Gelijke kansen? Begin dan bij gelijkere uitkomsten
In landen met kleinere inkomensverschillen is meer sociale mobiliteit. Je zou ook kunnen zeggen: in die landen hebben mensen gelijkere kansen.
Dat zie je in deze grafiek, die bekendstaat als The Great Gatsby Curve.

Grote inkomensverschillen? Dan is het inkomen van je ouders bepalender voor je eigen inkomen. Kleine inkomensverschillen? Dan is ‘t precies andersom. Daar is een logische verklaring voor: als inkomensverschillen kleiner zijn, hoeven mensen hun geld (en status) ook niet zo hevig te verdedigen. Het is dan niet zo erg om een stapje terug te doen, wanneer een ander een stapje omhoog doet.
Vorige week schreef ik er een artikel over. Daarin betoog ik dat gelijke kansen niet beginnen bij beleid voor gelijke kansen, maar bij beleid voor gelijke uitkomsten.
Want beleid voor gelijke kansen heeft een naar bijeffect: het leidt tot diploma’s die minder waard worden (diploma-inflatie), meer onderwijs (onderwijsexpansie) en nieuwe ongelijke kansen.
Dat werkt als volgt:
Álle ouders willen het beste voor hun kind, dat kun je ze niet kwalijk nemen. Als meer mensen door gelijkekansenbeleid naar de universiteit gaan, wordt zo’n diploma relatief gezien minder waard (diploma-inflatie). Ouders uit hoogopgeleide gezinnen zien de voorsprong die hun kinderen voorheen hadden verdwijnen. Om die voorsprong toch te behouden, zoeken ze naar nieuwe manieren om zich te onderscheiden. De kansen van de een gaan immers altijd ten koste van de kansen van een ander.
Voor die hoogopgeleide ouders (of: voor hun kinderen) is een diploma aan ‘gewoon de universiteit’ niet goed genoeg meer. Hun kinderen gaan naar een university college, volgen een honoursprogramma, lopen stage in het buitenland en halen niet alleen een bachelor of master maar doen een PhD. Meer onderwijs dus: onderwijsexpansie, die leidt tot nieuwe ongelijke kansen.
Bovendien kun je die gelijke kansen zien als een rechtvaardiging van ongelijke uitkomsten. Want als iedereen gelijke kansen heeft, als de competitie eerlijk is, dan zijn de uitkomsten toch rechtvaardig?
Deze boeken ben ik aan het lezen
Ik heb een leesweek, waarin ik me door de stapel boeken heen probeer te werken die zich al een paar weken tegen een poot van m’n bureau opstapelt.

Deze boeken hoop ik eind volgende week uit te hebben:
Die ene leerling (Rik Kuiper) – Vorige week tipte ik deze bundel van Volkskrant-journalist Rik Kuiper. Leraren vertellen in de bundel over ‘die ene leerling’ die hen anders deed kijken naar hun vak. Stuk voor stuk laten de verhalen zien wat er komt kijken bij lesgeven. Hoe menselijk het leraarsvak is, en hoe persoonlijk het kan worden. Om elke dag een stukje uit te lezen.
De onderwijsfamilie (Jeroen Dijsselbloem) – Jeroen Dijsselbloem leidde de parlementaire enquete onderwijsvernieuwingen in 2008, waar in het onderwijsdebat nog vaak verwezen wordt. In dit boek schetst Dijsselbloem veranderingen in het Nederlandse onderwijs aan de hand van de verhalen van alle leraren in zijn familie. Collega Economie Jesse Frederik raadde het me aan, omdat hij het helemaal geen gek boekje vond.
Het slimme onbewuste (Ap Dijksterhuis) – Ik haalde in een artikel laatst het boek De tweede berg van David Brooks aan. Daarin schrijft hij dat we ‘het denkende brein’ overwaarderen, en dat dat slechts het op twee na belangrijkste deel is van ons bewustzijn: belangrijker zijn ‘het hart’ en ‘de ziel’. Ik schreef toen: ‘Het is van een Amerikaans christenconservatisme waar ik jeuk van krijg, het voelt allemaal zo onwetenschappelijk, maar misschien komt dat wel doordat ook ik opgroeide van rapport naar rapport. Heeft Brooks een punt?’
Misschien dat dit boek van hoogleraar psychologie van het onbewuste Ap Dijksterhuis me verder kan brengen.
Tweewekelijkse Tip van de Week
Maar het boek dat ik je echt aan wil raden is The Aristocracy of Talent van journalist (The Economist) en historicus Adrian Wooldridge.
Over de meritocratie, het ideaal waarin talent en inzet je maatschappelijke positie zouden moeten bepalen, is de laatste tijd veel geschreven – en vaak kritisch. Wooldridge voegt veel toe aan dat publieke debat, omdat zijn boek zowel een geschiedenis van dat ideaal is als een verdediging ervan.
En, niet geheel onbelangrijk: het is heerlijk geschreven. Daar hou ik het voor nu bij, want ik wil het boek binnenkort uitgebreid bespreken in een artikel. Ik zal jullie op de hoogte houden.
Tot zover, met groet!
Johannes
P.S. Hier moest ik heel hard om lachen.
P.P.S. Mo is gecastreerd en Kat gesteriliseerd, dus zij krijgen deze nieuwsbrief vrij.