Half maart 2020: Nederland stevent af op een ramp. Het nieuwe coronavirus grijpt razendsnel om zich heen en een tekort aan mondkapjes dreigt de zorg voor besmette patiënten stil te leggen. Zonder mondkapjes geen zorg. En zonder zorg… ja, wat dan?

Twee jaar later liggen er honderden miljoenen mondkapjes, handschoenen, spatbrillen en jassen te verstoffen in pakhuizen door heel Nederland. Na een trage start had de overheid in vliegende vaart allerlei medische hulpmiddelen ingekocht.

Bijna 2 miljard gaf de Nederlandse overheid uit. En dan was er ook nog die controversiële deal met Sywert van Lienden, Bernd Damme en Camille van Gestel, ondernemers zonder noemenswaardige ervaring met mondkapjes die toch voor 100 miljoen euro mondkapjes mochten kopen.

Het roept veel vragen op over het beleid. Waarom zag de overheid de tekorten niet aankomen? Waarom kon de overheid de tekorten niet snel aanvullen? Waarom is er uiteindelijk zo veel – zo veel te veel – ingekocht aan hulpmiddelen? En waarom konden onervaren partijen zo’n grote rol spelen?

De afgelopen maanden spraken wij, Anne de Blok, Michiel de Hoog en Maurits Martijn, met tientallen betrokkenen die destijds achter de schermen bezig waren met de inkoop van mondkapjes. Zij vertelden ons wat het was om onder druk van pers, politiek, en vooral het snel oplopende aantal besmettingen hun werk te doen.

Vandaag zetten we in deze podcast drie minutieuze reconstructies voor je op een rij, waarin we de crisis beleven door de ogen van de mensen die de crisis in eerste instantie moesten bestrijden.

uitte een Rotterdamse inkoper, René Dullaart, zijn verbazing over de trage handelswijze van het ministerie van Volksgezondheid – en vervolgens werd hij door de overheid gebombardeerd tot nationale inkoper.

Dullaart bezweek half maart onder de druk, en werd afgelost door twee collega’s, Stephanie Kühnle en Jeroen van der Bent, die direct in het diepe sprongen. Ze moesten worden beschermd door speciale eenheden, omdat de lading mondkapjes die ze wilden kopen, op een tochtige parkeerplaats in Lelystad, gekaapt zou kunnen worden door criminelen.

En tegelijkertijd werd Maarten Halma, een wegwerpbestekhandelaar zonder enige ervaring met medische beschermingsmiddelen, plots Nederlandse op mondkapjes.

Bovenal laten de verhalen zien: er was geen plan. Ondanks alle kennis over infectieziektenbestrijding in Nederland regeerden chaos, paniek en improvisatie. De overheid probeerde maar wat, om de zekere golf aan besmettingen, zieken en doden het hoofd te kunnen bieden.

Deze verhalen beschrijven de eerste reactie van de overheid in de mondkapjescrisis. Het was paniekvoetbal – en men wist het. En dus besloten zorg, markt en staat de handen ineen te slaan en een nieuwe organisatie op te tuigen die voor de hele zorg beschermingsmiddelen moest gaan inkopen: het Landelijk Consortium Hulpmiddelen.

De organisatie die de vele honderden miljoenen, nu stof verzamelende, beschermingsmiddelen ging inkopen. Hoe gingen zij te werk? Waarom kochten zij zo veel mondkapjes in? En hoe kijken ze daar nu op terug? Daarover kun je binnenkort zeer uitgebreid meer lezen.

Lees ook:

Operatie Mondkapje Op deze tijdlijn verzamelen we alle verhalen uit dit onderzoeksproject. Ga naar de tijdlijn