Deze prachtige film laat zien dat ook de mens thuis is op de Wadden
De meeste natuurfilms zitten vol met aannames om dierengedrag te verklaren. Silence of the Tides, over het leven in en rond de Waddenzee, doet dat nadrukkelijk niet: geen voice-over, geen dramatische muziek, geen verhaaltjes. Wel: een rol voor de mens.
De gemiddelde natuurfilm lijkt eigenlijk verdacht veel op de meeste mensenfilms: er zijn helden, slachtoffers, een doel, helpers, tegenstanders, liefde, afwijzing, survival of the fittest. David Attenborough is er een meester in.
Vaak zijn de verhalen keurig gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Maar waar wetenschappers al de neiging hebben om de uitkomsten van hun onderzoek te simplificeren voor het publiek, doen media er graag nog een schepje bovenop. Want wie zit er nu te wachten op een verhaal vol gaten, onzekerheden en mitsen en maren?
Dat valt pas echt op als je een natuurfilm ziet waarin dat níet gebeurt: namelijk in Silence of the Tides, een documentaire van regisseur Pieter-Rim de Kroon over de Waddenzee – de grootste droogvallende zee ter wereld, die zich vanaf Texel uitstrekt naar het oosten en het noorden tot aan het Deense eilandje Langli. Unesco Werelderfgoed, dat natuur van Alaska en Siberië tot Afrika aan elkaar verbindt. De film kwam al in 2020 uit, maar draait door corona nu pas in de bioscopen.
Hoe je mensen fascineert met losse flarden natuurkennis
Wat moet je met onze gebrekkige kennis van dieren, planten, ecosystemen – of beter gezegd, die speldenknoppen van kennis in een zee van open vragen? Hoe fascineer je mensen met losse flarden aan natuurkennis?
Silence of the Tides geeft een geniaal antwoord op die vraag, door een nóg grotere leugen van veel natuurfilms ook overboord te gooien: mensloosheid. Het is een film zonder uitleg, maar mét mensen.
Je ziet de vloed komen en gaan, geulen vollopen en weer leeg, terwijl groepjes roepende rotganzen overvliegen – zacht roepend rotrotrot. Maar je ziet ook mannen in waadbroeken, tot hun middel in het water, sjorrend aan een net, in de weidse stilte onder de brandende zon.
Je ziet een mens gedoopt worden in een kerkje op een waddeneiland, een babykluutje dat met een klein wipsnaveltje onzichtbaarheden uit een weerspiegelend plasje vist, een boer die een Texels schaap helpt bevallen. Een paar zilvermeeuwen die chaos scheppen in een broedkolonie en in het tumult een kuiken achteroverslaan, en een slachter die een lam de keel opensnijdt, terwijl het ondersteboven aan een vleeshaak bungelt.
Een natuurfilm zonder uitleg, maar mét mensen
Geen voice-over die vertelt wat er gebeurt. Geen scènes die logisch maken wat de dieren uitvreten. Geen muziek die duidelijk maakt wie de held is, en wie de schurk.
Geen weetjes over trekvogels, geen alarmerende woorden over vissers die een kokkelbed vernielen, geen mooie praatjes over duurzaam vissen. Geen verhaal over een zeehond die een ander verslaat om een vrouwtje te krijgen, geen historische uitweiding over het gammele locomotiefje, eenzaam tuffend over een roestig spoor op het wad. Al het leven naast elkaar, en net als in het echt zonder uitleg.
De gouden vondst: toon niet alleen de natuur, maar ook de mensen die erin werken
Niet dat je niks leert. Integendeel. Je kijkt over de schouder van mensen die een gps-zender op de rug van een kanoet binden. Onderzoekers met modderige laarzen en een steekbuis, die gebogen over een zeef een schamele wadpier inspecteren. Een serie langwerpige schelpen – scheermessen – die in porseleinen bakjes op een laboratoriumtafel staan te wachten.
En dat is een gouden vondst. Silence of the Tides vertelt niet hoe de natuur in elkaar steekt, maar toont de mensen die erin werken, speuren, leven, en wat zij zien. Geen glad verhaal, maar simpelweg beelden – waanzinnig mooie beelden, dat wel – van waar onze kennis vandaan komt, in al haar knullige onvolkomenheid. Net zo knullig als de lepelaar, die met zijn lange snavel een tak in zijn nest probeert vast te klemmen.
Dat rosse grutto’s wadpieren eten kan je zelf concluderen – en daarmee het gat vullen tussen observaties en feiten, zoals ook de onderzoekers dat moeten overbruggen met hun fantasie.
En waarom eten ze die pieren dan, die rosse grutto’s? Tja, waarom eten mensen lammeren?
De film zegt niet waar de kanoeten uit de Waddenzee precies naartoe migreren, laat staan waarom. Je ontdekt wel dat één kanoet over Groenland naar Alaska vliegt, met een gps-rugzakje om.
Wat we écht weten van het leven op het wad
Zo vertelt Silence of the Tides wat we écht weten van het leven op het wad: dat mensen er eten en kennis vinden, en heel veel andere dieren ook. Dat mensen hele bergen kokkels opvissen, en dat andere dieren die ook lekker vinden. Dat wadvogels leven van het leven in de prut, en mensen ook. Dat vogels opvliegen van mensen die vliegen in straaljagers, maar ook weer gaan zitten.
Zo construeren de makers wel degelijk een verhaal. Er zijn zelfs dingen in scène gezet: kanoeten die onder water open kokkels leegpulken, die moeten wel gevangen zijn, met hun dunne pootjes wadend in een bak met water en een camera.
Maar wat Silence of the Tides níet doet, is gaten invullen. Geen bluf over de beweegredenen van dieren die we niet kennen, geen natuurlijke idylle. De film laat de kijker het van het leven barstende wad ervaren. De schoonheid en de liefde spatten ervan af. Ook voor onze eigen diersoort, al zou het best een tandje minder mogen met onze dadendrang.
De film laat zien dat 'natuur' een onbeholpen begrip is
En juist zo zegt deze film iets fundamenteels over natuur dat andere natuurfilms laten liggen, namelijk dat ‘natuur’ een onbeholpen begrip is. Dat mensen net zo min als andere dieren precies weten wat ze doen of waarom. Dat iedereen, wij net zo goed als oesters, zeeduizendpoten en algen, leven van elkaar, en sterven, en weer leven. Niet als een gebalanceerde symfonie, maar rommelend en modderig.
Het wad als ‘natuurgebied’, dat bestaat slechts op papier. Om het wad te behouden als de explosie van leven die het is, moeten we vooral onszelf beschermen. Onze nieuwsgierigheid, onze diepste verlangens, en onze liefde voor het leven.