Boeken nemen je mee, vanaf je strandbedje of campingstoel langs de Parijse elite, de verstofte prairies van Oklahoma naar het oude Griekenland. Tien titels – oud en nieuw – die wij deze zomer lezen.


George Saunders

Het idee van dit boek is simpel. De bekende Amerikaanse korteverhalenschrijver George Saunders selecteert zeven korte verhalen van Russische schrijvers en analyseert ze. Wat je krijgt in dit boek is een masterclass schrijven én lezen. Dat goed schrijven simpelweg de zin is om de volgende zin te lezen. Dat goed schrijven draait om energie overbrengen in je teksten.

Saunders is vreselijk grappig. Sommige verhalen zijn huiveringwekkend of juist heel saai, maar leven op door Saunders’ vondsten. Een heerlijke bundel voor de zomer, die prachtig is vormgegeven. Ik had er alleen een duidelijker titel boven gezet.

Andreas Jonkers

Adjunct-uitgever

Barbara Stok

Striptekenaar Barbara Stok brak internationaal door met een graphic novel over Vincent van Gogh. Ditmaal schrijft ze niet over een beroemde schilder, maar over Hipparchia van Maroneia, een van de eerste vrouwelijke filosofen. Hipparchia groeide in de vierde eeuw voor Christus op in een rijke Griekse familie, en ontwikkelde interesse in filosofie in een tijd dat dat voor vrouwen absoluut niet de bedoeling was.

Als ze een filosoof ontmoet die geen waarde hecht aan bezit, gooit ze haar leven radicaal om. Stoks aanstekelijke tekenstijl maakt je vrolijk en de grote vragen die ze opwerpt, zetten je tegelijkertijd aan het denken. Ik smacht al naar haar volgende project.

Sanne Blauw

Correspondent Ontcijferen

Édouard Louis

In Veranderen: methode schrijft Édouard Louis onomwonden over zijn dubbele ontworsteling aan een sociaal milieu: eerst zijn ontsnapping uit de permanente sigarettenrook en de onverharde wegen van zijn geboortedorp in Picardië, dan zijn klim op de maatschappelijke ladder van provinciestad Amiens naar de onbegrensde mogelijkheden van Parijs.

Vervuld van spijt en schaamte doet Louis uit de doeken hoe hij op de middelbare school in Amiens onder de vleugel wordt genomen door de belezen Elena en haar moeder. Tafelmanieren, gesprekstechnieken, kledingstijl: geleidelijk maakt hij zich de etiquette van de hogere middenklasse eigen.

Maar Louis wil meer, smacht ernaar hogerop te komen. In de weekenden pakt hij de trein naar de Franse hoofdstad, waar hij overnacht bij wildvreemde mannen. Hij leest het werk van Pierre Bourdieu, dineert met de bekende socioloog Didier Eribon. Een puissant rijke bedpartner vergoedt de kosten voor de orthodontist om zijn scheve gebit te fatsoeneren. Als zoon van een alcoholistische fabrieksarbeider schopt hij het tot de École normale supérieure, het Oxford van Frankrijk.

Gelukkig prijst Louis zich niet, zelfs nu hij tot de culturele elite behoort. Hij voelt zich een verrader, voortgestuwd door een selecte groep vrouwen die wél in hem geloven. Anno 2022 hebben we de meest spraakmakende Franse schrijver na Michel Houellebecq in ons midden.

Riffy Bol

Algemeen redacteur

Irene Vallejo

Een boek over boeken – klinkt dodelijk saai, tenzij je Irene Vallejo heet, álles weet over boeken en dat ook nog spannend kan opschrijven. In haar epische Papyrus. De geschiedenis van de wereld in boeken laat de Spaanse classicus Vallejo ons voorstellen dat wat wij nu als vanzelfsprekend beschouwen, ooit revolutionair was: de eerste boeken op papyrusrollen, de eerste bibliotheek, de eerste vertalingen, de eerste keer dat mensen niet alles hoefden te onthouden, maar een naslagwerk konden raadplegen.

Dit boek verweeft Vallejo’s persoonlijke verhaal met honderden duizelingwekkende feitjes over de rol van het boek in onze wereldgeschiedenis (wist je bijvoorbeeld dat onze hele literaire geschiedenis begon bij het bijhouden van inventarissen?). Een boek is zó briljant dat het niet opnieuw hoeft worden uitgevonden, schrijft Vallejo. Toch laat ze in Papyrus – een avonturenroman, essay, geschiedenisboek en autobiografie ineen – zien dat er nog genoeg te experimenteren valt.

Maaike Goslinga

Adjunct-hoofdredacteur

Nina Polak

Op een dag had ik Buitenleven, de nieuwe roman van Nina Polak, uit en moest ik alleen verder. Waarom kroop haar boek me onder de huid? Dat probeer ik uit te leggen om te voorkomen dat ook maar één van haar vaste en toekomstige lezers dit prachtboek ongewild zou missen.

Buitenleven is een slim in elkaar gezet spannend verhaal. Maar het boek is zo veel meer. Op allerlei lagen. Het is onnadrukkelijk mooi geschreven, bijna onschuldig. Desondanks is ieder gesprek, iedere waarneming geladen. Polaks taal is speels, fris en soms bijna barok met een knipoog. Grinniken mag. Zelfkritiek is een betrouwbaar kompas.

Net als in haar vorige boeken (We zullen niet te pletter slaan (2014) en Gebrek is een groot woord (2018)) denkt Polak na over wat schrijven is, maar deze keer doet zij dat implicieter, en sleept de lezer binnen een paar bladzijden mee in het avontuur van twee geliefden die de grote stad verlaten om te ontsnappen aan alle drukte en opgefokte verwachtingen. Een dankzij corona door velen gedeeld visioen.

De zoektocht naar zuiverheid op het onbedorven land is zo oud als de boekdrukkunst, maar wordt door Rivka en Esse als nieuw beleefd en tegelijk beschouwd. Zij storten zich in het sociale leven van het Noorderland, vooral een aanduiding van mentale geografie, waar zij al snel in de invloedssfeer komen van een dominante zielenherderin.

Deze Eva Alta, bekend van tv en zelfhulpboeken, vangt kwetsbare vrouwen in haar modern getoonzette spinnenweb. Veel traumataal en afhankelijkheidsrituelen. Polak beschrijft deze gevoelens en gevoeligheden met lichte ironie, zonder kapot te maken. Rivka, de meest beschouwende van de twee, ziet meestal ook de andere kant. Nuances zijn haar leefgebied.

De depressieve gevoelens van de meer provinciaal geaarde Esse worden door Rivka meegevoeld, zo dichtbij als haar inlevingsvermogen toelaat. Haar stadse instincten beletten haar voluit te geloven in de heilzame werking van rust en ruimte, vuurkorven en handoplegging.

Ik zal de plot niet verklappen. De hulpdiensten van de moderne samenleving hebben het er druk mee. Polak schiep echte mensen, vol knopen, liefde en twijfel. Om een eindje met hen mee te leven. En afscheid te nemen met een lichte toets.

Marc Chavannes

Correspondent Politiek

Jonathan Franzen

Jonathan Franzen is een meester in het schrijven van hilarische, intelligente, ontspinnende familiedrama’s. Hij haalt alles uit de kast in dit eerste deel van drie boeken over de pastoorsfamilie Hildebrandt, in een fictief stadje in de Amerikaanse staat Illinois in de jaren zeventig.

Behalve de familie als plek waar de personages aan toebehoren en naarstig van los willen komen, is religie in een steeds kapitalistischer samenleving het belangrijkste thema. Plus verlangens, van het beantwoorde en onbeantwoorde soort, en drugs, depressie, verzwegen verledens. Franzen heeft duidelijk lol in het schrijven en dat werkt aanstekelijk.

Jelmer Mommers

Correspondent Democratie & Klimaat

John Steinbeck

Uit de (hele) oude doos: dit boek komt uit 1939. En dan raad ik ook nog aan om het in het Engels te lezen. Maar wees niet bang, John Steinbeck schreef het in spreektaal. Ik moest er even inkomen, maar toen had ik het ineens door en hoorde ik de stemmen in mijn hoofd. Vanaf toen las het als een trein – het ruwe geknauw uit de zuidelijke Verenigde Staten (‘sons-a-bitches’) bleek ik dankzij de televisie uitstekend in de vingers te hebben.

Ik werd van mijn sokken geblazen door dit boek, een klassiek vluchtverhaal à la Wat is de wat van Dave Eggers. Mij was altijd verteld dat het gaat over de Dust Bowl: een periode in de jaren dertig van de vorige eeuw waarin grote droogte en verkeerd landgebruik honderdduizenden boeren uit de Amerikaanse staat Oklahoma op de vlucht deden slaan naar Californië, waar voor hen ook geen werk of eten bleek te zijn en ze massaal crepeerden.

Dat klopt niet. Ja, het gaat over die massale vlucht en de mensonterende omstandigheden, maar de hoofdverantwoordelijke waren niet een natuurramp of wanpraktijken van domme boeren – integendeel. Het was een giftige cocktail van schaalvergroting, nietsontziend kapitalisme en xenofobie die zo veel mensen heeft laten sterven. Voor parallellen met de huidige voedsel- en migratiecrisis is weinig fantasie nodig.

Thomas Oudman

Correspondent Voedsel

Philip Huff

Philip Huff schreef een geweldig boek, over een thuis waar het gescheld en getier de boventoon voeren. In zijn jongste roman, Wat je van bloed weet, zien we door de ogen en met de voelsprieten van de hoofdpersoon wat er in een welgesteld gezin uit Laren gebeurt als pa thuiskomt, hoe de hoofdpersoon zich als tiener door het leven bokst en als man strompelt.

Voor een jongeman als ik, opgegroeid in een voor Nederlandse begrippen armoedig nest en omgeving, was het boek een eyeopener: ook zij die het breed hebben, kunnen blijkbaar arm aan liefde zijn, zelfs monsters, ooggetuige van ouders met losse handen, kunnen op hun tong moeten bijten, op hun tenen moeten lopen.

Als lezer zie je de hoofdpersoon in Huffs roman groeien, maar tegelijkertijd achteruithollen: hij wordt bozer en bozer en krijgt problemen aan zijn hart. Daarnaast heeft zijn zus een te hoge bloeddruk. En zijn broertje blowt veel en belandt in de psychiatrie. Logisch, want, zoals Huff schrijft: ‘Het lichaam is een archiefkast, slaat alles op, ook wat je hoofd vergeet.’

In die zin lees ik evenzeer een pleidooi. Wees zachtaardig voor je partner, je kinderen, je thuis, eenieder, lijkt Huff te zeggen.

Hizir Cengiz

Correspondent Twijfel

Bonnie Garmus

Begin dit jaar verscheen de debuutroman van voormalig copywriter Bonnie Garmus: Lessons in Chemistry. En wat een verbondenheid voelde ik tijdens het lezen met de hoofdpersoon. Elizabeth Zott is scheikundige en doet onderzoek naar abiogenese, ofwel de oorsprong van het leven. Maar het is begin jaren zestig, en hoewel haar werk gaat over de materie die ons allen verbindt, krijgt ze te maken met mannelijke collega’s die er een zeer onwetenschappelijke kijk op gelijkheid en gelijkwaardigheid op na houden.

Het leven is net als de wetenschap onvoorspelbaar, en Elizabeths academische carrière neemt een wending. Een aantal jaar later is ze alleenstaande moeder en de sterkok in het tv-programma Supper at Six, waarin ze de kijkers – voornamelijk moeders en huisvrouwen – met behulp van chemie inspireert om aangeleerd maatschappelijk gedrag te bevragen. Het programma blijkt revolutionair. Garmus weet – net als hoofdpersoon Elizabeth – je vermogen tot verandering te prikkelen en doet je inzien dat er voor vrouwen sinds de jaren zestig veel is veranderd, maar ook nog veel te winnen valt.

Sharon Coone

Redactioneel ontwerper

Amanda Montell

Documentaireseries over sektes zoals Wild Wild Country en Keep Sweet: Pray and Obey zijn mateloos populair. Misschien is het de griezelige gedachte dat normale mensen gemanipuleerd kunnen worden door de betoverende woorden van een charismatische leider. Of het is leedvermaak: ‘Mij zou dit nóóit gebeuren.’

Maar sekteachtig taalgebruik kun je uit meer monden horen dan alleen die van fanatieke sekteleiders. In haar boek Cultish. The Language of Fanaticism beschrijft de Amerikaanse linguïst Amanda Montell hoe de gespreks- en taaltechnieken van sekteleiders terug te vinden zijn bij marketingbedrijven, sportscholen en de influencers in je Instagramfeed.

Via de grote sektes die het nieuws bereikten meandert Montell langs de alledaagse bedrijven die graag je aandacht vast willen houden, en laat zien dat sekteachtig taalgebruik (cultish taalgebruik, zoals Montell het noemt) in alles om ons heen gebruikt wordt. Een fascinerend boek over de manipulerende werking van taal, met ook een geruststellende boodschap: zo makkelijk word je óók weer niet een sekte ingezogen.

Eline Derakhshan

Medewerker ledenteam

Meer lezen?

Deze boeken konden we in 2020 niet wegleggen De cafés zijn dicht, de dagen zijn kort, de avonden lang. Alle tijd van de wereld dus om te lezen. Deze veertien boeken (romans en non-fictie) kunnen onze redacteuren je van harte aanbevelen. Lees het artikel