Vandaag is het de Dag van de Leraar. De Leraar van het jaar wordt gekozen, op de bijbehorende worden leerlingen aangespoord ‘bedankappels’ te maken en ‘Top Talent Tulpen’ te kopen voor hun docenten en morgen (op een werkdag, ja) vindt het Lerarencongres plaats. Voor de meeste docenten komt het erop neer dat er vandaag een schaal gevulde koeken in de lerarenkamer staat.

Een goede dag dus.

De docent wordt in het zonnetje gezet om zo de status van de de beroepsgroep te verbeteren. In aanloop naar de dag presenteerde het ministerie op 4 oktober al de een actieplan voor de leraar. In de samenvatting van die agenda staat op de site van de rijksoverheid te lezen: ‘Het leraarschap is één van de belangrijkste beroepen. Een echt vak apart. Daarbij hoort een sterke beroepsgroep met aanzien.’ De docent moet dus meer aanzien krijgen.

Op 3 oktober, een dag eerder dus, publiceerde de Varkey GEMS Foundation de , waarin de 21 deelnemende landen gerangschikt zijn op de status die de docent in het land geniet. In de inleiding van de GTSI noemt onderwijsondernemer Sunny Varkey, het brein achter de index, de aanleiding voor het onderzoek:

"Sadly, times have changed. In many countries teachers no longer retain the elevated status that they used to enjoy. Consequently, its effects are profoundly damaging to the life chances of the next generation. If teachers aren’t respected in society, children won’t listen to them in class, parents won’t reinforce the messages that are coming from school and the most talented graduates will continue to disregard teaching as a profession. Over time, this declining respect for teachers will weaken teaching, weaken learning, damage the learning opportunities for millions and ultimately weaken societies around the world."

Varkey veronderstelt dus een verband tussen de status van de leraar en de kwaliteit van onderwijs. Dat verband legt hij bovendien eenzijdig: een lage status leidt tot slechter onderwijs, slecht onderwijs niet tot een lagere status. 

Maar is dat wel zo? Terug naar die index. Op een aantal manieren werd de status van de docent gemeten. Zo werd respondenten gevraagd de status van de leraar te rangschikken in een lijst met andere beroepen. Daarnaast moesten de respondenten aangeven met welk beroep zij het leraarschap vergelijkbaar vonden. Tot slot werd gevraagd of zij dachten dat leerlingen in hun land de leraar respecteren. Het leverde de volgende grafiek op:

Teacher Status Index. Bron: Varkey GEMS Foundation

Wat blijkt? Nederlandse docenten genieten, op hun Griekse collega’s na, de hoogste status van Europa. Finland valt tegen, terwijl dat land volgens al jaren het beste onderwijs van Europa heeft - en ook het beeld dat de Finse leraar veel aanzien heeft, is wijdverbreid. De Finse onderwijsguru Pasi Sahlberg zei in een eens: "In Finland, everybody wants to marry a teacher." Maar afgaand op de GTSI eindigt moet de Finse leraar eindeloos speeddaten om een partner te vinden.

Het wordt interessanter wanneer we de gemeten status van de docent en de PISA-score van een land in dezelfde grafiek zien staan.

Teacher Status Index en PISA-score.

De belangrijkste conclusie: er is geen correlatie tussen de PISA-score van een land en de status van de docent. Oftewel: er is geen correlatie tussen de status van de docent en de kwaliteit van het onderwijs. In Japan en Finland heeft de docent weinig status, terwijl Japanse en Finse leerlingen het goed doen in het PISA-onderzoek. De Turkse en Griekse docent genieten veel status, maar Turkse en Griekse leerlingen scoren juist zwak. 

Het onderzoek schoffelt de veronderstelling in de aanname, dat een hogere status leidt tot beter onderwijs, dus hard onderuit. Een hogere status zou daarom ook nooit het doel moeten zijn van onderwijsplannen, zoals in de lerarenagenda wel het geval is. Kwaliteit moet voorop staan. Wat die kwaliteit precies inhoudt, en wat de meerwaarde van de leraar daarin kan zijn, zal ik komende week in een groot stuk aan de orde stellen. Het woord status zal ik ongebruikt laten.