugwerkende kracht zag hij dat daar op de middelbare school soms ook wel ruimte voor was geweest, maar door de nadruk die er op toetsen lag voelden zulke momenten destijds als ‘loze lessen’. ‘Dat ik dacht: Oké, maar wanneer gaan we beginnen met wat ik moet leren voor de toets? Of dat ik dacht: Dit is een leuke onderbreking van de les, in plaats van: Dit ís de les.’
Andere leerling: ‘Eigenlijk werd alle verdieping... niet relevant omdat het niet voor de toets was, en dan let je eigenlijk al niet meer op.’
Ik ben het interview aan het uitwerken en deel het wanneer het af is.
Tweewekelijkse Tip van de Week
Tot slot de tweewekelijkse tip van de week. Ik deel graag dit fijne gesprek met docent en politicoloog Maxe de Rijk in De Groene Amsterdammer. Ze schreef een boek over haar vmbo-kansklas.
Citaat: ‘Het Nederlandse schoolsysteem is er dus op gericht om leerlingen zo snel mogelijk van school te sturen. Dat is natuurlijk een keuze. Je zou er ook voor kunnen kiezen om leerlingen met een zo hoog mogelijk diploma van school te sturen. Of om iedere leerling recht op zes jaar onderwijs te geven: kijk maar hoe ver je komt. Als je mijn leerlingen nog een jaar geeft, zou een deel nog een niveau hoger uitstromen.’
Tot zover, met groet!
Johannes
P.S. Ik schreef een stukje voor De Speld, en hier moest ik heel hard om lachen.