Het gaat niet goed met de Nederlandse flora en fauna, en afgelopen jaar bracht geen verandering. Stikstofvervuiling, klimaatopwarming, virussen, gif, ploeg-, boor- en graafmachines. We maken het de dieren, planten en al het andere leven dat wij ‘natuur’ noemen, niet makkelijk.

Daar kan ik een ongezellig humeur van krijgen. En dan is het ook nog Kerstmis. Met familie aan tafel om precies dat te doen wat al dat leed veroorzaakt: ingepakte rotzooi uitwisselen, dan de broekriem op de vreethaak en schuiven maar.

Voor wie eenmaal denkt aan de talloze levende wezens in ecosystemen die daarvoor de prijs betalen, kan het feest nogal tegenstrijdig voelen. Een feestvergallende gedachte die tegen wil en dank in me opkomt: geven wij mensen eigenlijk wel om de natuur?

Maar toen ik eens serieus bij die vraag stilstond resulteerde dat in een onverwachte conclusie. Jazeker wel!

Mensen houden heel veel van de natuur, ook in Nederland. Dat er zo veel verloren gaat, komt niet door een gebrek aan liefde. Integendeel: juist door al die liefde is er nog zo veel. Het gaat niet de goede kant op met de natuur, zeker niet hier, maar in onze liefde ervoor schuilt de motivatie om het tij te keren.

Dus is het tijd om te vieren wat we wél hebben. En welk feest leent zich daar nu beter voor dan het feest waarbij je pontificaal een boom in de huiskamer zet?

Nederland is natuur

Natuurbescherming, dat is Nederland op zijn kleinst. Zo lijkt het in elk geval als je het nieuws volgt. De Gelderlander: ‘Al bijna 2 ton uitgegeven aan tunneltjes, toch weer 55 zandhagedissen RTV Oost: ’Opnieuw korhoen op Sallandse Heuvelrug Nu.nl: ‘Nederland zoekt mee naar bedreigde vlinder na maaien Limburgse

Alsof die vogel, een vlinder en een handvol hagedissen de laatste wilde dieren van Nederland zijn. Dat is niet zo, het natuurbeleid op de vierkante centimeter vertroebelt het zicht. Zoom je uit, dan zie je dat Nederland de grootste rivierdelta van West-Europa is. En net als in de andere grote rivierdelta’s wereldwijd, betekent dat een explosie van natuurlijke rijkdom.

Dat al deze natuur nog bestaat, komt omdat wij het nog niet kapotgemaakt hebben. En dat is niet omdat we dat niet kúnnen

Bijna heel Nederland is in feite onderdeel van de Rijndelta. Die machtige rivier mondt hier via allerlei zijarmen uit in de Noordzee, via de grootste droogvallende zee ter wereld, de Waddenzee. Daarvoor ligt het langste aaneengesloten duingebied van Die duinen scheiden de zee af van een doolhof van zoet water tussen klei, zand en veen dat bijkans explodeert van het leven in en op de grond. Miljoenen trekvogels uit Afrika en Siberië kiezen daarom Nederland uit om te overwinteren of te broeden, of als tankstation onderweg naar elders. Vissen komen vanuit de hele Atlantische oceaan hierheen om op te groeien, of juist te paaien.

Dat dit alles er nog is, komt omdat wij het nog niet kapotgemaakt hebben. En dat is niet omdat we dat niet kunnen (daarvoor is de bewijslast helaas overdonderend), maar omdat we dat niet wíllen.

Rode wouw vliegend over Gelderse weilanden © Getty Images
Getijdegeulen in het Waddengebied, gevormd door de eeuwige cyclus van eb en vloed, vanuit een drone © Getty Images

Wat is natuur?

We houden van natuur. Het enige probleem is: we uiten het allemaal anders. Wil de een het liefst een truitje breien voor elke kat, de ander wil de halve aardbol van mensen ontdoen. 

Soms zijn die verlangens tegenstrijdig. Zoals in de Oostvaardersplassen, waar in 2018 de strijd hoog opliep om het bijvoeren van hongerige paarden en herten. Sommige mensen vonden het dierenleed om de dieren aan hun lot over te laten, anderen vonden juist weer dat het erbij hoort. Ze dachten dus verschillend over natuur. Maar wat als een paal boven water stond: beide kampen handelden uit liefde voor de natuur.

Ik kwam tot dezelfde conclusie toen ik begin dit jaar in de partijprogramma’s dook voor de Tweede Kamerverkiezingen. Van tevoren dacht ik dat de meeste partijen niets over natuur zouden zeggen, maar ik zat verkeerd. Alle partijen geven om ‘de buren’, en bijna allemaal beschrijven ze dat expliciet in hun partijprogramma.

Maar de partijen verschillen als dag en nacht in de redenen om van natuur te houden. De VVD heeft in zijn oren geknoopt wat de belangrijkste omgevingsfactoren zijn waarvoor huizenkopers graag extra geld neerleggen: minder mensen, meer De PVV maakt zich hard voor betere zorg voor honden en katten, de ChristenUnie benadrukt onze taak als rentmeester van de schepping, en de Partij voor de Dieren heeft het over de mens als onderdeel van het ecosysteem.

De verschillende natuurvisies in de partijprogramma’s, dat is politiek in optima forma. Ze reflecteren hoe er binnen één maatschappij toch heel verschillende ideeën bestaan over wat natuur is. En dankzij de partijpolitiek is het tóch, ondanks die verschillen, gelukt om samen een gedeelde natuurliefde te verankeren in de wet.

Het wetboek is gestolde natuurliefde

Je hoort vaak dat dieren geen rechten hebben. En dat klopt, dieren – laat staan planten of schimmels – hebben geen individuele rechten zoals mensen. Maar dat betekent niet dat de natuur vogelvrij is.

In de bouw worden jaarlijks vele miljoenen uitgegeven om rugstreeppadden, oeverzwaluwen en andere bedreigde wezens te sparen

Integendeel: onze natuurliefde is keihard en ondubbelzinnig verankerd in de wet. Wilde bloemen of paddenstoelen plukken, vlinders vangen, broedende vogels verstoren, het is in veel gevallen In de bouw worden jaarlijks vele miljoenen uitgegeven om rugstreeppadden, oeverzwaluwen en andere bedreigde wezens te sparen. Boeren zijn strafbaar als ze geen moeite doen om gruttonesten te ontwijken.

De belangrijkste wetten die daarvoor zorgen, zijn de Europese Vogelrichtlijn (uit 1972) en Habitatrichtlijn (opgesteld in 1992). Die zijn bedoeld om de natuurlijke biodiversiteit in Europa in stand te houden en gaan boven de wetten van individuele lidstaten. Ze verzekeren het voortbestaan van de belangrijkste natuurgebieden (de Natura 2000-gebieden), en ze bepalen ook dat je niet zomaar een gebouw of een boom mag neerhalen als dat gevolgen heeft voor kwetsbare dier- of plantensoorten.

De strenge Europese richtlijnen worden weleens geframed als onhandige spinsels van het Brusselse monster, die economische ontwikkeling maar in de weg staan. Maar het tegendeel is waar. Deze wetten zijn in het volle bewustzijn en met overtuiging van alle lidstaten getekend. Ook in opdracht en met instemming van de Nederlandse regering. De meerderheid wil dit. 

Zelfs in de stikstofcrisis schuilt hoop

Die wettelijk gestolde liefde heeft soms ingrijpende consequenties. De stikstofcrisis – althans het feit dat onze regering het nu een crisis noemt en er vele miljarden voor uittrekt – was er niet geweest zonder de vogel- en habitatrichtlijnen. Landbouw, industrie en verkeer stoten samen te veel stikstof uit. Dat verspreidt zich als een deken over Nederland, en regent langzaam weer neer. Daar kan veel Nederlandse natuur niet tegen. Bijzondere planten die specifiek zijn voor de Nederlandse graslanden en duin-, heide- en veengebieden verdwijnen. Het zorgt ook voor een gebrek aan kalk in de bodem, waardoor vogels minder eieren leggen en kuikens door hun pootjes

De rechter legde het stikstofbeleid tegen de Habitatrichtlijn, zag dat het er niet mee strookte, en verklaarde het nietig. Bonk, zei de hamer.

Daarom mogen we nu nog maar honderd kilometer per uur rijden. Daarom ligt de bouw nog steeds op zijn gat, en daarom mogen biomassacentrales niet uitbreiden. Daarom hangt ons nu een megalomane reorganisatie van de Nederlandse veeteelt boven het hoofd.

De regering komt hiervoor nu met tientallen miljarden over de Hoe die ook besteed worden, ze zijn bedoeld ter bescherming van de dieren en planten die al duizenden jaren ons land bevolken.

Dat vergt opofferingen. Sommige mensen gaan hun baan kwijtraken als de vlees- en zuivelindustrie moet krimpen. Maar met die grote investeringen moet dat lukken zonder dat iemand eraan onderdoor hoeft te gaan. We kunnen dit, en gezamenlijk willen we dit.

Torenvalk vliegend door de Nederlandse lucht (locatie onbekend) © Getty Images

De Waddenzee is er nog

Hetzelfde geldt voor het behoud van by far ons grootste en internationaal belangrijkste natuurgebied, de Waddenzee. Die wordt al eeuwenlang bedreigd door landhonger, bouwwoede en consumptiedrift, maar ze is er nog steeds. Zwaar verminkt, dat wel. Door het afsnijden van de gehele door het inpolderen van de meeste en door het wegvissen van oude oester- en mosselbedden. Maar de bottomline: ze is er nog. 

De Waddenzee is al duizenden jaren een tankstation voor miljoenen trekvogels van de hele West-Atlantische vliegroute. Van Alaska tot Nova Zembla komen ze hierheen, en van de hele Afrikaanse kust tot in het puntje van Zuid-Afrika. Zonder de Waddenzee zou niet alleen Nederland, maar een flink deel van de wereld stiller zijn.

Elk jaar worden er bedreigingen afgeslagen. Ook nu weer. Begin dit jaar besloot minister Eric Wiebes (VVD) vlak voor zijn aftreden als minister van Economische Zaken om een stroomkabel van een windpark dwars door het kwetsbaarste wad te leggen. Gedetailleerd onderzoek naar de mogelijke effecten zou later wel komen. Niet zo fraai, en mensen kwamen dan ook massaal in opstand.

De Waddenzee wordt non-stop bedreigd, maar ze ondervindt ook een continue stroom aan bescherming.

Gemeenteraden kwamen in actie, particulier gefinancierde natuurorganisaties trokken aan de bel, Kamervragen werden gesteld, de staatssecretaris dacht goed na, en binnen een jaar is het besluit Er komt eerst meer onderzoek naar de gevolgen voor de natuur.

Onze natuurliefde overwint. De Waddenzee wordt non-stop bedreigd, maar ze ondervindt ook een continue stroom aan bescherming. En omdat die via het wetboek kan worden afgedwongen, is de Waddennatuur er nog steeds. 

Reden voor een feestje

Op vakantie en in het weekend doen de meeste mensen niets liever dan genieten van de natuur. Alleen al de Kennemerduinen, een voor Nederlandse begrippen middelgroot natuurgebied in Noord-Holland, ontvangen jaarlijks meer dan twee keer zoveel bezoekers als de Johan Cruijff ArenA – zo’n Alle natuurgebieden bij elkaar trekken meer bezoekers dan welke andere vorm van recreatie dan ook. En de afgelopen twee zware jaren helemaal: de natuur bleek hét medicijn tegen de lockdown-blues.

Die liefde uit zich ook in harde pegels. Er wordt jaarlijks ongeveer uitgegeven aan de Nederlandse natuurgebieden, en maar liefst de helft daarvan komt van particuliere organisaties. Grotendeels is dat onderhoud, maar er wordt ook ruimte gemaakt voor natuur die in de verdrukking is gekomen door de mens.

In de Deurnsche Peel in Brabant bijvoorbeeld, waar een van de laatste hoogvenen, een soort megasponzen van veenmos tot wel acht meter hoog, voor 22 miljoen euro in ere wordt hersteld. Een inwoner van Helenaveen verzuchtte tegen ‘En dat allemaal voor veenmos, een plantje dat twee millimeter per jaar groeit.’

Inderdaad. Is het niet wonderlijk dat mensen 22 miljoen euro reserveren om ruimte te geven aan een onooglijk plantje? Mos nota bene, een primitief organisme zonder wortels, bladeren, laat staan bloemen. We doen dat simpelweg omdat we het graag willen behouden. Dat er op de lange termijn ook voor ons voordelen aan zitten, is

Ik heb me vergist

De mens is tot vreselijke dingen in staat, maar een volk dat mos redt kun je geen natuurhaat verwijten. En denk niet dat de tegenstanders van het plan voor de Deurnsche Peel, zoals de geciteerde Helenavener, niet van natuur houden. Integendeel: zij protesteren omdat het veenherstel ten koste gaat van een bos. Dat wordt namelijk door Staatsbosbeheer gekapt om het veenmos een kans te geven. De bewoners zijn boos omdat ze de natuur willen beschermen die er al was.

De mens is tot vreselijke dingen in staat, maar een volk dat mos redt kun je geen natuurhaat verwijten

Er wordt mij regelmatig gevraagd: waarom is het erg als de ijsbeer uitsterft? Wat is het probleem als de grutto uit Nederland verdwijnt? Waarop ik dan probeer uit te leggen wat ik zo mooi vind aan natuur. En dat maakt me dan pessimistisch, omdat ik merk dat mijn gestamel niet erg overtuigend klinkt.

Maar ik denk dat ik me heb vergist. Er werd mij niet gevraagd of natuur belangrijk is, maar waarom. En dat weet ik zelf eigenlijk ook niet – zoals ik ook niet weet waarom ik verliefd op iemand ben (vandaar dat stamelen). Misschien stellen mensen die vraag niet omdat ze geen natuurliefde hebben, maar juist omdat ze zich afvragen waar hun natuurliefde vandaan komt. Goeie vraag.

Wij zijn liefdevolle dieren

Mijn buurman nodigt me uit voor een glas glühwein. Meteen bij binnenkomst zie ik de gigantische kerstboom naast de tv. Een afgezaagde fijnspar, waarschijnlijk afkomstig van een akker in Drenthe. Verwend met kunstmest en pesticiden, waardoor hij zo vol, groen en symmetrisch werd als je ze in een natuurlijk bos niet snel zult vinden. Zes of zeven jaar heeft hij gegroeid. Totdat hij zijn levensdoel mocht gaan vervullen: drie weken lang te worden opgebaard in een huiskamer, afgeladen met lichtjes en ballen.

De buurman glundert. ‘Mooi, hè?’ Ik knik. Instemmend, want inderdaad. Wat is het mooi dat mijn stokoude buurman, die eenzame gepensioneerde elektricien, die misschien wel nooit in een bos is geweest, die bij het woord natuurfilm niet aan David Attenborough denkt maar aan erotische videobanden, dat die man mij nu uitnodigt om een boom te komen bewonderen. Wat zijn mensen toch liefdevolle dieren.

Oisterwijk, Noord Brabant © Getty Images

Meer lezen?

nog niet definitief De natuur. Wat boeit het? Herfst in Noord-Italië, gouden uur op de kliffen van Normandië, zeesaffieren die glitteren in zee – we waarderen de natuur vooral om haar schoonheid. Waar geven we nog meer om? En waarom? Lees het artikel van Tamar hier

En voor onder de boom:

Foto van een woonkamer bij nacht. Boven de eettafel hangen twee glow in the dark lampen. Vijf cadeautips ter bevordering van de natuurwaardering bij kids (8-99 jaar) Soms lijkt het alsof we natuurliefde alleen serieus nemen in termen van nut. Dus hier voor in de schoen of onder de boom: vijf biofilie-verhogende presentjes. Lees hier de tips