Hoe graag Israël ook wil, echt homotolerant is het land nog niet
De Israëlische stad Tel Aviv wordt gezien als het hart van de homowereld. De gemeente financiert en organiseert alles wat lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en queers aangaat. Aan de andere kant worden Palestijnse homoseksuelen door het Israëlische leger ingezet als informanten en is het homohuwelijk nog steeds niet wettelijk toegestaan. Een reportage vanuit Tel Aviv, over de twee kanten van het leven als Israëlische homoseksueel.
Het terras zit bomvol. Mannen lopen hand in hand, trots hun buggy voortdurend. Even verderop zit een groepje vrouwen. Kinderen huppelen door het Meir-park, dat vandaag uitbundig zijn zeventigste verjaardag viert. Samen met drie andere journalisten uit Nederland zit ik aan een van de laatste vrije tafeltjes van een hip café. De oude meisjesschool midden in het park is op kosten van de gemeente Tel Aviv na 2000 veranderd in een homocentrum met culturele activiteiten, gratis hiv-tests, seksuele voorlichting en praatgroepen voor minderjarige lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en queers (LHBTQ).
We worden te woord gestaan door Eran Lev, een gezette man van ver in de vijftig die al een lang leven als homorechtenactivist achter de rug heeft. In het dagelijks leven advocaat en een van de eerste openlijk homoseksuele gemeenteraadsleden van de stad. Trots vertelt hij over de vele overwinningen die het afgelopen decennium in Tel Aviv zijn geboekt. ‘We verkeren in een unieke positie. De gemeente staat 100 procent achter ons.’
Voortrekker is burgemeester Ron Chalde Huldai, in het zadel sinds 1998. Al was dat toen wel anders. Lev: ‘De burgemeester sprak eerst over homoseksuelen als muskieten. Maar toen hij begreep dat hij nooit zonder hun steun zou kunnen winnen, maakte hij van zijn tegenstanders zijn medewerkers, woordvoerders en ten slotte trouwste aanhangers.’
Geen Arabisch op het monument
Eran Lev maakt zich al lang hard voor de politieke participatie en maatschappelijke aanvaarding van homoseksuelen. Toen hij door uitval van een gemeenteraadslid de kans kreeg voor één jaar zijn plek in te nemen, greep Lev die met beide handen aan. ‘Ik wilde iets wezenlijks bijdragen aan deze stad. Maar een jaar is kort. Uiteindelijk bedacht ik het plan om een homomonument aan te leggen, hier in het Meir-park. Het eerste homomonument van het land.’
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden homoseksuelen actief vervolgd door de nazi’s. Uiteindelijk werden 15.000 mensen in de concentratiekampen vermoord vanwege hun seksuele geaardheid. ‘De aanleg van zo’n monument klinkt een stuk eenvoudiger dan het is. Er was heel wat politieke steun voor nodig. En er barstte direct een hevig debat los, want voor wie moest dit homomonument er komen? Alleen voor de joodse homoseksuelen, of voor alle homoseksuelen die door de nazi’s werden vermoord? Onder de laatste groep bevonden zich ook veel Duitsers. En dan waren nog veel kampcommandanten homoseksueel. Het werd op den duur heel ingewikkeld.’
Palestijnse homo’s zouden door de militaire inlichtingendienst worden gechanteerd en voor de onmogelijke keuze worden gesteld: óf meewerken óf uitgestoten worden
Met hulp van de burgemeester wist Lev uiteindelijk de voltallige gemeenteraad te overtuigen met het monument in te stemmen. Plechtig gaat hij ons groepje voor naar het gedenkteken. Drie lage betonnen blokken vormen een roze driehoek, het symbool dat het naziregime aan homoseksuelen gaf. Ook de bloemperken eromheen zijn driehoekig. Op de zijden van de blokken staat in het Engels, Hebreeuws en Duits: ‘In herdenking van diegenen die door het naziregime zijn vervolgd vanwege hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit.’
‘Eigenlijk wilde ik geen Duits maar Arabisch op de steen,’ fluistert Lev in mijn oor. ‘Maar dat kreeg ik er niet doorheen.’
‘Waarom in het Arabisch?’ vraag ik.
‘Allereerst omdat het de officiële tweede taal van Israël is en indirect om aandacht te vragen voor de lastige positie van Arabische homoseksuelen. Homoseksualiteit is moeilijk bespreekbaar binnen de Palestijnse gemeenschap.’
Maar over dat laatste kan Lev niet vrijuit speken. Als ik hem later vraag naar de moeilijke positie van Palestijnse homo’s, die volgens diverse mensenrechtenactivisten en belangenorganisaties door de Israëlische veiligheidsdiensten vaak als informant worden gebruikt, reageert onze officiële gids onmiddellijk geprikkeld. Al snel voeren de twee in onverstaanbaar Hebreeuws een heftige discussie.
Een gevoelige kwestie, zo blijkt. Palestijnse homo’s zouden door de militaire inlichtingendienst worden gechanteerd en voor de onmogelijke keuze worden gesteld: óf meewerken f uitgestoten worden. In ruil voor het toespelen van informatie zouden ze op den duur wel in Israël mogen wonen. Velen hebben weinig keus: binnen de Palestijnse gebieden worden ze vaak als ‘zondig’ of ‘amoreel’ gezien.
Onze gids staat op. ‘Het is tijd om te gaan,’ zegt hij resoluut. Dit is duidelijk niet het verhaal dat we hadden moeten horen.
De cafés zijn vooral straight-friendly
Maar Israël is trots op het homotolerante Tel Aviv. Een welkome afwisseling op de bezettingsverhalen, tweederangspositie van Israëlische Arabieren binnen eigen land of recent de massale deportatie van Soedanese en Eritrese gastarbeiders naar Oeganda.
En ja, ik ben onder de indruk van de prachtige stranden, feesten, musea, winkels, cafés en vreemde mengeling van vervallen Bauhaus-woningen en gloednieuwe torenflats. De vele homo’s en lesbiennes die ik ’s avonds in de cafés en clubs spreek zijn onverdeeld trots. Het is dan ook moeilijk wedijveren met Tel Aviv. De partystad kent iedere avond een ruime keuze aan feestjes en bars, zelfs op zaterdagavond als de sjabbat alweer voorbij is en de joodse maandag aanvangt.
Echte gaycafés of -clubs kent Tel Aviv nauwelijks. Dat is ook niet nodig in een stad waar iedere uitgaansgelegenheid op homo’s is ingesteld. ‘In Tel Aviv is iedereen erg tolerant. Sterker nog, je zou kunnen zeggen dat de meeste clubs en cafés straight-friendly zijn,’ zegt Shai Doitsh, voorzitter van The Aguda, de belangrijkste homobelangenorganisatie van het land. Natuurlijk is hij in Amsterdam geweest. ‘Het was heel leuk met die bootjes, maar de rest staat er toch maar wat bij.’
Voor hem heeft Amsterdam afgedaan. Hij somt op: ‘Veel clubs zijn gesloten, veel bars verdwenen, de veiligheid is afgenomen. Berlijn doet ertoe, Beiroet ook, maar Tel Aviv is het kloppende hart van de homowereld baby!’
Politieke erkenning blijft nog uit
Niet alleen is zo’n 15 tot 20 procent van de stad (1,3 miljoen inwoners) LHBTQ, ook kent Tel Aviv als enige stad ter wereld een compleet door de gemeente georganiseerde en betaalde gay pride, die dit jaar van 8 tot 14 juni plaatsvindt. ‘In principe werkt het zo in Tel Aviv: alles wat met homo’s te maken heeft wordt gepland, georganiseerd en gefinancierd door de gemeente,’ zegt onze gids.
Ook is er een flink pakket aan sociale voorzieningen samengesteld. Van vrije toegang tot spermabanken en ruime mogelijkheden voor adoptie tot kinderbijslag en oudertoeslagen. En het beleid werkt. Het krijgen van kinderen is de norm onder de homoseksuelen van Tel Aviv - mits de moeder joods is natuurlijk.
Arabische Israëliërs, christenen en atheïsten kunnen ook niet trouwen
Politieke erkenning blijft echter uit. Shai, een jonge homoseksueel: ‘We worden nergens in de grondwet genoemd. Er bestaat geen artikel tegen discriminatie op basis van seksuele geaardheid. Het Israëlische parlement heeft ons zelfs aangeboden een hogere kinderbijslag te geven dan heterokoppels als we maar geen politieke vermelding in de grondwet eisen. Daar willen de religieuze partijen namelijk niets van weten.’
Ook van openstelling van het huwelijk voor homoseksuele koppels is nog lang geen sprake. Homo’s en lesbiennes trouwen zonder wettelijke erkenning. Zoals Rona Honigsberg (27), die dit voorjaar met haar vriendin trouwde. ‘Maar het is niet alleen voor homo’s niet mogelijk om erkend te trouwen hoor,’ zegt ze snel. ‘Arabische Israëliërs, christenen en atheïsten kunnen ook niet trouwen.’
De Israëlische staat erkent alleen huwelijken die door een door de staat erkende religieuze autoriteit zijn gesloten. Het burgerlijk huwelijk, waarvoor homoseksuelen en andere minderheden in aanmerking zouden kunnen komen, wordt niet wettelijk als huwelijk gezien. Het toont een vreemd soort conservatisme waarmee Israël zichzelf toch weer stevig in de regio verankert.
Toch nog veel anonimiteit
Ondertussen staan de zaken in de rest van Israël nog minder florissant voor. In afwezigheid van een gay scene speelt internet voor (geheime) samenkomsten een grote rol. Zo wemelt datingapp Grindr van de (ultra)conservatieve joden die op zoek zijn naar seks, maar verder vooral aan de religieuze normen willen voldoen.
In de afgelopen jaren werden de veel kleinere, zelfstandig georganiseerde gay prides in Jeruzalem regelmatig aangevallen. Zo werden in 2005 twee deelnemers aan de gay pride aldaar door een ultraconservatieve jood met een mes neergestoken. Maar ook in Tel Aviv is niet alles wat het lijkt.
Op enige afstand van het homomonument staat een kleiner monument. Niet veel meer dan een plakkaat eigenlijk. ‘Het is niet de bedoeling dat je dit ziet, maar ik toon het je toch,’ zegt Lev terwijl hij richting het gedenkteken loopt.
‘In augustus 2009 viel een tot op heden onbekende schutter een anonieme bijeenkomst van een praatgroep voor homoseksuele jongeren aan. Twee jongeren kwamen bij de schietpartij om, tien anderen raakten zwaar gewond. De politie heeft meerdere malen mannen gearresteerd, maar iedere keer bleek hij niet de dader te zijn. Dit monument is door de ouders van de slachtoffers betaald. De gemeente heeft de grond wel beschikbaar gesteld, maar wilde dit monument niet financieren. Het past niet bij het beeld dat Tel Aviv wil neerzetten van zichzelf, als vooruitstrevende stad.’