‘Ik was een grijs muisje’, zegt Astrid Verbiest (33). Ze was angstig en zonderde zich af.

Ze doet haar verhaal in het Praktijkhuis. Dat is een ontmoetingsplaats in Nijmegen die vooral bezocht wordt door twintigers en dertigers die kampen met psychiatrische problemen. 

Astrid werkt sinds 2017 bij Ixta Noa, de organisatie achter het Praktijkhuis. Ze geeft onder andere trainingen aan mensen die hun ervaringskennis willen inzetten, zegt ze. Volgens haar ben je niet meteen ervaringsdeskundige als je wat meemaakt, ‘al wordt die term erg snel gebruikt’. Alle vrijwilligers en alle medewerkers bij Ixta Noa hebben zoals zij het zelf noemt ‘een rugzakje met een psychische kwetsbaarheid’.

Foto door Catharina Gerritsen

Astrid dus ook. Ze beschadigde zichzelf van haar twaalfde tot haar vierentwintigste. Is vele malen opgenomen geweest. Angstaanval na angstaanval. Psychoses. In de avonden, altijd die avonden, zag ze mensen abseilen vanaf het raam van haar studentenflat. Of ze hoorde geschreeuw op de gang. Ze trok zich dan terug in haar kamer. Ontwikkelde een eetstoornis. Onder andere. 

Wat was de oorzaak voor dat alles, vraag ik.

‘Ik was een heel gevoelig meisje. Ik voelde alles heel scherp aan. En dat gevoel ben ik gaan onderdrukken. Op de middelbare school werd ik depressief. Ik heb daarna een blauwe maandag psychologie gestudeerd, maar na drie weken ging het erg mis. Voor het eerst.’

Speelde er misschien toch meer?

‘Eigenlijk wel’, zegt Astrid. ‘Maar daar wil ik niet in een interview over vertellen.’

Aan één zinnetje genoeg

Tijdens een behandeling in 2012, nadat ze in twee weken tijd meerdere keren in het ziekenhuis belandde, door een overdosis pillen en zelfbeschadigingen, ontmoette Astrid een van de ervaringsdeskundigen van Ixta Noa Nijmegen. Die ervaringsdeskundige vertelde over waarom ze vastzat in haar ziekte, maar ook hoe ze weer herstelde. Die openheid deed iets met Astrid. 

Kort daarna liep ze zelf binnen bij het Praktijkhuis. ‘De ervaringsdeskundige die ik daar sprak, zei: "Ik vond het ook heel spannend, maar ik heb toch stappen gezet richting herstel." Toen dacht ik: als zij het kan, dan kan ik het misschien ook.’

Het klinkt te simpel, maar dat is het eigenlijk ook, zegt ze. ‘Aan één zinnetje heb je soms genoeg.’ Voor Astrid was het genoeg om het gevoel te hebben dat ze gezien wordt, een van de weinige dingen die geen enkel mens zelf kan. 

Het maakte dat Astrid ‘geleidelijk aan’ over zichzelf kon vertellen. ‘Ik durfde ook opener te zijn bij mijn behandelaren over die schimmen en psychoses, wat weer hielp in mijn herstel.’

Nu weet ze: leven is per definitie kwetsbaar zijn.

Astrid werd na een tijdje gevraagd creatieve middagen te begeleiden. ‘Dat vond ik spannend, maar ook bijzonder, want ik werd gezien en gewaardeerd. Voor een mens is gezien worden heel belangrijk.’ Daarmee bedoelt Astrid: gezien worden in je worstelingen, maar ook in je talenten. 

Foto door Catharina Gerritsen

Licht, ademruimte en vooruitgang

Niet veel later mocht Astrid aan de slag als ervaringsdeskundige. Haar credo: vergelijk jezelf niet met anderen, want je bent uniek. Ze moet het af en toe ook nog tegen zichzelf zeggen. 

‘Ervaringsdeskundig-heid is dus geen vervanging van professionele behandelingen, maar een aanvulling’

Als ervaringsdeskundige ben je eigenlijk hoop in levenden lijve, legt Astrid uit. Iemand die vastzit in zijn ziekte of hoofd ziet: er is licht, er is ademruimte, er bestaat vooruitgang. Dat ervaarde ze zelf destijds in ieder geval op die manier. ‘Zo geeft het delen van ervaringskennis een stukje erkenning en herkenning. Het is dus geen vervanging van professionele behandelingen, maar een aanvulling.’ 

Het gaat nu ‘hartstikke goed’ met haar, vertelt Astrid. Ze draagt vandaag sandalen, een geel shirt en een korte spijkerbroek. Op haar linkeronderarm is een groot litteken te zien, overgehouden aan het weglaseren van de sneetjes en op haar benen heeft ze krassen. ‘Ik heb mijn verleden inmiddels omarmd en wil me niet meer verstoppen, dus ook de littekens niet’, zegt ze. ‘Om stabiel te blijven zorg ik voor rust, reinheid en regelmaat. Wel ben ik waakzaam, want ik weet dat die psychische kwetsbaarheid er is.’

De ander staat centraal

Nieuwe ervaringsdeskundigen lopen eerst tien dagdelen mee en volgen dan een interne opleiding, bijvoorbeeld bij Astrid. Zij pluist met hen de rode draad van hun ervaringen uit, leert hen middels rollenspellen te ontdekken waar de raakvlakken met een ander zitten en die vooral te benoemen. 

‘Je kan pas ervaringsdeskundige worden als je voldoende afstand hebt van je eigen verhaal. Dat bereik je door een zekere mate van herstel. Het is niet zo dat je 100 procent hersteld of genezen moet zijn. Ik weet niet eens of dat altijd kan, het is meer ‘kunnen omgaan met’. Die afstand is nodig zodat de ander centraal staat.’

Foto door Catharina Gerritsen

Haar hoop: dat de samenleving elkaar meer opvangt – in haar werk ziet ze hoeveel mensen aan elkaar kunnen hebben. Dat hoeft niet altijd iemand te zijn die zelf vastzat in zijn hoofd of ziekte. Zo ontmoette Astrid een ouder echtpaar in 2010, toen ze voor het eerst naar de kerk ging. Dat echtpaar troostte haar, bood haar een logeerkamer aan, gaf haar een aai over haar bol, een complimentje. ‘Ze hadden gezien hun leeftijd mijn ouders kunnen zijn. Ze zagen me voor wie ik ook was: dat meisje met talenten.’ 

Misschien, als we elkaar iets vaker zouden opvangen, als er iemand is die jou ziet, dan zou dat zelfs preventief kunnen werken, zouden minder mensen professionele hulp nodig hebben, denkt Astrid.

Geen leven is rimpelloos, wil ze maar zeggen. Uiteindelijk hebben we allemaal ons eigen ervaringsverhaal.

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.

Lees verder

God is het verhaal dat je jezelf vertelt Ik sprak met mensen van allerlei achtergronden over mijn twijfels over God. En ik leerde: de overtuigde gelovige is een meesterverteller, die zichzelf kan overtuigen. Maar vragen stellen bij religie zoals de generaties voor je het vormgaven, is óók geloven. Lees het verhaal hier