Op 8 juni is mijn moeder jarig. Verleden jaar had ik een Egyptisch-Nederlandse acteur uitgenodigd een monoloog gebaseerd op een van mijn boeken (De Mensheid zij geprezen) in haar woonkamer te spelen, dit jaar wilde mijn moeder het rustig houden. Mijn zus was er verleden jaar bij, dit jaar zou ik alleen zijn met mijn moeder.

Ik was van plan rozen voor haar te kopen, maar vroeg in de ochtend stond een vriendin van haar voor de deur met een grote bos pioenrozen en toen heb ik het maar bij taartjes gelaten, want alle vazen waren bezet.

Een meisje dat een documentaire maakt over mijn moeder zou ’s avonds komen filmen en mijn petekind en zijn moeder zouden er ook zijn. Soms lijkt mijn moeder de documentairemaakster als gezelschapsdame te zien, maar helemaal zeker weten doe ik dat niet. Misschien heeft mijn moeder de documentairemaakster aanvaard zoals zij de buurtzorg heeft aanvaard.

Voor het avondeten had mijn moeder groene asperges met worstjes besteld.

Vroeger, toen ik nog een kind was en mijn moeder opstandig, zei ze: ‘Als jullie het wagen me cadeautjes te geven, gooi ik ze naar jullie hoofd.’

Vroeger, toen mijn moeder nog opstand was, zei ze: ‘Als jullie het wagen me cadeautjes te geven, gooi ik ze naar jullie hoofd’

Ik beschikte niet over het psychoanalytisch repertoire om dergelijke uitspraken te kunnen duiden, maar dat dergelijke uitspraken merkwaardig waren, besefte ik goed. Hoewel mijn moeder met volle overtuiging sociaal wenselijk gedrag vertoonde, ontglipte haar soms haar eigen gedrag. Zo herinner ik me nog goed hoe ze tijdens een zomervakantie in een schoenenwinkel haar rode paraplu opstak en met die opgestoken paraplu een tijd in de schoenenwinkel bleef zitten.

Voor al te veel opstandigheid heeft mijn moeder geen kracht meer. Misschien heeft ze er ook geen zin meer in. Ze maakt nog dagelijks een wandeling, maar soms wordt ze halverwege overvallen door moeheid en dan gaat ze even op een muurtje zitten.

De verjaardag van mijn moeder verliep zonder incidenten. ‘Mis je de Egyptenaar?’ vroeg ik aan mijn moeder, die het wel prettig leek te vinden dat er dit jaar geen toneelstukken in haar woonkamer werden opgevoerd.

‘Niet bijzonder,’ antwoordde ze.

We zaten in haar tuin en aten cheesecake. Af en toe dommelde ze een beetje weg in haar tuinstoel. Ze zong wat voor zich uit.

Om een uur of zes arriveerden mijn petekind en zijn moeder en vervolgens de documentairemaakster, die zowel aan mijn moeder als aan mij een microfoontje vastmaakte. Mijn moeder is het intussen gewend dat er een microfoontje aan haar kleding plakt. Misschien geniet ze stiekem van de aandacht, maar het zou ook kunnen dat ze de ware reden voor de aanwezigheid van de documentairemaakster vergeet.

Mijn petekind en ik speelden badminton en mijn moeder bekeek het spel met interesse en onverschilligheid - alsof het niet in haar tuin plaatsvond, maar ergens anders.

Ze woonde niet in een hotel en toch leek het, gezeten in haar tuin, alsof haar huis een pension was. De pensionhoudster had de benen genomen, maar op een dag zou ze weer terugkomen. Het badmintonspel ging verder, mijn moeder zong een lied, in de keuken werden asperges geschild, de toekomst was aangebroken.

Thuis ben je waar de mensen verdwijnen De Hotelmens heeft al vele uitgevers versleten. Ze kwamen te overlijden, verlieten hem of werden verlaten. De merkwaardigste versleten uitgever was ongetwijfeld de Hongaar Peter Z., die nog mailde: ‘Wees een mens en schrijf iets terug.’ Lees hier het feuilleton van vorige week Thuis ben je waar je niet meer weg kan De accountant van de Hotelmens is al op leeftijd. Sinds een ziekenhuisopname is hij niet meer in goede doen. Hij draagt geen pakken meer en ook de boekhouding is zoek. Toch kan hij hem niet laten gaan, uit lotsverbondendheid. Lees hier het verhaal van de accountant van de Hotelmens terug Thuis is waar de ongeleefde levens zich aandienen De Hotelmens is sinds tijden alleen op vakantie en denkt terug aan vriendin A., die hij in 2003 voorloog dat hij in dit bergachtige gebied een luisterboek opnam terwijl hij er in werkelijkheid verbleef met zijn platonische vriendin. En aan een intiem bezoek aan de dokter. Lees hier het feuilleton