Je hebt dit niet van mij, maar roddelen is zo erg nog niet
Ik moet een jaar of dertien geweest zijn. In het trappenhuis van mijn middelbare school, tussen de lessen door, kwam ik twee vriendinnetjes tegen. Ik herinner me niet meer of ze al lachten of dat ze begonnen te giechelen toen ze me zagen.
Maar wat ze zeiden weet ik nog heel goed: ‘Frits vindt dat je een snor hebt.’
Ik zakte door de grond. Frits (niet zijn echte naam) was niet zomaar een lulletje, het was het lulletje waar ik verkering mee had. Waar ik onstuimig mee had getongzoend na het schooltoneelstuk. Als hij het zelfs tegen mijn vriendinnen had verteld, dan wist vast iedereen het.
En was iedereen me, achter mijn rug om, aan het uitlachen.
Iedereen roddelt maar niemand wil een roddelkont zijn
Roddels vind je niet alleen op de middelbare school, maar overal. De afgelopen weken ging het nieuws over het juice channel van Yvonne Coldeweijer, over de rechtszaak tussen Amber Heard en Johnny Depp, over dat zanger Douwe Bob net zijn derde kind in een half jaar heeft gekregen (wat? nee joh!).
En nu je weer naar kantoor en de kroeg kunt, hoor je vast weer sappige nieuwtjes over collega’s, kennissen of de pianoleraar van de neef van de buurvrouw van de frietboer.
Ook ik smul van roddels. Ik luister het liefst naar Who? Weekly, een podcast over de capriolen van B- (en C- en D-)sterren, stop in de supermarkt altijd even bij de tijdschriften om de roddelbladen te bekijken en ben gek op dat gevoel dat je krijgt als je een goede roddel door te vertellen hebt.
Maar roddelen heeft ook een slechte reputatie. Bijna elk geloof verbiedt het en je wil liever niet bekendstaan als een roddelkont. Ben ik dan een slecht mens? Of, op zijn minst, een oppervlakkig mens? Moet ik het niet over kwantummechanica hebben in plaats van over Lea Michele die zich al dan niet verkneukelt over de slechte recensies van Funny Girl?
Ik begon te lezen over roddelen en – misschien is het een of andere bias – maar: nee, roddelen is niet per se slecht. Het is menselijk en, in sommige gevallen, zelfs heel belangrijk.
Homo Gossipus
De mensheid roddelt al duizenden jaren. Hiërogliefen bevatten al juicy gossip – van de seksuele geaardheid van de koning tot de kaalheid van de koningin. En bijna alle heilige boeken zeggen wel iets over roddelen (dat je het niet moet doen, dus).
Evolutionair psycholoog Robin Dunbar gelooft dat gossip een evolutionaire functie heeft. In 1996 schreef hij het boek Grooming, Gossip and the Evolution of Language, waarin hij een neutrale definitie gebruikt van gossip als ‘de uitwisseling van sociale informatie’.
Die gossip, vindt hij, is een essentieel onderdeel van het menszijn. Zoals apen elkaar vlooien om sociale banden te smeden, is zijn hypothese, zo babbelen wij met elkaar over anderen. Zo kunnen we in veel grotere groepen samenwerken dan primaten. (Misschien verklaart dat ook wel dat lekkere gevoel als je roddelt.)
Hoeveel roddelen we dan? Onderzoekers Megan Robbins en Alexander Karan bekeken data van vijf losse studies, waar mensen een apparaatje droegen die meerdere malen per dag hun gesprekken opnam. Roddelen werd gedefinieerd als: het bespreken van iemand die niet aanwezig is. (Zo zie je, de definities verschillen, want Dunbar zag alle uitwisseling van sociale informatie als roddelen.)
Robbins en Karan zagen dat bijna iedereen – in meer of mindere mate – roddelde. Het gemiddelde was 52 minuten per dag. De meerderheid van de roddels was neutraal (‘ze probeert op de hoogte te blijven van films’); zo’n 10 procent waren positieve roddels (‘ze was erg mooi’); en zo’n 15 procent negatief (‘zij maakt echt de ergste grammaticale fouten’).
Het onderzoek is een eerste stap – de steekproeven zijn erg eenzijdig – dus als je nog een onderwerp zoekt voor je scriptie: ik zou het wel weten.
Roddels houden de status quo in stand...
Negatieve roddels, vertelde Dunbar aan The New York Times, helpen een gemeenschap om haar leden te controleren. Ze laten zien welk gedrag ongewenst is, en straffen personen die zich daar niet aan houden.
Dat betekent niet dat alle roddels wenselijk zijn. Roddels zoals die over mijn vermeende snor zijn kwetsend voor mensen die niks verkeerd hebben gedaan – tenzij je lichaamsbeharing een misdaad vindt. (Ook roddels die overduidelijk onzin zijn, kun je maar beter laten zitten, als je het mij vraagt.)
In mijn geval was de straf heel veel schaamte: ik wilde het liefst tot mijn eindexamen onder een deken liggen en Ally McBeal kijken. In plaats daarvan kocht ik chemische bleekgel bij de Etos en sloeg ik later mijn zakgeld stuk voor een wax bij de schoonheidsspecialist boven de bakker.
Zo kunnen roddels de status quo in stand houden. In de klas circuleerde al eerder een keer een tekening van een ander meisje met een snor en het was ook de tijd dat iedereen viel over het okselhaar van Julia Roberts. De boodschap was me duidelijk: vrouwen moeten geen lichaamshaar hebben.
...maar brengen ook verandering
Maar waar roddels onderdrukkend kunnen zijn, kunnen ze juist ook een sterk middel tegen onderdrukking zijn. Want personen zonder macht hebben wél de macht om te kletsen. De #MeToo-beweging begon ooit bij roddels over het gedrag van Harvey Weinstein, die vervolgens door journalisten werden gecheckt.
Als je erover nadenkt, begint verandering wel vaker bij roddels. Iemand vertelt over een ervaring – een handtastelijke baas, een racistische opmerking bij een winkel, een pijnlijke behandeling door een ambtenaar – waar diegene geen publieke aandacht voor kan of wil vragen. Die verhalen worden doorverteld totdat iemand ze oppikt – een journalist, een ngo, een twitteraar – en ze in de openbaarheid brengt.
Nu gaan natuurlijk niet alle roddels over het doorbreken van machtsstructuren. Soms zijn het gewoon lekkere verhalen over mensen die rare dingen doen. Over de buurvrouw die niet meebetaalt aan het buurtfeest, of de jongen die al zijn dates meeneemt naar dezelfde bowlingbaan.
Maar zelfs dan zit er vaak een morele vraag onder: vind jij dit kunnen? Wat had diegene dan moeten doen? Uiteindelijk zijn roddels zo kleine testjes in wat jij goed en fout vindt, en een mooie ingang om daar met elkaar over te praten.
Dus de volgende keer dat je roddelt, kun je gewoon bedenken dat je een praktijkcursus ethiek aan het volgen bent.
Podcasttip voor trotse roddelkonten
Zin om schaamteloos naar roddels te luisteren? Dan kan ik je Normal Gossip aanraden, van auteur en journalist Kelsey McKinney. Tijdens de pandemie realiseerde ze zich hoe erg ze het roddelen miste en besloot er een podcast over te maken.
Elke aflevering heeft een gast (soms meerdere) en begint met een gesprek over wat diegene met roddelen heeft, en raken vaak aan onderwerpen die ook hier in deze nieuwsbrief langskwamen: de waarde van roddelen, hoe roddelen verschilt van journalistiek, etc.
Maar de podcast draait om de juice: een geanonimiseerde roddel – over intriges in een lokale breiclub, over een bijbaantje als goochelaar dat ontspoort, over een buurvrouw die mysterieuze dozen verstuurt. Zo nu en dan stopt McKinney en vraagt ze haar gast: wat zou jij doen?
McKinney vertelt aanstekelijk en ik heb mezelf al meerdere malen betrapt dat ik ‘nee!’ of ‘oh!’ roep tijdens het luisteren. En, zoals met een goede roddel, wil ik iedereen erover vertellen. Maarre... je hebt dit niet van mij.
Tot slot...
...is er werk bij De Correspondent! We zijn op zoek naar een Redactiechef, Office Manager en Commercieel Manager. Via de link vind je meer informatie over de vacatures.