Deze kop had kunnen zijn: ‘Handelaar verdient miljoenen aan afgekeurde mondkapjes’. Maar dat is niet het hele verhaal
Het is zaterdagavond 15 mei 2021 als mijn telefoon oplicht.
‘Maarten Halma’ verschijnt op het scherm.
Ik neem op.
‘Anne!’ roept Halma. ‘Kan ik je even storen?’
Nog voordat ik ‘ja’ kan zeggen, steekt Halma al van wal.
‘Ik zit hier in een restaurant met m’n kinderen en werd net gebeld door een journalist die opeens allerlei vragen ging stellen over mijn afgekeurde lading mondkapjes en hoeveel geld ik daaraan heb verdiend. Hoe komt deze man überhaupt aan mijn naam?’ foetert Halma.
Maarten Halma is een van de 150 betrokkenen die ik de afgelopen twee jaar regelmatig sprak voor mijn onderzoek naar de inkoop van mondkapjes. ‘Een simpele verpakkingshandelaar uit Wijchen’, zoals hij zichzelf omschrijft, die tijdens de coronacrisis 19,8 miljoen mondkapjes inkocht voor de overheid, waarvan er zo’n 15 miljoen door de overheid werd afgekeurd. En waarvoor de overheid hem desondanks miljoenen euro’s had betaald.
Over niets van dit alles deed hij geheimzinnig. Sterker, toen ik Halma daar twee jaar geleden voor het eerst over sprak, leek hij zelf ook nog niet te bevatten hoe hij als handelaar in kartonnen bekers en bamboe bestek opeens in een vechtmarkt van mondkapjes, handschoenen en keelswaps was beland.
In een hoog tempo vertelde hij toen hoe hij op de dag dat Nederland in lockdown ging in een conference call belandde met de top van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoe hij daar de vraag kreeg of hij niet voor hen op zoek kon gaan naar 30 miljoen mondkapjes voor de zorg. Hoe hij vervolgens zaken ging doen met een Chinees die in een zijden pyjama voor de camera van zijn computer verscheen. En hoe hij niet veel later kotsend langs de snelweg stond, omdat hij voor miljoenen euro’s bleek opgelicht te zijn.
Het was alsof ik regelrecht in een scène van The Good, The Bad and The Ugly was beland.
Maar nu Halma een jaar later op een zaterdagavond gebeld wordt door een journalist die, zo bleek, zijn contract met de overheid in handen had, voelt hij de bui hangen.
Diezelfde ochtend had de Volkskrant namelijk een groot stuk gepubliceerd over Sywert van Lienden, de man die naar verluidt negen miljoen euro verdiende aan de verkoop van mondkapjes en zo symbool kwam te staan voor de ‘profiteurs van de crisis’.
En de gelijkenis tussen Halma en Van Lienden lijkt niet ver weg. Net als Van Lienden is Halma een ondernemer die voor de crisis nog nooit een mondkapje had geïmporteerd. Net als Van Lienden kreeg hij een miljoenenorder van de Nederlandse overheid. En net als bij Van Lienden bleken aanvankelijk de meeste van de mondkapjes die hij leverde niet bruikbaar.
Halma zag de nieuwskop al voor zich.
En die nieuwskoppen kwamen er ook. ‘Ministerie vergooide 38 miljoen aan onbruikbare mondkapjes,’ kopte Follow the Money twee dagen na het telefoontje van de journalist. ‘Ministerie betaalde onderneming voor levering afgekeurde mondkapjes uit China,’ volgde de Volkskrant niet veel later.
Verhalen waar feitelijk weinig op af te dingen valt. Sterker, toen ik aan het begin van mijn onderzoek voor het eerst het kantoor van Maarten Halma verliet, dacht ik ook: hoe kan de overheid in vredesnaam miljoenen euro’s overboeken aan een willekeurige handelaar uit Wijchen? Een man waar ze nog nooit eerder zaken mee hadden gedaan, laat staan dat hij ervaring had met het importeren van mondkapjes.
Maar naarmate mijn onderzoek vorderde, groeide bij mij de twijfel over hoe verontwaardigd ik moest zijn over het handelen van de overheid destijds. En begon ik steeds meer te beseffen hoeveel grijstinten er eigenlijk zijn in dit soort verhalen – grijstinten die in het publieke debat vaak ontbreken.
Want hoe meer hoofdrolspelers ik uit de begindagen van de coronacrisis sprak, des te meer ik begon te begrijpen waarom de overheid voor miljoenen euro’s aan onbruikbare beschermingsmiddelen heeft ingekocht. Waarom er miljoenen euro’s aan strijkstokken van handelaren bleven hangen. En waarom ambtenaren te maken kregen met leveranciers die voor de pandemie nog nooit een mondkapje hadden ingekocht: Sywert van Lienden. Fred Teeven. Ali B. Nina Storms.
En een simpele verpakkingshandelaar uit het Gelderse Wijchen.
Dit is zijn verhaal.
Tot de volgende!
Anne