Een geheim dossier over Suriname is gewoon in te zien in een archief in Den Haag

Anoek Nuyens
Theatermaker & schrijver
Illustratie: Tim Enthoven (voor De Correspondent)

Sinds de militaire coup van Desi Bouterse in Suriname in 1980 wordt er veel gespeculeerd over de rol van Nederland. Minister Frans Timmermans (Buitenlande Zaken) weigert een deel van het onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid openbaar te maken. De reden? Privacy van de betrokkenen. Vreemd, want ik vond in een openbaar dossier precies het soort informatie dat de overheid geheim wil houden.

In 1980 pleegt de huidige president van Suriname, Desi Bouterse, een militaire coup. Vlak daarna ontstaan er geruchten over een Nederlandse kolonel, Hans Valk genaamd, die Bouterse geholpen zou hebben. Wanneer een onafhankelijke commissie onderzoek doet naar de rol van Valk, besluit de Nederlandse overheid enkele bijlagen en conclusies te classificeren als staatsgeheim. Niet omdat Nederland iets te verbergen heeft; de geheimhouding zou bedoeld zijn om de privacy van individuen beschermen.

Hoewel die dossiers pas in 2060 vrijkomen, ging ik voor de serie ‘Dossier Staatsgeheimen’ toch op onderzoek uit. In het openbare Tweede Kamer-archief, onderdeel van het Nationaal Archief in Den Haag, vond ik een dossier uit het onderzoek waarin iemand nadrukkelijk vraagt om privacybescherming. Is dit een foutje, of is er meer aan de hand?

Om te begrijpen waarom Desi Bouterse de militaire coup pleegde, moeten we terug naar 1975. In dat jaar wordt Suriname na ruim drie eeuwen Nederlandse kolonisatie onafhankelijk. Een paar weken voor de onafhankelijkheid vliegt de jonge Desi Bouterse vanuit Nederland, waar hij tot die tijd woont en werkzaam is als militair, terug naar zijn geboorteland. ‘Met een koffer vol initiatieven,’ zoals hij het later in een zal zeggen. Eenmaal aangekomen stoort Bouterse zich mateloos aan de organisatie van het Surinaamse leger. De Surinaamse economie komt nauwelijks meer vooruit, het straatbeeld verloedert en het ontbreekt de regering aan gezag. Bouterse ziet maar één oplossing: het plegen van een coup. Dat doet hij op 25 februari 1980, met vijftien andere sergeanten.

In Suriname en Nederland wordt in eerste instantie positief gereageerd op Bouterses ‘Sergeantencoup.’ ‘Eindelijk!’ kopt Surinaams tijdschrift Vrije Stem vlak erna. Er wordt een burgerregering aangesteld en ‘de jongens’ houden zich vooral bezig met de reorganisatie van het leger.

Toch lukt het Bouterse, inmiddels gepromoveerd tot bevelhebber, niet het vertrouwen van het Surinaamse volk te winnen. Als reactie op de toenemende ontevredenheid stelt Bouterse een avondklok in, kritische kranten en radiostations worden verboden en uiteindelijk gaat hij over tot zwaar geweld. In 1982 vinden de plaats, vervolgens komt de op vecht Bouterse met Ronnie Brunswijk een bloedige oorlog uit in de Surinaamse en gaat het land gebukt onder een jarenlange dictatuur.

‘Doe het als de donder’

Nederland ziet met lede ogen aan hoe de ex-kolonie verandert in een Zuid-Amerikaanse bananenrepubliek. Maar dat is niet het enige probleem: sinds de militaire coup is er een hardnekkige geruchtenstroom op gang gekomen over de betrokkenheid van een Nederlandse kolonel bij de coup. De kolonel in kwestie, Hans Valk, was na de onafhankelijkheid aangesteld als hoofd van de Nederlandse militaire missie in Suriname. Hij moest ervoor zorgen dat Nederlanders geen gevaar zouden lopen en kende alle strategische posities en vluchtroutes in het land.

In het enige waarin Valk over die tijd praat, in Vrij Nederland in 1983, geeft hij toe dat hij net als Bouterse vond dat het land na de onafhankelijkheid in 1975 in ‘volslagen chaos’ verkeerde. Hij kon echter niets doen, legde hij Bouterse en diens kompanen uit wanneer ze ‘s avonds laat bij hem bier kwamen drinken: hij mocht alleen ingrijpen als er Nederlanders gevaar liepen. Volgens Valk namen ‘de jongens’ daar geen genoegen mee. Uiteindelijk zei hij dat zij wel iets konden doen: ‘En doe het als de donder, want de zaak gaat helemaal fout,’ voegde hij eraan toe.

Hij heeft vooral geluisterd en daarmee ‘een bloedbad’ weten te voorkomen

In het interview klinkt Valk als een verbitterd man. Hij blijft herhalen dat hij ‘die ene voor de hand liggende eindstap,’ Bouterse helpen met de coup, niet heeft gezet. Hij heeft vooral geluisterd en daarmee ‘een bloedbad’ voorkomen.

Bouterse heeft zich één keer uitgesproken over zijn relatie met kolonel Valk. In het bijzijn van legerbazen en politieke figuren, richtte Bouterse zich tijdens het afscheid van Valk begin jaren tachtig tot hem en zei: ‘Kolonel, nu ga ik iets onthullen wat alleen u en ik weten. Zonder u was deze staatsgreep In het interview met Vrij Nederland legt Valk uit dat dit als grap bedoeld was.

Onnodig kwetsende opmerkingen

De Nederlandse overheid ziet zich door alle geruchten genoodzaakt te doen naar de rol van kolonel Valk voor, tijdens en na de coup. In 1985 besluit de toenmalige minister van Defensie Job de Ruiter echter enkele bijlagen en conclusies van dat onderzoek geheim te houden, omdat deze ‘opmerkingen bevatten die bij publicatie onnodig personen kunnen kwetsen.’

In plaats van dat we de kwestie vergeten, zorgt de geheimhouding juist voor nog meer geruchten en complottheorieën

Deze beslissing heeft, zoals SP-Kamerlid Harry van Bommel het jaren later formuleert, ‘een averechts’ In plaats van de kwestie te doen vergeten, zorgt de geheimhouding juist voor nog meer geruchten en complottheorieën. Er worden boeken, artikelen en columns over geschreven, historici doen er onderzoek naar en het televisieprogramma Andere Tijden besteedt er in 2009 uitgebreid aandacht aan, uiteindelijk leidend tot Kamervragen.

‘Iedereen binnen de Surinaamse gemeenschap die een beetje verstand heeft van politiek, kent het bestaan van de geheime dossiers,’ zegt Van Bommel wanneer ik hem spreek. Het zit veel mensen dwars dat Nederland geen openheid van zaken geeft. Daarom diende Van Bommel in 2012 een motie in waarin hij de huidige minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans vroeg de geheime dossiers te openen voor onderzoek. Timmermans wees deze motie af. Dat had absoluut niets te maken met het ‘toedekken van wat dan ook.’ De geheimhouding, zei Timmermans, diende enkel van individuen in een rechtsstaat, zowel in Suriname als in Nederland. ‘Je kunt niet zomaar met de privacy van mensen spelen,’ aldus de minister. Als Timmermans de dossiers nu zou openen dan stelde hij

Is dit gewoon slordigheid?

Hoewel er weinig reden is te twijfelen aan de uitspraken van Timmermans ga ik toch langs bij het Tweede Kamer-archief, dat onderdeel uitmaakt van het Nationaal Archief in Den Haag. Wat in de wandelgangen ‘het Suriname-dossier’ wordt genoemd, blijkt een verzamelnaam voor een groot aantal documenten dat deels beschikbaar is en deels niet. Om een overzicht te krijgen heb ik alle dossiers met in de titel ‘Suriname’, ‘militaire missie’, ‘Valk’, ‘Bouterse’ en ‘jaren tachtig’ opgevraagd – de dossiers die wél openbaar zijn.

De eerste paar uur blader ik door een van de commissie-Bart Pronk over de Nederlandse militaire missie in Suriname voor, tijdens en na de coup. De commissie schrijft in de conclusie dat kolonel Valk in de dagen voor de staatsgreep over aanwijzingen beschikte dat ‘gewelddadigheden te verwachten waren.’ Maar, stellen ze even later, er is niet gebleken dat kolonel Valk ‘kennis droeg van de aard van deze gewelddadigheden of van het tijdstip waarop zij zouden plaatsvinden.’ En zo kabbelt het rapport voort; Valk is een beetje schuldig, maar niet schuldig genoeg om veroordeeld te worden, aldus de commissie.

Dan ontdek ik een dun, geel mapje. ‘Vertrouwelijk’, staat er op

Ik blader door krantenknipsels, notulen, interviews, uittreksels van de Tweede Kamer en verschillende stukken van het ministerie van Defensie en Buitenlandse Zaken. Maar dan ontdek ik een dun, geel mapje. ‘Vertrouwelijk’ lees ik; en ‘Getuigenverklaring.’ De beweert, in tegenstelling tot de commissie-Pronk, dat kolonel Valk een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de coup. Volgens de getuige waren er nachtelijke bijeenkomsten waar Valk aan deelnam. Hij noemt ook enkele andere Surinamers die betrokken zouden zijn geweest bij de coup, waaronder een journalist die later tijdens de Decembermoorden door Bouterse vermoord zou worden.

Wat dit mapje vooral interessant maakt, is een brief die erbij zit, gericht aan de commissie die het onderzoek heeft uitgevoerd. In die brief vraagt de getuige vertrouwelijk behandeld te worden. Hij schrijft dat twee van zijn broers naar aanleiding van zijn getuigenis en eerdere uitspraken ‘op zeer rancuneuze wijze door de machthebbers uit ’s Landsdienst ontslagen’ zijn. Destijds had de getuige uitgelegd waarom hij, op basis van eigen ervaringen, Valk wel degelijk als mede-couppleger beschouwt. Verder is aan zijn familie meegedeeld dat ‘de legerleiding hard zal optreden’ als hij doorgaat met het verstrekken van ‘informaties en verklaringen.’

Het mapje bevat ook een van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit 1985. In die brief, gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, wordt erop aangedrongen ‘de vertrouwelijkheid’ van de getuige te respecteren: ‘Het risico is niet denkbeeldig dat bij schending van deze vertrouwelijkheid verwanten van [de getuige] in Suriname worden blootgesteld aan repercussies.’ De brief is ondertekend door de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie.

Waarom, vraag ik me af terwijl ik naar het kopieerapparaat loop, ligt dit hier? Timmermans heeft het toch juist over het beschermen van de privacy mensen zoals deze getuige? Is dit gewoon slordigheid? Of zit hier meer achter en gaat het helemaal niet om het beschermen van persoonsgegevens? Zijn er achter de schermen ontwikkelingen gaande die verstoord kunnen worden wanneer de archieven toch opengaan?

Voortdurende speculaties

Wanneer ik het ministerie van Buitenlandse Zaken vraag hoe het kan dat dit gevoelige dossier toch openbaar is, en of dat niet in tegenspraak is met eerdere uitlatingen van Minister Timmermans, krijg ik te horen dat de verantwoordelijkheid voor het dossier, nadat het een tijdlang ‘uitsluitend vertrouwelijk’ aan de Tweede Kamer ter beschikking was gesteld, vervolgens bij de Tweede Kamer lag. Die had de toegang moeten beperken toen het dossier in 2010 werd overgedragen aan het Nationaal Archief. Het ministerie laat weten de kwestie inmiddels te hebben ‘gesignaleerd’ bij het Nationaal Archief; er wordt nu onderzocht of er alsnog ‘beperkende maatregelen’ getroffen moeten worden.*

Vergissing of niet, vaststaat dat Valk zijn boekje te buiten is gegaan

Volgens de getuige, die vertrouwelijk behandeld wilde worden, was Valk actief betrokken bij de voorbereiding van de coup. Volgens de commissie-Pronk heeft Valk nagelaten ‘een passende distantie’ te bewaren naar de sergeanten. Daardoor werd Valk uiteindelijk ontboden en ontvangt hij geen eervol ontslag.

Over de mate waarin Valk ‘schuldig’ is, verschillen de meningen dus. Ben je medeplichtig als je tegen iemand zegt dat die ‘iets moet doen?’ Maakt met Bouterse en anderen over een coup praten medeschuldig? Dit zijn de vragen waarover nog altijd gespeculeerd wordt, en die niet alleen de geschiedenis van Nederland aangaan, maar ook die van Suriname. Uiteindelijk kunnen alleen de nu nog gesloten archieven uitsluitsel bieden. Maar die zullen pas in 2060, door de kinderen en kleinkinderen van de huidige generatie, worden geopend.

* Naschrift: een eerdere versie van dit stuk stelde dat het ministerie geen uitspraken over de kwestie kon doen. Dit was niet terecht.

Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het voor Bijzondere Journalistieke en kwam tot stand met de steun van het Pascal Decroos voor