Waarom ik na negen mooie jaren vertrek bij De Correspondent
In 2022 stop ik bij De Correspondent. Ik heb mijn journalistieke dromen hier waargemaakt en ben trots dat we een duurzame organisatie met zestig collega’s hebben. Nu vind ik het tijd om een stap opzij te doen.
In de herfst van 2012 wist ik het even niet meer met de journalistiek. Mijn generatie van twintigers las nog maar een kwartier per week een dagblad en online was kwaliteitsjournalistiek nog schaars. Logisch, want het idee dat iemand voor een digitaal abonnement ging betalen leek sciencefiction. Daardoor was er weinig innovatie.
Tijdens een avondje piekeren opende ik mijn blog en schreef ik één keer op wat ik zou willen van een nieuwe krant. Met als steekwoorden ‘minder’, ‘twijfel’, ‘expliciet’, ‘open’, ‘gemak’, ‘bijdragen’, ‘context’, ‘hoop’ en ‘durf’. Ik klikte op ‘publiceren’ en ging slapen.
De volgende dag meteen Rob Wijnberg aan de telefoon.
‘Wij zitten volstrekt op één lijn’, zei hij.
In die tijd spraken we elkaar vaak over de toekomst van het vak. Ik werkte aan een journalistieke startup die gebruikers een eigen online bibliotheek liet bouwen. Rob aan een nieuw auteursplatform met de stevige werktitel De Vijfde Macht, en een huisstijl waar gifgroen en zwart een uniek huwelijk vormden.
Het begin van De Correspondent
Het grote verschil tussen Rob en mij was dat hij de branie had om te bedenken dat er misschien wel 15.000 mensen bereid zouden zijn om 60 euro te betalen voor een online journalistiek lidmaatschap. Dus toen hij een half jaar later 1,3 miljoen euro ophaalde met een crowdfundingcampagne, liet ik mijn project vallen en sloot ik me aan bij wat inmiddels De Correspondent heette en er dankzij ontwerpstudio Momkai prachtig uitzag.
Daar heb ik geen moment spijt van gehad. Eerst als uitgever, later als directeur, had ik de unieke kans om wat eerst slechts steekwoorden op papier waren om te zetten in een goedlopend journalistiek platform.
Inmiddels zijn we bij De Correspondent met zestig collega’s, hebben we ruim 71.000 leden en een boekenuitgeverij die vorig jaar 350.000 exemplaren verkocht. In 2020 realiseerden we op een omzet van 8,6 miljoen euro een nettowinst van 1,2 miljoen euro, die we volledig in de journalistiek investeren.
Ik had er in 2012 niet van kunnen dromen.
Een stap opzij
Nu, negen jaar later, is het tijd voor een nieuwe directeur die De Correspondent naar een nieuwe fase brengt.
Ten eerste omdat vrijwel alles wat in het blogpostje van weleer stond gelukt is.
Ten tweede omdat vanuit mijn rol de grootste uitdagingen voor De Correspondent nu niet in de journalistiek liggen, maar in onze volwassenwording als bedrijf. We kennen een aantal terugkerende problemen, zoals een te hoge werkdruk, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en onbedoeld veel informele besluitvorming en politiek. Die horen bij vrijwel elk jong bedrijf. En dat betekent gelukkig dat er ook veel mensen zijn die weten hoe je ze kunt oplossen.
Na deze opbouwfase vind ik het daarom tijd voor een nieuwe directeur. Iemand die ervaring heeft met het creëren van rust en duidelijkheid in een organisatie.
Tegen de tijd dat ik stop als bestuurder heb ik negen jaar lang aan De Correspondent gewerkt. Een kwart van mijn leven. De helft van mijn volwassen bestaan. Nine years well spent. Ik heb er ontzettend veel voldoening en plezier uitgehaald om met mijn – tot op het bot missiegedreven – collega’s te werken.
Ik heb elke dag van die negen jaar gelachen, en met sommigen van mijn collega’s gehuild. Het leiden van De Correspondent is het mooiste, meest betekenisvolle wat ik gedaan heb, en soms, zoals bij het sluiten van The Correspondent, het moeilijkste.
Ik vond het een luxe om als medeoprichter en directeur zo’n grote invloed te kunnen hebben op hoe we onze belangrijke journalistiek brengen en een organisatie met zestig heel getalenteerde mensen richting te geven.
Tegelijkertijd heb ik de verantwoordelijkheid die dat met zich meebracht als heel zwaar ervaren. Vooral in de moeilijke tijden had ik vrijwel geen ruimte om aan iets anders te denken dan aan mijn werk, en daar heb ik – en mijn gezin, waar ik dan even geen aandacht voor op kon brengen – soms onder geleden.
Wat ik af en toe ook heel lastig vind, is dat ik het liefst in één klap alle problemen die ik tegenkom zelfstandig zou willen oplossen. Maar dat kan natuurlijk niet. Dat gevoel van machteloosheid vond ik heel pittig. Het hoort allemaal bij de verantwoordelijkheid van deze baan, denk ik.
Wat er nu gaat gebeuren
Een stap opzij zetten vind ik moeilijk, want ik ben als medeoprichter vergroeid met De Correspondent. Het is eng om de verantwoordelijkheid aan een ander over te dragen. Maar ik doe het toch, omdat ik ervan overtuigd ben dat het zowel voor de organisatie als voor mezelf beter is. Het idee dat De Correspondent een passende directeur kan krijgen en dat ik zelf weer lekker kan experimenteren met kleinere projecten, en mijn kinderen uit school kan halen, geven me heel veel energie.
Samen met de raad van commissarissen van De Correspondent zoek ik de komende maanden naar mijn opvolger. Uiterlijk 1 maart 2022 hoop ik die te hebben ingewerkt en vertrek ik.
Daarna ga ik waarschijnlijk meer tijd besteden aan schrijven en interviewen. Deze zomer maakte ik bijvoorbeeld Jonge Jaren, een interviewreeks waarin ik beroemde makers over de jaren vóór hun publieke erkenning interview, en daar maak ik graag meer afleveringen van.
Ik ben enthousiast en optimistisch over de toekomst van De Correspondent. Ik heb er zo veel vertrouwen in dat ik mede daarom een stap opzij durf te doen.
Het belang van ledenjournalistiek
Mijn optimisme ontleen ik ook aan het feit dat het online journalistieke landschap er inmiddels totaal anders uitziet dan in 2012. In 2017 begonnen we met New York University een onderzoeksprogramma naar ledenjournalistiek: The Membership Puzzle Project. Daar is een handboek uit voortgekomen dat journalisten wereldwijd kunnen gebruiken voor het starten van onafhankelijke ledengedreven publicaties.
Ook in Nederland is het model in opmars. Ik heb er bijvoorbeeld enorm van genoten om te zien hoe een andere ledengedreven journalistieke publicatie – Follow the Money – naar 30.000 leden groeide en de ene na de andere scoop publiceert. Met De Correspondent erbij als contextgedreven medium is er sprake van een volwaardig journalistiek ecosysteem dat draait op de omzet van lezers.
Dat laatste vind ik zo belangrijk. Dat jullie, de leden en lezers, onze journalistiek financieel mogelijk maken. Het betekent dat we alleen maar jullie belangen centraal hoeven te stellen in onze bedrijfsvoering, niet die van adverteerders of investeerders.
Dat maakte het besturen van De Correspondent op momenten óók eenvoudig. Ik hoefde me alleen af te vragen: wat zouden de leden willen?
Ik hoop dat ik daar zo goed mogelijk antwoord op en gevolg aan heb kunnen geven.
Dank jullie wel voor negen prachtige jaren.