Connor Ratliff was apetrots: de 24-jarige Amerikaanse acteur had een rol gekregen in een miniserie. Vooruit, het was een kleine rol met maar een paar zinnen tekst, maar de regisseurs waren bekend en de serie zou zomaar een hit kunnen worden. Zijn haar was al geknipt, zijn pak al gepast, er kon niks meer misgaan.

Totdat hij een telefoontje kreeg van zijn agent: hij moest opnieuw auditie doen. De regisseur van zijn aflevering, die niet aanwezig was bij de eerste auditie, had zijn video gezien en vond dat hij ‘dode ogen’ had.

Dode ogen.

Ratliff werd met een auto naar de set gereden – een drie kwartier durende martelgang van een rit – om de paar woorden nog een keer uit te spreken voor de regisseur. ‘O, dat was het al?’ zei die na afloop. ‘Ik wou dat er meer van was!’

Het mocht niet baten. Nadat Ratliff de kamer had verlaten, kreeg hij te horen dat ‘ze hebben besloten een andere richting op te gaan’.

Nu is deze anekdote al pijnlijk genoeg, maar het wordt nog pijnlijker. Want het ging om een rol in Band of Brothers, de razend populaire miniserie uit 2001, die veel prijzen ontving (waaronder een Emmy Award voor beste casting, auw).

En de regisseur die vond dat Ratliff dode ogen had? Tom Hanks.

Onzekerheid op de werkvloer

Ik over onzekerheid in alle soorten en maten. De laatste maanden merkte ik, ironisch genoeg, dat mijn eigen onzekerheid me in de weg zat bij het maken van stukken over het onderwerp. Want wie was ik nou om hierover te schrijven?

Toen ik rond ging vragen, bleken collega’s ook onzeker te zijn – stuk voor stuk mensen die ik bewonder, die mooie artikelen schrijven en zelfverzekerd overkomen als ze het over hun vak hebben. Daarom ben ik gefascineerd door onzekerheid op de werkvloer, en werk ik aan een langer artikel erover (daarover zo meer).

Om meer te leren over onzekerheid op het werk is het interessant om te kijken naar mensen die het gewend zijn het deksel op hun neus te krijgen: acteurs. Niet eens uitgenodigd worden voor een auditie, afgewezen worden voor een rol, of de rol wel krijgen maar dan bij de première zien dat je helemaal niet in de film voorkomt. Teleurstelling is deel van de functieomschrijving.

Ratliff raakte na zijn ervaring bij Band of Brothers ontmoedigd. Hij besloot een pauze te nemen – kreeg een baantje als afwasser, werkte op een school en uiteindelijk dertien jaar in een boekwinkel. Langzaamaan pakte hij het acteren weer op en nu werkt hij als acteur en comedian.

Dead Eyes

En als podcastmaker. Want Ratliff bleef zich afvragen: wat was er nou gebeurd op die set van Band of Brothers? Vond Tom Hanks, ‘de aardigste man van Hollywood’, echt dat hij dode ogen had? In de podcast Dead Eyes gaat hij op zoek naar het antwoord – door mensen op te sporen die wel in de serie speelden, door met acteurs en regisseurs te praten over de anekdote, door te proberen Hanks zelf te spreken te krijgen.

Maar de podcast is meer dan een eindeloze uitwerking van die ene anekdote. Hij spreekt gasten over hun ervaringen met afwijzing, duikt in verhalen van rollen die anders uitpakten dan verwacht (er is een hele aflevering over ‘Gary the Masturbator’, een piepkleine rol die Ratliff niet kreeg en uiteindelijk uit de film bleek geschrapt) en praat over de harde realiteit van het werk in de showbusiness.

Zo leer je meer over een fascinerende wereld, maar ook over onzekerheid. Dat min of meer bekende mensen praten over wat er allemaal misgaat, is al een verademing. En in de – vaak grappige – gesprekken duiken soms wijsheden op waar je zelf ook iets mee kunt. Baseer je geluksgevoel op iets waar je invloed op hebt, raadt regisseur Rian Johnson bijvoorbeeld aan, niet op iets wat buiten je ligt.

Zorg dat je niet te veel verwachtingen hebt, raadt een ander aan, en trakteer jezelf op iets als je afgewezen bent, al is het maar een mooie balpen. Van wie dat advies komt? Van, tromgeroffel, Tom Hanks zelf. Want na drie seizoenen lukt het Ratliff: hij krijgt Hanks te spreken.

En of Hanks echt vindt dat Ratliff dode ogen heeft? Dat moet je zelf maar horen. Maar eerst de rest, want dat is zeker de moeite waard.

Impostor Syndrome

Dan over het artikel waar ik mee bezig ben. Dat gaat over het ‘bedriegerssyndroom’ – de angst om door de mand te vallen. Ook ik denk regelmatig: nu gaan ze – collega’s, leidinggevenden, lezers – er eindelijk achter komen dat ik eigenlijk niet goed ben in mijn werk. (Of, erger nog: ze weten het al lang, maar ze zijn te aardig om er iets van te zeggen.)

Vorige week plaatste ik op De Correspondent voor mensen die dit herkennen, of juist helemaal niet. Ik kreeg al geweldige reacties uit allerlei hoeken – kantoren, restaurants, ateliers. Wil jij jouw verhaal ook delen? Dat kan onderaan de oproep (alleen voor leden) of in aan mij.

Tot slot...

...ging over roddelen. Ik beschreef dat er in het academisch onderzoek geen eenduidige definitie bestaat van het fenomeen, en ook in de bijdragesectie ontstond discussie over de precieze betekenis (en het verschil tussen ‘roddel’ en ‘gossip’).

Ik besloot contact op te nemen met de Taaladviesdienst van die zo aardig was om me te helpen. De oorspronkelijke betekenis van ‘roddel’ is negatief, luidde het antwoord, maar intussen heeft het een bredere betekenis gekregen.

‘Dat komt naar ons idee vooral doordat roddel, sinds er roddelbladen bestaan (later aangevuld met hun equivalenten op tv en online), een genre is geworden.’ Het genre is minder heftig dan in bijvoorbeeld Engeland en ook ‘vrij onschuldige “sensatieberichten”’ worden besproken – een zwangerschap, een ruzietje.

‘Dat is in elk geval de indruk die wij hebben van zowel het journalistieke genre (denk aan RTL Boulevard) als van geroddel in het dagelijks leven tussen bijvoorbeeld buren of collega’s. Maar om de strekking en de breedte van “roddel(en)” in de huidige tijd echt vast te stellen, zou een lexicograaf eens diep in het huidige praktijkgebruik moeten duiken.’