Er zijn ook groene manieren om van het Russische gas af te komen
Het is onbeschrijflijk wrang dat er een Russische invasie in Oekraïne voor nodig is om te beseffen dat de Europese afhankelijkheid van Russisch gas een probleem is. Dat was het al, omdat we dictator Poetin ermee in het zadel houden, én vanwege het klimaat. De Europese Unie is zelfgenoegzaam en opportunistisch geweest, maar dat kan nu niet meer.
De cijfers zijn inmiddels bekend; zo’n veertig procent van het gas dat Europa gebruikt, komt uit Rusland. Ongeveer 15 procent van het gas dat we in Nederland verstoken, komt uit Russische bodem.
Direct na het uitbreken van de oorlog kwam de discussie op gang hoe we van dat Russische gas af konden. Een harde boycot zoals de Amerikanen en de Britten afkondigden, lijkt voor Europa geen optie. Er zat dus niets anders op, klonk het al snel, dan toch weer meer gas uit Groningen winnen en in sommige Europese landen (waaronder Duitsland) nieuwe terminals te bouwen voor het aanmeren van schepen met vloeibaar aardgas uit onder meer de VS en Qatar.
‘Voor Europa is er op korte termijn maar één manier om minder afhankelijk te worden van Russisch gas: zet de Groninger gaskraan weer open’, schreef collega Jesse Frederik.
Die stelligheid verbaast mij. Omdat een snelle rekensom leert dat alleen Nederland al onmiddellijk 15 procent minder aardgas verbruikt als we de glastuinbouw en de kunstmestproductie in ons land (tijdelijk) stilleggen.
Hadden we van de coronacrisis niet geleerd dat dingen die het ene moment onvoorstelbaar lijken, het volgende moment toch kunnen? Sterker: deze sectoren en ook de aluminiumfabrieken hebben de productie al (gedeeltelijk) stilgelegd vanwege de torenhoge gasprijzen. Nederland kan dus, in elk geval, zonder Russisch gas.
Er zijn altijd andere opties, al zijn ze nooit pijnloos
Er zijn altijd andere opties – al zijn die nooit pijnloos. Sneller inzetten op energiebesparing is laaghangend fruit, net als het versnellen van vergunningsprocedures voor de aanleg van wind- en zonneparken.
Voor Europese landen zoals Bulgarije, Polen en Duitsland, die veel meer Russisch gas gebruiken dan wij, zijn de dilemma’s veel groter dan voor Nederland. Op korte termijn hebben zij nog gas nodig en als we hen kunnen helpen door Groningen te heropenen, moet Nederland dat overwegen. Maar ook daar zijn er op termijn betere opties dan terugvallen op de aanleg van méér fossiele infrastructuur.
In dat licht is het bemoedigend dat Brussel nu haar antwoord op de gascrisis breder formuleert: niet alleen snel alternatieven voor Russisch gas zoeken, maar ook de turbo op eerder gemaakte verduurzamingsplannen. Dat lijkt mij het juiste antwoord op deze oorlog.
Pijn gaat het sowieso doen. Zomaar grote bedrijven in de glastuinbouw en kunstmestproductie stilleggen, zoals ik hierboven opper, is niet zonder risico’s. Er gaan banen verloren en de overheid (de belastingbetaler) zal moeten bijspringen om de getroffenen te compenseren. Maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat het niet kán.
Ja, de maatregelen zullen pijn doen. Maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat het niet kán
Zou het zin hebben? Alleen als consumenten en boeren tegelijkertijd minder kastomaten en kunstmest gaan gebruiken – doen we dat niet, dan verplaatsen we het probleem, want dan worden onze groenten en kunstmest elders geproduceerd.
Maar opnieuw: waarom zouden we dat niet kunnen? Er wordt al jaren gewerkt aan alternatieven voor kunstmest (compost, bijvoorbeeld) en die zijn al jaren hard nodig, omdat overbemesting voor allerlei milieuproblemen zorgt. Nederlanders kunnen zonder cherrytomaatjes in de winter.
En misschien moesten we dat toch al? Misschien was het sowieso al een beetje gek om aardgas te verstoken voor de productie van snijbloemen en komkommers? Door de oorlog in Oekraïne en de hoge gasprijs, worden kortom pijnlijke dilemma’s naar voren gehaald die we toch al moesten beantwoorden, omwille van onze milieuproblemen.
Er is nú winst te behalen op meerdere dossiers tegelijkertijd
Wat we op dit moment nodig hebben is een overheid die meerdere crises tegelijkertijd overziet. Niet alleen zeggen, zoals Mark Rutte deze dinsdag in de Tweede Kamer deed,* dat ondanks de dreigende recessie ‘de langetermijndoelstellingen [zoals voor klimaat en stikstof] denk ik overeind [kunnen] blijven’, maar actief zoeken naar mogelijkheden om winst te behalen op meerdere dossiers tegelijk.
Waar een vervuilende fabriek zijn productie staakt vanwege hoge gasprijzen, wordt stikstofwinst geboekt. Als we onze huizen sneller beter isoleren gaat ons wooncomfort omhoog, neemt de afhankelijkheid van aardgas af en boeken we winst op klimaat en schone lucht. Idem dito als we versneld inzetten op een energiesysteem op basis van zonne- en windenergie, batterijen en waterstof – we wéten dat het daarmee kan.
Juist tijdens deze verschrikkelijke, overweldigende crisis moeten we de vlucht naar voren kiezen, hoe wrang het ook is in die termen te denken nu het bloed vloeit in de straten van Kyiv. Wat daarvoor nodig is? Niet praten in onvermijdelijkheden, een open debat over waar we voor staan en waar we naartoe willen, en een democratische overheid die de onvermijdelijke pijn zo eerlijk mogelijk verdeelt. Ook op dat laatste punt kunnen we ons afzetten tegen het Rusland van Vladimir Poetin.