Woensdag presenteerde kabinet-Rutte IV het regeerakkoord, met de pleonastische titel ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ (of is het toch een contaminatie?).

Je kunt dat akkoord lezen. Ik las de paragrafen over primair en voortgezet onderwijs, en deel mijn gedachten met je.

1) Wat je tussen de regels door kunt lezen: privatisering

De regering wil kinderopvang op termijn (bijna) gratis maken, zodat het voor ouders gemakkelijker wordt om beiden te werken. Bovendien zou het geld voor die gratis opvang niet via een toeslag aan ouders bij de opvang terecht moeten komen, maar rechtstreeks naar kinderopvangcentra moeten gaan.

Dat is iets om in de gaten te houden, want er is een groot verschil tussen de kinderopvang en het meeste onderwijs in Nederland: dat onderwijs is publiek en mag geen winst maken, die kinderopvang is geprivatiseerd en mag wel winst maken. Met gratis kinderopvang gaat belastinggeld dus rechtstreeks naar private partijen (en dat zou de kosten weleens flink op kunnen drijven). Ook wil de regering de relatie tussen opvang en onderwijs versterken. Dat is een verdere vermenging van publiek en privaat.

Die verdere privatisering kan ook het gevolg zijn van andere investeringen die het kabinet in onderwijs wil doen. Want zolang er sprake is van een lerarentekort, vloeit extra geld al snel weg in de zakken van private partijen. Dat is nu aan het gebeuren met de 8,5 miljard die beschikbaar is gesteld om corona-achterstanden weg te werken.

Ook interessant om te volgen: het ministerie wil een Digitale School voor leerlingen die noodgedwongen thuiszitten. Ik ben benieuwd of die school publiek of privaat gerund gaat worden.

2) Wat je ook tussen de regels door kunt lezen: ontschotting

Iets anders wat me opviel: schoolbesturen worden nauwelijks genoemd. Er staat in het akkoord alleen dat bestuurders in de toekomst onder dezelfde cao als leraren zullen vallen.

Wel lijkt het erop dat het ministerie zelf meer wil gaan sturen op de kwaliteit van onderwijs. Ook de positie van schoolleiders zou versterkt moeten worden. Extra investeringen zouden rechtstreeks naar scholen moeten gaan.

Hebben schoolbestuurders de komende vier jaar nog wel iets te doen?

In het verlengde daarvan: de regering wil, zoals ik al schreef, de relatie tussen opvang en onderwijs versterken. Ook wil ze de overgang van primair naar voortgezet onderwijs versoepelen door ‘brede brugklassen’ te stimuleren. En leraren in het primair en voortgezet onderwijs (en bestuurders) zullen in de toekomst onder dezelfde cao vallen, als het aan de regering ligt. Oftewel: de schotten tussen kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs verdwijnen. Ik denk dat dat een wenselijke ontwikkeling is.

Wel iets om op te letten. Die brede brugklas mét aandacht voor verschillen in vaardigheden en talenten tussen kinderen, betekent in de praktijk wel: meer werkdruk voor leraren. Dat zou weleens de maatregel kunnen zijn die de meeste invloed heeft op de werkvloer.

De regering verwaarloost het onderwijs structureel. En dat is precies de bedoeling

Over die privatisering publiceerde ik vorige week een column. Je kunt voor of tegen die privatisering zijn, concludeerde ik, maar het zou fijn zijn als voorstanders van privatisering daarvoor uit zouden komen.

Teasen, teasen, teasen:

‘Nu ben ik zelf geen voorstander van privatisering van het onderwijs, maar een debat is moeilijk te voeren als degene die iets anders vindt niet terugpraat.

En waarom zou diegene zich ook uitspreken? Alles gaat precies volgens plan, maar niemand heeft door dat het zijn plan is en dus kan hij er niet op aangesproken worden. Een openlijk debat over publiek of geprivatiseerd onderwijs zou alleen maar in zijn nadeel werken. Dán zouden mensen weleens kunnen inzien dat privatisering geen onontkoombare ontwikkeling is, maar een politieke keuze.’

De hele column kun je lezen.

Tweewekelijkse Tip van de Week

Ieder jaar constateert de Onderwijsinspectie hetzelfde: kinderen van lageropgeleide ouders krijgen vaker een lager schooladvies dan kinderen van hogeropgeleide ouders, ook als ze dezelfde score op de eindtoets hebben. 

Kansenongelijkheid!

De oorzaak die vaak wordt aangewezen: leraren zullen wel bevooroordeeld zijn. Ze hebben verschillende verwachtingen van kinderen uit verschillende sociale milieus.

Maar, zegt econoom Thomas van Huizen van de Universiteit Utrecht, de vraag is of er op die schooladviezen nu zo veel te winnen is als het om kansengelijkheid gaat. Want, zo onderzocht hij: we overschatten de kansenongelijkheid ontstaan door schooladviezen.

Naast bevooroordeelde leraren, zijn er namelijk ook andere verklaringen voor dat patroon van hogere adviezen voor kinderen van hogeropgeleide ouders. Een verklaring waar je vrijwel nooit iemand over hoort: dat er sprake is van een meetfout.

Ik sprak Thomas van Huizen er vorige week twee keer over en ben dat interview nu aan het uitwerken.

Tot zover, met groet!

Johannes

P.S. moest ik heel hard om lachen.

P.P.S. Deze nieuwsbrief komt weer een keertje op vrijdag, want komende drie weken heb ik vakantie. Fijne dagen en tot in het nieuwe jaar!