Op een plastic stoel in een steeg achter een stadion, tussen twee mobiele urinoirs, zit een kale man. Naast hem staat zijn flesje bier; tussen zijn vingers klemt hij een sjekkie; uit de andere knuist steekt een lauwe frikandel. Drie flinke happen en de vleesstaaf is weg. De man slaakt een zucht, hijst zijn zware lijf uit de stoel. ‘Ik ga er nog een halen,’ zegt hij. 

Het mooie AVROTROS-programma volgt inwoners van een volkswijk een half jaar in hun pogingen om gezonder te leven. De kale man in kwestie is Tony, een lieve beer met een niet zo lief verleden, die zich met zijn 41 jaar al moeilijk verplaatst zonder scootmobiel. Van jongs af aan houdt Tony zich overdag overeind met cola en tabak, om de dag te eindigen met vier broodjes hamburger. Nooit groente? Jawel, ketchup, gefrituurde uitjes. 

Diabetes ligt op de loer. Maar Tony heeft een zoontje, Tony junior, met wie hij wil kunnen rennen en spelen. Dus het moet beter. De scootmobiel wordt ingeruild voor een fiets, de cola voor cola light. En vruchtensap, daar zit toch fruit in. 

Dat het anders ligt met die vruchtensap wordt hem en andere kandidaten verteld door leefstijlcoach Meriel. Ze verschijnt bij hen thuis, blakend en opgewekt, om geduldig te luisteren naar hun voedselzondes en uit te leggen hoe het beter kan. Beter volkoren dan bruin, beter kwark met muesli dan croissants, beter water dan sap. Wat dat laatste betreft heeft Tony zijn onverbiddelijke oneliner al klaar: ‘Water, dat is voor eenden.’ 

Leefstijlcoach Meriel is een goede vrouw, dat kun je zien. Goed gebit, goede armen (yoga? pilates?), goed stel hersenen, goed humeur, de beste bedoelingen. Komt – neem ik even aan – uit een wijk waar het leven ‘beter’ is. Liefdevol maar consequent probeert ze de kandidaten van hun verleidingen af te houden. Maar haar aanwezigheid heeft ook iets confronterends, ook voor de kijker thuis, die zich met een zuinig schaaltje ongezouten amandelen – de schijf van vijf uit het hoofd geleerd – zit te verkneukelen over die frikandel in die knuist. 

Tijd voor jezelf

Schurend is bijvoorbeeld een ontmoeting met Jolanda (52), de stugge buurtengel, die naast twee functies in de zorg meedraait op een buitenschoolse opvang voor moeilijke kinderen, al vijfentwintig jaar vrijwilliger en voorzitter is bij de speeltuinvereniging, evenals buddy voor eenzame buurtgenoten. In haar schaarse vrije tijd staat ze ook nog onbetaald achter de bar bij Go Ahead Eagles. Tijd om van haar slechte gewoonten (veel thee met veel suiker) af te komen heeft ze niet. ‘Maak jij dan nooit tijd voor jezelf?’ vraagt leefstijlcoach Meriel. Jolanda schudt haar hoofd. Geen tijd voor. 

‘Zorgsplaining’: uitleg met opgeheven vinger, uit de hogere regionen van privilege, aan mensen die iets anders aan hun hoofd hebben dan bewust leven, namelijk overleven

Dat de leefstijlcoach naar eigen adagium leeft en wel tijd voor zichzelf creëert, blijkt als ze even later haar filosofie uit de doeken doet: de mensen moeten het toch echt zélf doen. Als een van de kandidaten klaagt dat ze zich niet genoeg begeleid voelt, drukt Meriel haar op het hart dat ze dit voor zichzelf moet doen, en voor niemand anders. 

Een lekker beroep, leefstijlcoach, ga je denken. Veel tijd voor jezelf en tóch andere mensen helpen. En het betaalt, uurtje-factuurtje, ongetwijfeld beter dan Jolanda’s dubbele baan in de zorg. Geen wonder dat ik laatst las over een jonge huisarts die haar werk zo stressvol vindt dat ze overweegt (zes jaar geneeskunde ten spijt) om coach te worden. En ze is de enige niet. In 2013 stonden er bij de KvK nog geen vijfhonderd leefstijlcoaches geregistreerd, in 2021 waren dat er  

Optimistisch zou je daarover nog kunnen opmerken dat als we meer doen aan interventie, er ook minder zorg nodig is. Dat is waar, maar het programma Beter! haalt zelf studies aan waaruit blijkt dat leefstijlinterventies maar een heel bescheiden effect hebben op bijvoorbeeld overgewicht. 

Het programma is zich sowieso bewust van de pijnpunten. Hier worden individuele oplossingen aangedragen voor een maatschappelijk probleem. De leefstijlcoach is hier kalfslederen bekleding voor een tweedehands scootmobiel, pilates voor de zwijnen. De slechte gezondheid in deze volkswijk – ook dat laat Beter! goed zien – heeft diepe sociale en economische wortels. Mensen zijn arm, mensen hebben veel stress. Frikandellen zijn goedkoper dan fruit. 

Beter! is een integer programma, een mooi portret van een aantal types om in je hart te sluiten. Maar het lijkt vrijwel onmogelijk voor zo’n format om gevrijwaard te blijven van wat je ‘zorgsplaining’ zou kunnen noemen: uitleg met opgeheven vinger, uit de hogere regionen van privilege, aan mensen die iets anders aan hun hoofd hebben dan bewust leven, namelijk overleven. 

In de goedbedoelde adviezen klinken onvermijdelijk het moralisme en de betutteling door die ingebakken zitten in onze manier van praten over gezondheid. De stiekeme overtuiging dat je 10.000 stappen en je yoga-armen je eigen verdienste zijn – en het eigen falen van anderen – laat zich moeilijk uitroeien. Gezonder is beter. En beter worden, dat ‘moeten mensen wel zelf doen’. De professionalisering van dat superioriteitsgevoel heet leefstijlcoaching. 

Lees ook:

Geen woord te veel: Boer zoekt vrouw is een ode aan de introverte mens Introverte mensen, kom er maar eens om in de schreeuwmedia. Gelukkig is er Boer zoekt vrouw, waarin het zwijgen dit seizoen tot kunst verheven wordt. Ga naar dit verhaal