Ik zag hem lopen op weg naar het bos. Mijn leeftijd, ergens in de dertig. Zijn dochtertje dartelde voor hem uit. Hij duwde de kinderwagen voort met één hand, in de andere een opengeslagen boek. Toen ik hem passeerde herkende ik het meteen: hét productiviteitsboek van Rick Pastoor.

Ik had gesmuld van Grip, zoals van alle boeken die je helpen je time beter te managen. Door Grip was ik Things gaan gebruiken, handige software voor je taken. Naast Done voor mijn doelen, Evernote voor mijn aantekeningen, en Pomofocus om gefocust te werken en op tijd pauze te nemen.

Mijn naam is Sanne en ik ben een productiviteitsnerd. En zoals die man achter de kinderwagen, verlies ook ik soms uit het oog waar het echt om draait.

Ik plande nooit voor het onverwachte

Sinds mijn vader me het concept van plannen uitlegde (toen ik weer eens pas de avond van tevoren begon te leren voor een proefwerk), was ik verslaafd. Het idee dat je alles kunt doen wat je wilt, als je je tijd maar goed genoeg organiseert, vond ik magisch. Dat gevoel van controle, heerlijk.

Ik heb gelukzalige periodes gekend, waarin ik me een efficiënte machine voelde. Wat ik bedacht, dat deed ik ook. Maar waar ik nooit op plande, was het onverwachte. Dat ik wakker werd met een kater, dat ik smoorverliefd werd, dat mijn moeder een kankerdiagnose kreeg. Met andere woorden: het leven.

Telkens kwam er een moment dat mijn systeempjes verstopt raakten met to do’s die me steeds moedelozer maakten. Niet alleen omdat het veel was, maar ook omdat het bijna nooit de taken waren die ik zelf wilde doen. Nee, pas als mijn inbox leeg was, mijn administratie bijgewerkt, dán zou ik gaan doen wat ik echt wilde. Mijn verlangen naar orde ging het echte leven steeds meer in de weg zitten. Het dieptepunt was het moment dat ik me afvroeg wat eigenlijk het nut was van met vrienden afspreken.

Zoals elk zichzelf respecterend lid van de prestatiesamenleving gaf ik mezelf de schuld als het me op een gegeven moment niet meer lukte. Als ik maar beter zou organiseren, dan zou het allemaal goed komen. Dus, hop, weer een boek en weer een tool en ik was weer een paar weken zoet. Tot de hele cyclus weer opnieuw begon.

Een onmogelijk ideaal

Wat ik niet wilde zien, was dat het me nooit zou gaan lukken. Dat die gelukzaligheid hooguit maar even zou duren, totdat het leven me weer insloot. Dat ik mijn leven nooit op orde zou gaan krijgen. Pas toen ik van Oliver Burkeman las (jup, weer een boek), begreep ik dat ik een onmogelijk ideaal nastreefde.

Burkeman was als scholier al diegene die met gekleurde viltstiften een planning maakte voor zijn examens. Later schreef hij jarenlang voor The Guardian, waarin hij allerlei lifehacks besprak. Net als ik experimenteerde hij eindeloos met manieren om zijn leven beter op orde te krijgen. De column was een goed excuus: ‘Alsof je een alcoholist aanstelt om wijn te beoordelen.’

Tot hij in 2014 op een bankje zat in de buurt van zijn huis en zich realiseerde ‘dat dit allemaal nooit zou werken’. Dat besef maakte hem niet gestrester, maar gaf hem juist de rust waar hij al die tijd naar had verlangd. Want als hij inderdaad iets onmogelijks nastreefde, waarom zou hij zich er dan door laten opnaaien als hij zijn doel niet haalde?

Vierduizend weken

Pas later begreep Burkeman de kern van het probleem: sterfelijkheid. Zijn boek heet niet voor niets 4000 weken, min of meer de duur van een mensenleven. Schrikbarend kort. Je hebt dus geen tijd om alles te doen wat je wilt of wat anderen van je verlangen, wil hij maar zeggen.

Timemanagementtrucs helpen je om dat vervelende gegeven te vergeten. Om geen moeilijke keuzes te hoeven maken over je beperkte tijd, maar om gewoon harder je best te doen om alles erin te proppen. Om jezelf de baas te voelen in een wereld die in werkelijkheid vol zit met onzekerheden en beperkingen.

Want terwijl Burkeman zijn tanden zette in of de kon hij negeren wat het leven echt van hem vroeg: zich overgeven aan het onbekende. Een langdurige relatie aangaan, een gezin beginnen – ‘twee dingen die ik absoluut niet voor elkaar had gekregen met al mijn systemen om dingen voor elkaar te krijgen’.

Het is pijnlijk om te beseffen hoe onzeker en beperkt het leven is, dan maar liever druk-druk-druk. ‘Haast is universeel, want iedereen is op de vlucht voor zichzelf’, schreef Friedrich Nietzsche al.

Er is één techniek, stelt Burkeman, die effectiever is dan alle andere. Het heet: de realiteit onder ogen zien.

Gezond uitstelgedrag

Concreet betekent Burkemans advies dat je je dagen niet moet plannen met het idee dat je alles kunt. En dat is dus niet omdat je zwak bent, maar omdat je een mens bent. Keuzes maak je toch wel (door bijvoorbeeld je vriendschappen te verwaarlozen of nooit te beginnen aan dat ene project waar je al jaren van droomt), dus je kunt ze maar beter bewust maken.

Keuzes maak je toch wel, dus je kunt ze maar beter bewust maken

Burkeman pleit voor gezond uitstelgedrag. Echt goed timemanagement is niet alles willen doen, maar de juiste dingen verwaarlozen. Ik heb al duizend keer gehoord (en terecht) dat ik ‘nee’ moet leren zeggen, maar dat ging vaak over dingen die ik toch al niet wilde doen. Het ligt ingewikkelder, leerde ik van Burkeman: je moet ook nee zeggen tegen heel veel dingen die je wél wilt doen.

Toen ik laatst een van mijn vierduizend weken besteedde aan het maken van plannen voor de komende tijd, hielpen Burkemans lessen me om moeilijke keuzes te maken. Zo raadt hij je aan om één groot project tegelijkertijd te doen (of, hooguit, één werkproject en één privéproject).

Ik moest dus beslissen met welk groot artikel ik nu aan de slag ga, en alle andere ideeën waar ik enthousiast over ben op een lijstje zetten voor later (of voor nooit). En ik moest bedenken of ik nu eerst mijn financiën op orde ga brengen of mijn huis een opknapbeurt ga geven.

Maar het boek helpt me vooral om wat aardiger voor mezelf te zijn. Als er iets gebeurt wat mijn plannen overhoop gooit, of als ik gewoon even de kracht niet heb. Dat ik dan niet geforceerd mijn to do’s hoef af te werken, dat ik niet een minder mens ben omdat het niet lukt, maar dat ik gewoon mijn laptop kan dichtklappen en het leven in kan stappen.

Het blijft een zelfhulpboek

4000 weken bevraagt een ideologie die iets onmogelijks verwacht, namelijk dat je alles gedaan kunt krijgen als je maar efficiënt genoeg bezig bent, maar uiteindelijk behoort het in het genre dat het bekritiseert. Ook dit is een zelfhulpboek.

Het eindigt niet voor niets met een checklist met ‘tien middelen om je eindigheid volledig te aanvaarden’. En in een bijzin zegt Burkeman dat zijn boek ‘op termijn ook een grotere, langer volgehouden productiviteit biedt’.

4000 weken helpt dus, maar het doel is nog steeds een zo goed mogelijk – en, als het even kan, productief – leven. Wil je nog meer fuck the system, dan raad ik van aan. Een verfrissende ode aan zuipen, lelijk zijn en al het andere wat niet mag in een samenleving die gericht is op productiviteit en perfectie. Niet omdat het je een beter mens maakt, maar om een dikke vinger te geven aan ‘een systeem dat ons allemaal naar beneden haalt’.

Op de terugweg uit het bos kwam ik dezelfde man met de kinderwagen tegen. Zijn dochter stond nu achterstevoren op de wagen, hij glimlachte. Ik denk niet dat hij het boek al uitgelezen had, hij had waarschijnlijk wat beters te doen.

Deze aanbeveling is een bewerkte versie van een eerder verschenen

Plaatje van Sanne Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Ik schrijf over onzekerheid en andere onderwerpen waar ik nieuwsgierig naar ben. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees. Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Verder lezen?

Hier moet een kop staan, maar ik had even geen zin er een te bedenken Verwacht geen lifehacks in het boek ‘How to do nothing’, maar een pleidooi voor het verschuiven van je aandacht. Naar dingen die geen geld opleveren, maar er des te meer toe doen. Lees mijn aanbeveling