Hij had geen noemenswaardige achtergrond, kwam niet van een prestigieuze universiteit en had nog geen grote zaken gewonnen. Toch wist de 51-jarige letselschade-advocaat Lance Cooper eind vorig jaar het grote General Motors (GM) op de knieën te krijgen. Honderdduizenden auto’s moest de autofabrikant terugroepen, nadat in de loop van een door Cooper aangespannen proces aan het licht was gekomen dat verschillende automodellen levensgevaarlijke mankementen bevatten.
In februari 2011 klopte de familie van Brooke Melton, een 29-jarige verpleegster, bij Cooper aan. Brooke was om het leven gekomen nadat haar auto weggleed en een beek inreed. De zwarte doos uit de auto vertelde een vreemd verhaal: vlak voor het ongeluk was de stroom in de hele auto uitgevallen, waarna de motor er de brui aan gaf en de airbags niet werden opgeblazen. Brooke Melton verloor de controle over de auto. Niet doordat ze niet op zat te letten, maar door een productiefout van GM, zo vermoedde Cooper.
In de loop van het proces wist Cooper meer dan 32.000 pagina’s documentatie uit gerelateerde rechtszaken te bemachtigen, sprak hij tientallen GM-ingenieurs en verzamelde hij evaluaties van onstekingsproblemen bij autoverkopers. Documenten lieten zien dat autodealers in 2005 en 2006 al GM-bulletins ontvingen waarin werd beschreven hoe bestuurders soms, zonder het te weten, de motor uit konden zetten door een ontstekingsdefect. Bij een te zware sleutelbos bleek een aantal GM-modellen de kwalijke neiging te hebben uit te vallen.
In september 2013, twee maanden vóór de rechtszaak, kwamen Cooper en GM tot een schikking voor een onbekend bedrag. Een paar maanden later werd GM door de Federal Highway Safety Administration gedwongen honderdduizenden auto’s terug te roepen voor reparatie. Het defect had naar schatting al tientallen slachtoffers gemaakt. ‘Cooper was de aanstichter van deze terugroepactie,’ zei autoveiligheidsspecialist Sean Kane tegen persbureau Bloomberg.
Magnetronkittens met sociale gevolgen
Het Amerikaanse aansprakelijkheidsrecht heeft geen goede naam in Nederland. De man die zijn kat in de magnetron stouwde om vervolgens de magnetronfabrikant aan te klagen (nooit gebeurd). De vrouw die koffie over zichzelf heen gooide en miljoenen bij McDonald’s lospeuterde (aanzienlijk genuanceerder). Het is een loterij, een uit de klauwen gelopen advocatuursfeestje, gefaciliteerd door incompetente juryrechtspraak. Denken we.
Het Amerikaanse recht is vaak juist een belangrijke motor van sociale vooruitgang
Maar het Amerikaanse recht is, zoals Cooper onlangs weer liet zien, vaak juist een belangrijke motor van sociale vooruitgang. Niet alleen het toezicht en de politiek, ook burgers kunnen in Amerika in veel grotere mate dan in Nederland via het recht verandering bewerkstelligen. En dat komt door de specifieke inrichting van het Amerikaanse aansprakelijkheidsrecht. Nergens ter wereld staan eisers zo sterk ten opzichte van de – vaak veel vermogendere - verdedigende partij.
De tegenstander heeft het bewijs zelf in handen
In de serie Suits, over een Amerikaans advocatenkantoor, is met enige regelmaat te zien hoe advocaten nachtenlang door dozen documenten spitten en in minimalistisch vormgegeven achterkamers getuigen verhoren. Als in de serie blijkt dat Donna, de assistente van topadvocaat Harvey Specter, heeft nagelaten belastende documenten aan de tegenstander over te dragen, ontstaat er paniek. Zulke nalatigheid kan ertoe leiden dat haar baas van het tableau wordt geschrapt en zijn beroep niet meer kan uitoefenen.
De in het Nederlands procesrecht geschoolde jurist kan zich afvragen waarom een advocaat überhaupt belastende documenten aan de tegenpartij over zou dragen. Het is een voor Nederland onbekende rechtspraktijk: het preprocedureel onderzoek (pre-trial discovery). In deze fase krijgt elke partij het recht informatie bij elkaar en bij derden op te vragen waarvan ‘redelijkerwijs kan worden verwacht dat er bruikbaar bewijs uitkomt.’ De partijen zijn verplicht deze informatie te verstrekken, zelfs als die informatie de eigen zaak verzwakt. De rechter houdt zich, in tegenstelling tot de Nederlandse praktijk, grotendeels afzijdig in dit proces van wederzijdse bewijsgaring.
Het probleem van aansprakelijkheid is vaak dat het belastende bewijs bij de tegenpartij ligt. Als de mogelijkheden om zulk bewijs te verkrijgen beperkt zijn, dan zal aansprakelijkheid minder vaak vastgesteld kunnen worden. Het antwoord op de vraag of de asbestfabrikant van de gezondheidsrisico’s op de hoogte was, ligt immers vaak besloten in de bedrijfsarchieven en het geheugen van de leidinggevenden.
Het vissen naar bewijs is in de Verenigde Staten binnen zekere marges toegestaan. ‘De verhoor- en onderzoeksregels moeten een brede en liberale interpretatie krijgen,’ schreef het Amerikaanse gerechtshof in een toonaangevend arrest in 1947. ‘Niet langer mag de aloude aanklacht van een ‘fishing expedition’ dienen om een partij te hinderen in het onderzoek naar de feiten van de zaak van zijn tegenstander. Gelijkwaardige kennis van alle relevante feiten verzameld door beide partijen is essentieel in goede procesvoering.’
Het is niet ongebruikelijk dat een Amerikaanse advocaat een rechtszaak aanspant om te kijken of hij überhaupt een rechtszaak heeft. Het was bijvoorbeeld pas tijdens het preprocedureel onderzoek dat Lance Cooper middels documentatie en getuigenverhoor een serieuze zaak begon te ontwikkelen.
Tijdens dergelijk preprocedureel onderzoek komen dan ook dikwijls documenten boven tafel die ernstige nalatigheid onthullen. Een klassieker in het genre was het Ford Pinto-memorandum. In een macabere kosten-batenanalyse becijferde Ford dat het 137 miljoen dollar zou kosten om haar auto’s veiliger te maken, terwijl simpelweg de afgebrande slachtoffers betalen Ford slechts 49,5 miljoen dollar kostte. Conclusie: niets doen.
En in Nederland?
In Nederland is het aanzienlijk lastiger dit soort smoking gun-informatie boven water te krijgen. De mogelijkheden documenten op te vragen zijn door een nieuwe wet in 2002 en opvolgende rechtspraak weliswaar gegroeid, maar nog steeds erg beperkt vergeleken met de VS. In Nederland zijn er veel meer criteria.
Zo moet iemand een ‘rechtmatig belang’ hebben bij verstrekking van informatie en kan iemand slechts inzage vragen in helder omschreven documenten. De wederpartij kan het informatieverzoek afwijzen als ze hiervoor een ‘gewichtige reden’ heeft of de ‘behoorlijke rechtsbedeling’ ook kan geschieden zonder verstrekking van de documenten.
Al deze uitzonderingsgronden maken het een stuk lastiger dan in de VS om informatie te verkrijgen. ‘Een beperking zoals [in de Nederlandse wet] wordt gegeven met de woorden ‘rechtmatig belang’ en ‘bepaalde documenten’ bestaat niet of nauwelijks in de Verenigde Staten,’ aldus rechtenprofessor Johannes Sijmonsma in zijn proefschrift.
De wet wordt echter veranderd. Nadat in 2006 een onderzoekscommissie voorstelde de informatieplicht uit te breiden is er een wet in voorbereiding die het makkelijker moet maken bij de wederpartij documenten op te vragen in civiele zaken. In het oorspronkelijke wetsvoorstel uit 2010 waren het ‘rechtmatig belang’-criterium en de ‘behoorlijke rechtsbedeling’-voorwaarde uit de oude wet geschrapt.
Het voorstel stuitte tijdens de consultatieronde echter op het nodige verzet. VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes waarschuwde dat het wetsvoorstel wel eens een ‘zeer negatieve effect op het Nederlandse vestigingsklimaat’ kon hebben. Ook de Nederlandse Vereniging van Banken roerde zich met een afwijzende reactie in de discussie.
Het wetsvoorstel is sindsdien afgezwakt. ‘Naar aanleiding van de consultatie is besloten om de voorwaarde dat degene die [de documenten opvraagt] daarbij een rechtmatig belang moet hebben te handhaven,’ schrijft de minister in de memorie van toelichting op de nieuwe wet. Om vervolgens expliciet te verwijzen naar het gevaar dat advocaten naar goed Amerikaans voorbeeld op vistochten naar bewijs zullen gaan en dit de kosten van procedures op zal jagen.
De koffie is twaalf graden te heet
Er werd zelfs een prijs naar haar vernoemd: de Stella Awards voor de meest absurde rechtszaak van het jaar. Stella Liebeck is een beroemdheid, het wandelende voorbeeld van alles wat er mis is met de Amerikaanse rechtspraak.
In februari 1992 opende Stella Liebeck, gezeteld in de bijrijdersstoel van haar zoons stilstaande auto, de tussen haar benen geklemde koffiebeker. De gloeiendhete koffie stroomde over haar benen. Liebeck schreeuwde het uit. Haar zoon, die in de bestuurdersstoel zat, bracht zijn 79-jarige moeder onmiddellijk naar het ziekenhuis. Liebeck bleek derdegraads brandwonden te hebben opgelopen, kreeg een huidtransplantatie en moest uiteindelijk een week in het ziekenhuis doorbrengen.
De familie schreef een brief aan McDonald’s in de verwachting dat het bedrijf – tenminste een deel - van de medische kosten op zich wilde nemen. Het serveren van koffie die zulke extreme brandwonden kon veroorzaken, leek de familie ook de verantwoordelijkheid van de fastfoodketen. En Liebeck kon weliswaar aanspraak maken op enige vergoeding van haar verzekeraar, ze moest nog steeds 10.000 dollar uit eigen zak betalen. McDonald’s betaalde 800 dollar.
Niet alleen moest McDonald’s compensatie betalen voor het leed dat Liebeck was aangedaan, het bedrijf werd nog eens extra bestraft omdat het weigerde zijn beleid aan te passen
De familie besloot daarop een advocaat in de arm te nemen. Gedurende het proces bleek dat Liebeck lang niet alleen stond. In de voorgaande tien jaar hadden zich al meer dan zevenhonderd mensen met koffiebrandwonden gemeld bij McDonald’s. Sterker nog, McDonald’s had in die tien jaar al een half miljoen dollar aan schikkingen uitbetaald.
Het was McDonald’s beleid om koffie tot tussen de 82 en 88 graden Celsius te serveren. Op die temperatuur, zo getuigden experts, kon iemand in minder dan drie seconden derdegraads brandwonden oplopen. Als McDonald’s, zoals de meeste restaurants, de temperatuur op zo’n 70 graden Celsius had gehouden, dan had het 20 seconden geduurd voor er derdegraads brandwonden ontstonden.
Tijdens het proces claimde McDonald’s dat het aantal slachtoffers ‘statistisch insignificant’ was gezien de miljoenen koffiekoppen die de fastfoodketen te heet verkocht. Zulke achteloosheid schoot de jury in het verkeerde keelgat. Steinbeck kreeg van McDonalds 160.000 dollar voor emotionele schade en medische kosten.
Daar bleef het echter niet bij, want de jury besloot ook tot het treffen van een drastische maatregel: een privaatrechtelijke boete. Niet alleen moest McDonald’s compensatie betalen voor het leed dat Liebeck was aangedaan, het bedrijf werd nog eens extra bestraft omdat het weigerde zijn beleid aan te passen. De jury besloot dat McDonald’s hiervoor 2,7 miljoen dollar aan Steinbeck moest betalen, evenveel als het bedrijf in twee dagen verdiende met koffieverkoop. In hoger beroep werd dat bedrag uiteindelijk verlaagd naar zo’n vier ton.
Een boete die gedrag verandert
De koffie-casus wordt vaak gezien als het voorbeeld van juridisch opportunisme en gerechtelijke dwaling. Een vrouw die tonnen krijgt omdat ze koffie morst, belachelijk. Maar met enige context blijkt dit toch genuanceerder. Dat er ongelukken met koffie plaatshebben is een gegeven, dat iemand daar derdegraads brandwonden bij oploopt niet. Een boete kan helpen een honderdtal brandwondslachtoffers per jaar minder te krijgen.
Dat is de meerwaarde van de privaatrechtelijke boete. Het is een middel om het gedrag van bedrijven te veranderen. De privaatrechtelijke boete geeft burgers extra handhavingsmogelijkheden in handen, de mogelijkheid om zelfs de meest calculerend cynische bedrijven hun beleid aan te laten passen door de ijskoude logica van de dollar.
De indruk bestaat misschien dat er in de Amerikaanse casinorechtspraak om de haverklap miljoenenboetes voor het minste of geringste worden toegekend, maar uit onderzoek van de Center For Justice and Democracy blijkt dat in slechts 3,6 procent van alle aansprakelijkheidszaken een privaatrechtelijke boete werd uitgedeeld. Bovendien waren dat lang niet allemaal miljoenenbedragen. De mediane boete bedroeg zo’n 55.000 dollar.
Wie is er bang voor de claimcultuur?
In Nederland is het debat over aansprakelijkheid gevangen door de angst voor een claimcultuur. We vrezen dat door de aansprakelijkheid te ver uit te breiden straks elk menselijk contact zal worden gejuridiseerd - dat je Tinder aansprakelijk kan houden omdat je date lagere esthetische merites had dan de foto deed vermoeden.
Door de financiële laagdrempeligheid; de ruime mogelijkheden bewijs te vergaren; en de potentieel hoge schadebedragen gaat er in de Verenigde Staten een veel grotere dreiging van aansprakelijkheid uit
‘In het Haagse overheerst de angst voor uitwassen,’ stelt hoogleraar privaatrecht Ton Hartlief in zijn oratie. ‘De positieve kanten van het aansprakelijkheidsrecht in de sfeer van bevordering van preventie, veiligheid en kwaliteit dreigen daarmee onder te sneeuwen.’
Dat is zonde. Toegegeven, het Amerikaanse systeem kent zeker excessen. Te veel problemen worden in de rechtszaal opgelost, terwijl andere compensatiemechanismen geschikter waren. De Verenigde Staten hebben ongeveer drieëneenhalf keer zoveel advocaten per inwoner als Nederland. Een behoorlijk beslag op het aanbod van hoogopgeleid personeel.
Toch is er veel goeds aan de Amerikaanse rechtspraktijk. Door de financiële laagdrempeligheid, de ruime mogelijkheden bewijs te vergaren en de potentieel hoge schadebedragen gaat er in de Verenigde Staten een veel grotere dreiging van aansprakelijkheid uit dan in Nederland. Aansprakelijkheid is niet slechts een beperkt middel om schadevergoeding te bieden aan slachtoffers, het is ook een instrument van waarheidsvinding en gedragsbeïnvloeding; een instrument van positieve sociale verandering.
De claimcultuur werkt
En het werkt. De Amerikaanse auto had er heel anders uitgezien als er niet duizenden processen tegen waren geweest. Volgens Logan Robinson, voormalig hoofd juridische zaken bij automaker Chrysler, maakten alle autofabrikanten in de jaren zeventig de benzinetank veiliger nadat ze aansprakelijk werden gehouden. ‘Nu kunnen alle auto’s tenminste een botsing van 80 km per uur aan.’
Aansprakelijkheidsrisico’s zorgen ook voor veiligheidsinnovaties. Uit onderzoek van Michael Moore en Kip Viscusi blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen uitgaven voor productaansprakelijkheid en uitgaven aan productinnovaties. Vaak gedaagde bedrijven innoveren meer.
Een voorbeeld vn innovatie door aansprakelijkheid is het Electronic Stability Control-systeem. SUV’s hadden in de jaren tachtig een veel grotere neiging tijdens een ongeluk om te kieperen dan kleinere voertuigen. In reactie op het toenemend aantal aansprakelijkheidsprocedures werd het ESC-systeem ontwikkeld. Als het voertuig zich in een andere richting beweegt dan de stuurrichting aangeeft, reageert het ESC-systeem door doelgericht de afzonderlijke wielen af te remmen en de auto te stabiliseren.
Ander voordeel: slechte producten verdwijnen of worden verbeterd door aansprakelijkheid. Ontploffende 7 Up-flessen; toxische tampons; ontvlambare pyjama’s; lekkende borstimplantaten; hersenbloeding veroorzakende dieetpillen - allemaal producten die van de markt af werden gehaald of verbeterd nadat een rechtszaak de makers aansprakelijk had gesteld.
Michael Rustad deed onderzoek naar 355 rechtszaken waarin een privaatrechtelijke boete werd opgelegd. In ruim 82 procent van deze zaken hadden de bedrijven na de uitspraak aanpassingen aan hun product gedaan of ze van de markt gehaald.
Aansprakelijkheid vaststellen is een vorm van private handhaving van wetten. Je kunt toezichthouders hebben die pogen auto’s veilig te houden, je kunt ook slachtoffers en andere belanghebbenden hebben die processen voeren om auto’s veilig te houden. De combinatie van die twee zorgt juist voor gezonde verhoudingen.
Ambulance volgende advocaten die visexpedities naar bewijs houden om enorme privaatrechtelijke boetes op te strijken - het houdt bedrijven en toezichthouders scherp. Als we dat een claimcultuur noemen, het zij zo. Lang leve de claimcultuur!
Lees ook: Waarom Philips patent op struikroverij heeft Electronicabedrijf Philips klaagt Nintendo aan. De Wii U-spelcomputer zou een patent schaden. Oprichter Gerard Philips zou zich in zijn graf omdraaien: het bedrijf kon ooit juist groot worden door andermans uitvindingen te exploiteren. Het kantoor waar je werkt heeft zijn beloften nooit waargemaakt Het kantoor en de kantoorbaan zijn zulke vanzelfsprekende fenomenen dat je haast zou vergeten dat ze een geschiedenis hebben. Een bijzondere geschiedenis, met één rode draad: het ideaal van het kantoor om de werknemer te bevrijden en te emanciperen, is nooit verwezenlijkt. Het verhaal van de bureaus, archiefkasten en cubicles die ons leven bepalen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!