Zuivel is ernstig dierenleed. Van de rechter mag je dat niet zeggen, maar sue me

Rutger Bregman
Correspondent Vooruitgang

Waar zijn de ridders van het vrije woord als je ze nodig hebt? 

Ik heb het over de zaak die de stichting Dier&Recht dinsdag verloor bij het gerechtshof van Amsterdam. Een zaak die vooralsnog weinig media-aandacht kreeg – ook al gebeurde hier iets ongelofelijks. 

Het dierenleed dat zuivel heet

Wat wil het geval? Afgelopen zomer voerde Dier&Recht campagne onder de naam ‘Stoppen met Zuivel’. De stichting wees op een ongemakkelijke, maar onomstotelijke waarheid: de productie van melk, kaas, kwark, yoghurt en andere zuivelproducten gaat gepaard met ernstig dierenleed. 

Dier&Recht hing drie verschillende posters op in zeven grote steden, en op een van die posters stond de boodschap: ‘Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed’ en ‘Kalfjes worden direct na geboorte weggehaald bij hun moeder’. 

We hebben het hier over wetenschappelijk vastgestelde feiten. Kalfjes worden direct na hun geboorte weggehaald bij hun moeder. in 2020 de hoogste ‘ongeriefscore’ (lees: hoe erg de dieren lijden) aan het scheiden van koe en kalf. Koeien zijn immers zoogdieren, net als wij, en de band tussen moeder en kind is voor zoogdieren cruciaal. 

En dan rept de poster nog niet eens over het verdere leven van de kalfjes. Bedenk: om melk te geven moeten koeien zwanger worden gemaakt. Ze bevallen dan ook ieder jaar van een kalf. De helft van die kalveren bestaat uit stiertjes, en stiertjes kunnen geen melk geven. Die zijn dus nutteloos voor de zuivelindustrie. En de vrouwtjes (die ‘vaarsjes’ worden genoemd) zijn niet allemaal nodig om de oudere melkkoeien te vervangen. 

Het gevolg: ongeveer 70 procent van de kalfjes wordt verkocht aan de vleeskalverhouderij. Dit feit is onlosmakelijk verbonden met de productie van zuivel. Zelfs als je vegetariër bent, waarvoor hulde, dan nóg draagt je zuivelconsumptie eraan bij dat miljoenen vleeskalveren worden vetgemest en naar het slachthuis gaan. Zij zijn het restproduct van de zuivelindustrie. 

Het is geen geheim dat het leven van vleeskalveren afschuwelijk is. Wetenschappers kennen ook hoge ‘ongeriefscores’ toe voor hun angst tijdens het transport en de betonnen of hardhouten vloeren waarop ze worden gehouden. De piepjonge kalfjes staan in de eerste weken alleen in een zogenoemde ‘eenlingbox’, oftewel een kooi. De wettelijk vereiste lengte van zo’n eenlingbox is

In hun kooi krijgen de kalveren twee keer per dag voer en een emmertje kunstmelk (de moedermelk wordt immers verkocht voor menselijke consumptie). En nee, zo’n kalf huppelt nooit in de wei, en eet ook nooit gras. Na zes weken gaan de dieren naar een hok met vijf andere kalveren. Daar leven ze op een harde, vaak gladde vloer, zonder stro. Ze komen nooit buiten en zien nooit het daglicht, behalve als ze op transport gaan. 

Deze omstandigheden zorgen, hoe kan het ook anders, voor grote gezondheidsproblemen. Diarree, longontstekingen, bloedarmoede, noem maar op. RTL Nieuws dat op 1.200 melkveebedrijven maar liefst 20 procent van de kalfjes binnen twee weken dood is. Kalfjes staan regelmatig tot hun knieën in de mest en de urine. Op foto’s genomen door inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zien we kalfjes met open wonden, kalfjes met ringschurft en kalfjes die uitgemergeld in smerige stallen staan. 

bij acht Nederlandse blankveebedrijven – waar kalveren worden gehouden om lichtgekleurd vlees te geven – wees uit dat meer dan de helft van de kalveren een afwijking aan de longen heeft, en 5,8 tot 7,4 procent zelfs ernstig beschadigde longen. Een derde kampt met een borstvliesontsteking. 

Bij zes zogeheten rosébedrijven (hier krijgen de kalveren ander voer, wat hun vlees donker van kleur maakt) lagen de cijfers nog hoger. Bij deze bedrijven, zo (CU) in 2020 nog aan de Tweede Kamer, heeft ‘meer dan twee derde van de kalveren longveranderingen waarvan 17 tot 18,1 procent ernstig beschadigde longen. Meer dan de helft van de kalveren had tekenen van borstvliesontsteking.’

Logisch dus, dat deze dieren twee of zelfs drie keer antibiotica moeten krijgen in hun korte bestaan. Binnen zes tot twaalf maanden zijn ze vetgemest, en gaan ze naar de slacht. Nederlanders eten nauwelijks kalfsvlees – dat vinden we zielig – en dus wordt het meeste kalfsvlees verkocht in het buitenland. 

Als dit alles nog niet genoeg bewijs is voor de stelling dat de productie van zuivel en het scheiden van koe en kalf ‘ernstig dierenleed’ veroorzaken, wat dan wel?

Een historische blunder van de Nederlandse rechter

Waarmee we weer zijn aanbeland bij de rechtszaak tegen Dier&Recht. In augustus kwam het eerste bizarre bericht dat de rechter de campagne van de stichting had verboden. ​​Boerenactiegroep Agractie had een kort geding aangespannen en kreeg zowaar gelijk. De posters moesten worden weggehaald, op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag. Oftewel: artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat de vrijheid van meningsuiting garandeert, werd tussen haakjes gezet omdat ‘de goede naam’ van de agrarische sector zou zijn beschadigd. 

Dier&Recht ging in hoger beroep, in de overtuiging dat de uitspraak in tweede instantie van tafel zou worden geveegd als de rechters iets meer tijd zouden hebben om zich in de materie te verdiepen. Maar nee. Het gerechtshof Amsterdam oordeelde dinsdag in hoger beroep dat, hoewel ‘uitingen (...) die kunnen choqueren’ onder de vrijheid van meningsuiting vallen, de poster van Dier&Recht alsnog te ver ging. 

Hoe is dit in vredesnaam mogelijk? Wie het vonnis leest, belandt in een bizarre wereld van juristerij. Zo betwijfelt de rechter niet dat kalveren kort na hun geboorte worden weggehaald bij hun moeder. Dat is een feit. Maar dat die scheiding ook ‘ernstig leed’ veroorzaakt, mag Dier&Recht niet zeggen, omdat er in de ‘ongeriefanalyse’ van Wageningen University & Research staat: ‘Deskundigen lopen uiteen in hun inschatting van de ernst van zowel het scheiden van de moeder als van het solitair huisvesten van de kalveren.’

Er is discussie in de wetenschap ja, nogal wiedes. Maar in dezelfde publicatie geven dezelfde onderzoekers – gezamenlijk – tóch de hoogste ongeriefscore voor het scheiden van moeder en kind, en dat op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Hoe kunnen de rechters die conclusie zo makkelijk opzijschuiven? 

Helemaal gekmakend wordt het als de rechters schrijven dat het ernstige leed van de kalfjes in de kalverhouderij niet ter zake doet. Dat speelt immers pas na de scheiding, en zou er niet ‘onlosmakelijk’ mee verbonden zijn. Schiet mij maar lek.

Melk goed voor elk? Integendeel

Nu staat er dus, zwart op wit, ‘Dier&Recht mag (...) niet als feit presenteren dat het weghalen van kalveren bij de moeder direct bij de geboorte ernstig dierenleed veroorzaakt.’ De zuivelindustrie mag al decennia roepen dat melk ‘goed voor elk’ is (ook al is van de wereldbevolking lactose-intolerant). Maar de aandacht vestigen op het korte en ellendige bestaan van kalveren, dat inherent verbonden is aan de productie van zuivel? Dat mag niet. 

Dit is zo’n uitspraak die over honderd jaar in de geschiedenisboeken staat, en waarvan onze achterkleinkinderen nauwelijks kunnen geloven dat ze echt is gedaan, zelfs tot in hoger beroep.

Hoe het ook zij: zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed. Sue me. 

Verder lezen?