De mythe van aangeboren intelligentie: ongenuanceerd én levensgevaarlijk
Hoe kan het dat Nederland nog altijd een gapende kloof in inkomen en gezondheid kent? Volgens biochemicus Martijn Katan komt dat niet meer door een gebrek aan gelijke kansen, maar steeds meer door aangeboren verschillen in IQ.
Dat zit zo. Iedereen die het in huis heeft mag tegenwoordig gaan studeren, dus ook slimme jongeren uit arme milieus. Als gevolg hiervan, schrijft Katan, vinden de meeste mensen met een hoog IQ hun weg naar een hoog inkomen, en blijven ze ook langer gezond.
De mensen die achterblijven hebben dat dus in toenemende mate te wijten aan hun IQ, vermoedt hij. Zij kunnen niet naar het hbo of de universiteit, en eindigen daarom gemiddeld met een lager inkomen en een slechtere gezondheid.
Daar kunnen zij niets aan doen, want hun IQ is ‘voor een flink deel’ genetisch bepaald. En dus, stelt Katan, moeten de laagste salarissen omhoog, omdat mensen die niet gestudeerd hebben net zoveel recht hebben op een fatsoenlijk bestaan als iemand met een bul.
Met dat laatste ben ik het volledig eens, maar in zijn argumentatie maakt Katan een gevaarlijke fout. Hij lijkt namelijk te geloven dat iets wat genetisch bepaald is, in steen gebeiteld is. Oftewel: aangeboren, en dus onafhankelijk van de omgeving waarin je opgroeit.
Door deze – overigens wijdverspreide – misvatting te herhalen, ben ik bang dat Katan het streven naar een rechtvaardigere samenleving onbedoeld meer kwaad doet dan goed.
Genen zijn onveranderlijk, maar hun effect niet
Voor de duidelijkheid: ik bestrijd niet dat genen – stukjes DNA – invloed hebben op IQ. Dat hebben ze. Onderzoek naar eeneiige tweelingen (die min of meer hetzelfde DNA hebben) en twee-eiige tweelingen (die maar vijftig procent van hun DNA delen) laat overtuigend zien dat er een verband is tussen genen en hoe goed iemand scoort op een IQ-test.
Maar ook al zijn je genen min of meer onveranderlijk, de gevolgen die ze hebben zijn dat niet.
Een voorbeeld. Of je ooit in je leven longkanker zult krijgen, wordt mede bepaald door de aanwezigheid van bepaalde genen. Deels ‘genetisch bepaald’ dus.
Zou je in een omgeving leven waarin je niet meer kán roken, dan verdampt dat genetische effect
Een deel daarvan heeft te maken met verslavingsgevoeligheid. Dat bepaalde genen een effect hebben op longkanker, komt namelijk doordat ze ervoor zorgen dat je meer geneigd bent om veel te roken, en zo je longen te asfalteren. Zou je in een omgeving leven waarin je niet meer kan roken, dan verdampt dat genetische effect. Weg!
Dat komt doordat het effect van die genen op longkanker indirect is, via een stap die afhankelijk is van de omstandigheden. En als je een ding onthoudt over genen, laat het dan dit zijn: dat geldt voor alle genetische effecten. Allemaal verlopen ze via moleculaire stappen die afhankelijk zijn van de omstandigheden. Zelfs genetici vergeten dit voor het gemak nog weleens.
Het gaat voor nu te ver om de precieze werking van DNA uit de doeken te doen. Het is genoeg om te weten dat het mateloos complex is. Wetenschappers hebben het menselijke DNA nog altijd niet helemaal in kaart gebracht, laat staan de wirwar van moleculaire processen die uiteindelijk tot een werkend brein leiden.
Onderzoek naar de moleculaire werking van DNA is alsof je een compleet onbekende wereld verkent in het donker, met slechts een zaklamp om je de weg te wijzen.
Genetisch bepaald is niet hetzelfde als aangeboren
Waarop baseren wetenschappers zich dan, als ze zeggen dat intelligentie deels ‘genetisch bepaald’ is? Eigenlijk alleen dat ze weten dat de aan- of afwezigheid van bepaalde genen een iets hogere (of juist lagere) kans geeft op een hoog IQ.
Maar – en dit is cruciaal – ze weten enkel dat dit in de huidige samenleving zo is. Dat is immers de omgeving waarin ze het hebben gemeten. Dat betekent dat als de samenleving verandert, ook dat deel van ons IQ wat nu genetisch bepaald is op losse schroeven komt te staan.
‘Genetisch bepaald’ gelijktrekken met ‘aangeboren’ is slechte biologie
De genen die in de ene studie geassocieerd worden met een hoog IQ blijken in een andere studie, met andere mensen in andere omstandigheden, totaal niet ter zake te doen. Er is geen enkel gen dat elke keer weer opduikt als een belangrijke veroorzaker van verschillen in intelligentie tussen gezonde mensen. Dat kan maar één ding betekenen: de relatie tussen genen en IQ wordt tot in de haarvaten beïnvloed door de omgeving.
Dat betekent niet dat de juiste omgeving alle verschillen tussen mensen kan doen verdwijnen. Het betekent alleen dat of iets ‘genetisch bepaald’ is, daarover geen uitsluitsel geeft. ‘Genetisch bepaald’ gelijktrekken met ‘aangeboren’ of ‘onveranderlijk’ is slechte biologie.
Waarom deze misvatting gevaarlijk is
Geen wetenschappelijke theorie heeft wereldwijd zo veel kwaad gedaan als het idee dat sommige mensen meer erfelijke potentie hebben dan anderen. Het vergoelijken van jodenvervolging en slavernij zijn slechts de ernstigste uitwassen.
Seksisme wordt op dezelfde manier goedgepraat. Ook nu nog worden scheve genderverhoudingen verdedigd met het idee dat vrouwen ‘van nature’ andere dingen willen en kunnen dan mannen. En Forum voor Democratie doet zijn best om een aloude racistische theorie levend te houden: dat sommige bevolkingsgroepen nu eenmaal niet zo intelligent zijn.
Misvattingen over genen hebben ook subtielere gevolgen. Vertel je meisjes voor een wiskundetoets dat ze slechter zijn in wiskunde dan jongens (wat niet zo is) omdat dit aangeboren is, dan scoren ze daadwerkelijk slechter. Vertel je dezelfde leugen, maar met de uitleg dat dit een kwestie van opvoeding is, dan scoren ze beter.
Ik neem graag aan dat gelijke kansen in het onderwijs de kloof tussen arm en rijk niet zullen dichten, zoals Martijn Katan betoogt, en dat ze zelfs de perceptie kunnen vergroten dat mensen een ongelukkige levensloop aan zichzelf te danken hebben.
Maar dat dit komt door het toegenomen effect van aangeboren intelligentie, is een verkeerde interpretatie van de wetenschap. Doen alsof het een feit is dat verschillen in IQ grotendeels aangeboren en dus onveranderlijk zijn, werkt de agenda in de hand van clubs die discriminatie propageren. Sterker nog: het verspreiden van die misvatting zet hun zwaarste wapen op scherp.