Dit meesterlijke boek laat zien waar een ziekelijk verlangen naar gezondheid toe leidt
Bij surveillance denken we al snel aan toezicht, ingegeven door een obsessie met terrorisme en veiligheid. Maar het kan evengoed voortkomen uit de wens de gezondheid en het welzijn van burgers te dienen. Aflevering 5 in de reeks boeken en films die de verschillende aspecten van surveillance in beeld brengen: Corpus Delicti van Juli Zeh.
‘Hier stinkt niets meer.’ Het beloofde land dat Juli Zeh (1974) schetst in haar roman Corpus Delicti (2009) doet denken aan de zoete toekomstvisioenen van duurzaamheidsbeweging Urgenda. Snelwegen bestaan louter nog in openluchtmusea, fabrieken zijn cultuurcentra geworden, steden groene oases. ‘Hier is een tot rust gekomen mensheid gestopt de natuur en daarmee zichzelf te bestrijden,’ schrijft Zeh.
Ergens in het midden van de eenentwintigste eeuw heeft vadertje staat in de dystopische samenleving die de Duitse schrijfster schetst De Methode ontwikkeld. Toepassing ervan is goed voor een ‘storingvrij’ leven, ‘vrij van pijn en lijden.’ De denker des vaderlands, Heinrich Kramer, heeft de filosofie achter deze Methode uitgewerkt in Gezondheid als principe van staatslegitimatie. De kerngedachte: het is onze biologische levensdrang lang en gezond te willen leven. Daarmee is gezondheid ook het natuurlijke doel van de maatschappij, het recht en de politiek.
Voor wat hoort wat. Om de paradijselijke toestand van een leven zonder lijden te bereiken, moet de burger netjes slaap- en eetverslagen indienen, afzien van overtredingen als een te hoge bloedwaarde inzake cafeïne, voldoen aan de activiteitenverplichtingen op de hometrainer en het ‘hygiënegebied’ niet verlaten.
De broek in de sokken, de helm op het hoofd
Een absurd toekomstvisioen of maar een paar treetjes hoger op de gezondheidsladder die we al lang aan het beklimmen zijn? Vermoedelijk het laatste. We vinden het immers doodgewoon dat de overheid maatregelen neemt om te zorgen dat we onze gezondheid niet schaden. Zoals de verplichting een veiligheidsgordel om te doen in de auto. Of de waarschuwing ‘Roken is dodelijk’ op het sigarettenpakje.
Toen er onlangs een dode viel bij een hardloopevenement pleitten medici voor een verplichte screening voor alle sporters. Wie het bos in trekt, kan volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maar beter de lange broek in de sokken stoppen om tekenbeten te voorkomen. En wie jonge kinderen in ‘t Gooi zonder fietshelm laat rondfietsen, geldt tegenwoordig als ontaarde ouder.
Niet voor niets heet de krant in Zehs samenleving Het gezonde verstand. Als je verstandig bent, wil je toch niet sterven aan longkanker? Het is toch logisch dat je voorkomt dat de tere schedel van je dochter op het asfalt stukslaat? Het is toch een feit dat 30 procent van de teken besmet is met de lymebacterie? De staat, de belichaming van het gezonde verstand, zorgt er gewoon voor dat je doet wat goed voor je is.
Uw mama is de Methode
Zeker is Corpus Delicti een ideeënroman. Maar daarmee is allerminst gezegd dat de personages in het boek lichaamloze vehikels zijn voor de punten die de auteur wil maken. Zeh wordt niet voor niets gezien als een van Duitslands belangrijkste schrijvers. Ze is niet alleen een jurist die ideeën als een scherprechter tegen het licht kan houden, ze is ook een humanist met een magistraal gevoel voor menselijke drijfveren. Lees, om daarvan overtuigd te raken, vooral ook haar jongste roman Nultijd (2013).
Uw mama is De Methode, en u siddert van verlangen om de beste plaats aan haar borst te veroveren
Het hoofdpersonage van Corpus Delicti is Mia Holl, een bioloog wier geloof in De Methode aan het wankelen raakt wanneer haar geliefde broer in de gevangenis zelfmoord pleegt nadat hij veroordeeld is voor een misdaad die hij ontkent te hebben begaan. Haar tegenstrever is goeroe Heinrich Kramer. Met zijn tweeën vechten ze tegelijkertijd een prachtige ideeënstrijd en een intrigerend spel van aantrekking en afstoting uit.
Holl is Kramer emotioneel en geestelijk de baas. Prachtig is haar observatie: ‘De fanaticus klampt zich vast aan een idee als een kind aan de rok van zijn moeder.’ Kramer werpt ze toe: ‘Uw mama is De Methode, en u siddert van verlangen om de beste plaats aan haar borst te veroveren.’ Op dat moment verliest hij zijn gebruikelijke zelfverzekerdheid. Maar zoals in het echte leven, zegevieren niet zij met de zuiverste ziel maar zij die het meeste macht hebben.
De aanslag op de vrijheid
In hetzelfde jaar als Corpus Delicti liet Zeh ook het samen met collega-auteur Ilija Trojanow geschreven pamflet ‘?Aanslag op de vrijheid’ het licht zien. Daarin verzetten ze zich tegen het idee dat de staat onze vader en beschermheer is, die moet weten waar zijn kinderen mee bezig zijn en dat we daar niet bang voor moeten zijn als we niets te verbergen hebben. De fanatieke wijze waarop de staat data verzamelt en toezicht houdt, schetsen ze als een aanslag op de vrijheid die de democratie fundamenteel bedreigt.
Dat is een verhaal dat we intussen goed kennen. Daarom is Corpus Delicti eigenlijk veel verrassender. Bij surveillance denken we al snel aan een overheid die ons in de gaten houdt om te voorkomen dat we terroristische plannetjes smeden. De discussie spitst zich dan ook vaak toe op de belangenafweging tussen privacy en terrorismebestrijding. In haar roman laat Juli Zeh zien dat ook het verlangen naar gezondheid kan leiden tot een controlestaat waaraan we ons zonder reserve overleveren vanuit het idee dat ze in ons eigen belang handelt.