Ik dacht dat ik een Amerikaanse roman las waarin de hoofdpersoon seks heeft met Wim Hof. The Iceman. ‘Hij is eind vijftig en hij ziet eruit als een kluizenaar, of een figurant uit Game of Thrones.’ Na een shot wodka en wat voorspel op de bank, legt de ijsman haar op bed en springt dan snel onder een ijskoude douche. Als hij terugkomt is hij zo koud dat het voelt alsof ze een lijk omhelst. ‘But the guy fucked like a god.’

Fictie, leek me. Behalve dat van die Game of Thrones-figurant. De ijsman, met zijn lange grijze haren en zijn monnikenbaard, ziet er niet alleen uit als de archetypische goeroe, hij is het ook. Zo’n goeroe die manisch uitroept dat de maatschappij ziek is en dat hij de mens genezen kan. Het type dat zijn volgelingen opzweept terwijl ze op yogamatten liggen te kronkelen.

Wim Hof en zijn – door middel van koud baden en ademhalingsoefeningen het lijf en de geest trainen – zijn al tien jaar onverminderd in trek. Een toegankelijke variant, elke ochtend koud douchen, is populair bij het soort mannen dat een studie maakt van zelfoptimalisatie. Giel Beelen, Arie Boomsma, ze douchen koud. Zo stimuleren ze hun immuunsysteem. En dat zullen we weten ook.

Vrouwen doen trouwens ook mee. Mijn stiefmoeder, een arts, heeft zich laatst een weekend lang in ijsbaden gedompeld. Een man die ik ken staat iedere ochtend met een kop thee en een warme handdoek klaar als zijn verloofde zich onderwerpt aan haar dagelijkse koude plens.

Wat bezielt deze mensen?

Genot zit ’m in het contrast

Koud douchen zou je kunnen scharen onder wat psycholoog Paul Bloom noemt, goedaardig masochisme: vrijwillig lijden dat niet met seks te maken heeft. In zijn recentste boek The Sweet Spot betoogt Bloom dat lijden in ons bestaan een essentiële bron vormt van genot en betekenis. We worden volgens hem niet alleen gedreven door genotzucht, maar zoeken pijn op, in afgepaste hoeveelheden, om het leven diepgang te geven.

We zoeken ook grotere ontberingen op omdat we er betekenis aan ontlenen

Eén theorie over goedaardig masochisme, schrijft Bloom, is dat het genot ervan zit in het contrast tussen de negatieve en de positieve ervaring. ‘Het is als die mop van die vent die maar met z’n hoofd tegen de muur blijft bonken. Als ze hem vragen waarom, antwoordt hij: omdat het zo lekker voelt als ik ermee ophoud.’

Maar Bloom gaat verder. Een beetje lijden is niet alleen lekker, bij vlagen. We zoeken ook grotere ontberingen op – bergbeklimmen, in het leger gaan, zonder water een marathon lopen in de Namibische woestijn (Wim Hof!), kinderen krijgen – omdat we er betekenis aan ontlenen.

Neem dat bergbeklimmen (Wim Hof deed het in een zwembroek, naar de Waarom mensen het in hun hoofd halen om zichzelf voor astronomische bedragen de extreme pijn, kou, honger en verveling van zoiets aan te doen, is onderwerp van blijvende verwondering. Bloom doet een paar gooien: prestige, nieuwsgierigheid naar de eigen capaciteiten, de bevrediging van het behalen van een groot doel.

In dat alles schuilt betekenis, blijkbaar. Maar wat die betekenis dan is, daar komt Bloom niet helemaal uit. Zijn zoektocht is interessant; ik wil best geloven dat de mens inherent masochistisch is, maar van het waarom weet hij me nergens echt te overtuigen. Zoals ook zelfkastijdende heilmannetjes met hun kathedralen van immuunsystemen me nooit echt overtuigen.

Is het veelzeggend dat het blijkbaar niet voldoende is om in stilte thuis klappertandend onder de douche te staan? Dat het evangelie zo fanatiek verkondigd moet worden? Dat er cursussen van 1.500 euro bij schreeuwende kerels met baarden nodig zijn?

Misschien is het te veel gevraagd van de psychologie om iets wezenlijks, iets expliciets, te zeggen over betekenis, en slaagt de literatuur daar beter in.

De pijn van het verlies van zijn vrouw werd Wim Hof bijna fataal

Over literatuur en betekenis gesproken: ik las die ene roman verkeerd, te gretig en slordig. De hoofdpersoon heeft geen seks met Wim Hof, maar met een van zijn adepten. Een teleurstelling. Na de seks biecht de date op dat hij de Wim Hof-methode toepast om een erectie te kunnen behouden. Het helpt, zegt hij, om het voor de intimiteit zo ijskoud te hebben dat hij de prestatiedruk vergeet.

Nog steeds in bed, als hij weer is opgewarmd, kijken ze samen naar een Vice-documentaire. De ijsman intrigeert de hoofdpersoon. Niet om zijn fysieke prestaties, maar om zijn zichtbare rouw. De pijn van het verlies van zijn vrouw, zegt Wim Hof, werd hem bijna fataal. In zijn diepste dal begint hij in bevroren meertjes te springen, net zolang tot de duizend stekende naalden van de kou minder voelbaar worden, tot ook de pijn van zijn verlies bevriest.

De tragische man, die zo van zijn vrouw houdt dat het, vergeleken bij het gemis van haar, aanlokkelijk lijkt om in een gat in het ijs te springen. Noem me ouderwets, maar ik verkies zo’n verklaring voor vrijwillig masochisme boven de pseudowetenschappelijke praat over het immuunsysteem.

Lees ook:

Wat is het moderne lijden (en bij wie kloppen we ermee aan)? Nederlanders behoren tot de gelukkigste mensen ter wereld. Tegelijkertijd lopen we de deur plat bij psychologen en psychiaters. Wat betekent dat? De komende tijd onderzoek ik hoe de moderne mens lijdt, en wat daar zo eigentijds aan is. Lees mijn verhaal hier terug Het gaat om het leven, niet om het lijden, zegt deze rabbijn In de vijfde aflevering van onze serie De zingevers met geestelijk verzorgers: rabbijn Menno ten Brink. Hij werkt in een traumacentrum. Waar de andere zorgverleners patiënten helpen met het verwerken van hun trauma’s, probeert de rabbijn op zoek te gaan naar het goede in het leven. Luister de podcast van Lex Bohlmeijer en mij hier terug