David Grossman schrijft over rouw, en pleit daarmee voor vrede
De Israëlische auteur David Grossman won vorige week de Erasmusprijs voor zijn oeuvre. Grossman heeft scherp oog voor het leed dat oorlog aanricht. Nadat zijn eigen zoon omkwam als soldaat, schreef hij een hartverscheurend boek over rouw: Uit de tijd vallen.
Je bent buiten de tijd. Hoe leg ik het je uit,
als ook de uitleg vastzit in de tijd?
Eens vertelde mij een man uit een ver land
dat daar als iemand omkomt in een oorlog
van hem wordt gezegd: ‘Hij is gevallen.’
En zo ook jij: je bent gevallen uit de tijd.
Deze passage verleent de titel aan het boek Uit de tijd vallen van de Israëlische schrijver David Grossman. Vorige week werd bekend dat hij de Erasmusprijs ontvangt voor zijn oeuvre. ‘In zijn werk wil hij de mens van binnenuit begrijpen’, stelt de jury, ‘en de ander liefdevol bezien over grenzen van oorlog en geschiedenis heen.’
Grossman beschrijft wat een oorlog doet met mensenlevens en dat maakt zijn werk helaas permanent actueel. Ook nu in Oekraïne tragedies langzaamaan veranderen in statistieken, helpt Grossmans werk je oog te houden voor het menselijk leed dat oorlog aanricht.
Zelf verloor Grossman zijn zoon Uri, een tankcommandant, in de laatste uren van de Israëlisch-Libanese Oorlog van 2006. Vijf jaar daarna schreef hij Uit de tijd vallen, over de rouw van ouders die hun kind zijn verloren. In het boek doet hij wat onmogelijk lijkt: woorden geven aan iets waar geen woorden voor zijn. Ik lees veel over rouw, ik ben onlangs mijn moeder verloren, maar ik las geen ander boek dat zo dicht bij de pijn van verlies komt.
De ontmoetingsplek tussen leven en dood
Het boek begint met een man die opstaat van tafel, in een niet nader genoemde stad. Hij wil ‘daarheen’, zegt hij tegen zijn vrouw. ‘Misschien kan ik hem daar zien. Misschien zelfs met hem praten.’ Vijf jaar geleden verloor het echtpaar hun zoon en vijf jaar lang hebben ze niet gesproken over die nacht dat ze het bericht kregen. En nu wil de man weg, ‘daarheen’, al weet hij niet waar dat is. Hij begint te lopen, eerst rondjes in de kamer, dan om het huis, dan om de stad. Hij loopt en loopt en loopt.
Terwijl hij loopt, leren we andere mensen kennen in de stad. Ook zij zijn een kind verloren en elk gaat anders met het verdriet om. We ontmoeten de nettenboeter die in netten verstrikt aan het water leeft; de centaur die met zijn schrijftafel vergroeid is geraakt; de stotterende vroedvrouw en haar man, de schoenmaker, die spijkers in zijn mond draagt; de rekenonderwijzer die het ene na het andere sommetje op de muur kalkt; de hertog die het allemaal gadeslaat. En de stadschroniqueur, de verteller die alle verhalen noteert, maar ook zijn eigen verlies blijkt te hebben.
Steeds meer van deze personages voegen zich bij de lopende man, op weg ‘daarheen’. Zo komen ze ook figuurlijk in beweging – ze geven een stem aan hun verdriet. Uiteindelijk komen ze bij een wand, een ontmoetingsplek tussen leven en dood. Dichter bij de overledenen kunnen ze niet komen.
Een boek om je door mee te laten voeren
Grossman schrijft normaliter proza, maar toen hij over het verlies van zijn zoon schreef verscheen – tot zijn eigen verbazing – poëzie. In 2012 vertelde hij in een interview met de Vlaamse presentator Ruth Joos hoe hij bij het schrijven een soort druk voelde in zijn pols om de zin te onderbreken en naar de volgende regel te gaan. Passend, vond hij: ‘Een kind verliezen is een overtreding van alle regels. Dus regels over zinsopbouw moeten ook overtreden worden.’
Ik las Uit de tijd vallen als in een koortsdroom. Het duurde even voordat ik Grossmans magisch-realistische wereld begreep, maar na een pagina of twintig was ik gegrepen. Door het poëtische karakter van het boek omzeilt Grossman je hoofd, en raakt hij je recht in het hart. Het is een verhaal om in één zitting te lezen, om je mee te laten voeren, om misschien zelfs hardop te lezen. Het is geen wonder dat het boek bewerkt is voor toneel.
Uit de tijd vallen gaat over heel diep gaan in je verdriet, maar ook over terugkomen. Om, zoals Grossman het uitdrukte tegen Joos, ‘te herinneren zonder eraan te sterven. Te vergeten zonder diegene die er niet is te doden.’ Grossman laat zien wat het betekent om iemand te verliezen. Dat de tijd stilstaat, maar ook doorgaat; dat je nooit meer alleen bent; dat je wilt lopen, een kuil wilt graven in de grond, iets wilt dóén; dat er uiteindelijk toch woorden blijken te zijn. En dat het vreselijk is om een kind te verliezen.
Een pleidooi voor vrede
Grossman vertelt Joos in het interview een anekdote over een buitenlandse journalist en een pasgetrouwde Israëlische vrouw. Hoeveel kinderen willen jullie? vraagt de journalist. Drie, antwoordt de bruid. Waarom drie? reageert de journalist. Omdat er dan nog twee over zijn als er een sneuvelt in de oorlog.
Dat is de realiteit waar ouders mee leven in oorlog, stelt Grossman, die zich al jaren uitspreekt voor vrede in zijn land. Vrede is een ‘andere manier van zijn’, waarin je je bij de geboorte van je kind niet druk hoeft te maken of het zal sneuvelen, waarin het leed dat hij in zijn boek beschrijft vermeden wordt waar dat mogelijk is.
Uit de tijd vallen is daarmee niet alleen een boek over rouw, maar ook een pleidooi voor vrede.