Geef je kind geen geld voor z’n rapport (maar een ijsje voor de zomaar)

Johannes Visser
Correspondent Onderwijs

Wat is erger?

a) Een kind een uur op de gang zetten omdat-ie z’n huiswerk niet heeft gemaakt.

b) Een kind een sticker geven omdat-ie zo mooi schrijft.

Het antwoord: allebei even erg.

Want een beloning is niet het tegenovergestelde van een straf. Integendeel. Straf en beloning zijn twee kanten van dezelfde medaille. Net als een straf is een beloning een beoordeling. Net als met een straf proberen mensen met een beloning andermans gedrag te beïnvloeden, schrijft onderwijsdenker Alfie Kohn in zijn klassieker Punished by Rewards (1993).

Het kinderleven stikt van de beloningen. Wie aan tafel blijft zitten tijdens het eten krijgt een toetje, wie tot z’n zestiende niet rookt krijgt een scooter. Op school krijgen kinderen een sticker als ze iets goed doen, een complimentje van de juf als ze het juiste antwoord geven. Populaire onderwijs-apps zijn gebouwd op de gamification van het leren: ze proberen de aandacht van leerlingen vast te houden door hen voortdurend te belonen. Maak deze sommen en zie de bloemen in je digitale tuintje met ieder goed antwoord groeien! Tien oefeningen zonder fouten? Gefeliciteerd, je verdient een medaille!

Ja… Wat is daar mis mee?

Dat beloningen relaties veranderen. 

Beloningen maken leren lastig

Stel dat je een beste vriend hebt die je wekelijks ziet. Op een dag besluit die vriend je tien euro te geven voor iedere keer dat jullie afspreken. Zou je dan nog net zo graag met hem afspreken? Dat lijkt me niet. Geeft die vriend je vijf euro wanneer hij het leuk vond om je weer te zien en twintig euro wanneer het wat stroever liep? Tijd om een nieuwe vriend te zoeken.

Belonen en straffen ontkent dat mensen van nature willen leren, willen deugen, goed werk willen doen

Beloningen veranderen de relatie tussen mensen door iets tussen hen in te plaatsen. Ieder cijfer, iedere sticker, ieder digitaal bloemetje dat een leerling krijgt, maakt van een in beginsel gelijkwaardige relatie een machtsrelatie. Dat hoeft geen probleem te zijn, en wanneer je uit die relatie weg kan – bijvoorbeeld door een nieuwe vriend te zoeken – zal degene die beloont en straft ervoor proberen te zorgen dat je niet weg wilt.

Maar in het onderwijs kan je niet weg, daar kunnen leraren straffen en belonen zonder daar zelf last van te hebben. Dat maakt het voor degene die beloond wordt moeilijker om hulp te vragen, fouten te durven maken, kritiek te geven en ontvangen – allemaal dingen die belangrijk zijn om veilig en gezond op te kunnen groeien. Om te kunnen leren.

Belonen is slecht voor de motivatie

Beloningen verstoren het leren ook op een andere manier. Want ze veranderen niet alleen relaties tussen mensen, maar ook de relatie die mensen hebben met wat ze doen. 

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen die beloond worden om iets te doen, op termijn minder gemotiveerd zijn om datgene te doen dan kinderen Want de boodschap is: het gaat om de beloning, en wat je moet doen om die beloning te krijgen is in zichzelf niet belangrijk genoeg – dan zou er immers geen beloning tegenover hoeven staan. Cijfers motiveren kinderen daarom om op korte termijn te presteren, maar niet om te leren. Neem de beloning weg, en de motivatie gaat mee het putje in. Niet voor niets is de meestgestelde vraag van leerlingen er een die bij leraren tot grote frustratie leidt: 

‘Is het voor een cijfer?’

Achter al dat belonen gaat een cynisch mensbeeld schuil. Of beter: een on-mensbeeld. Want, schrijft Kohn, het idee dat mensen niets anders zijn dan een verzameling gedrag dat gemanipuleerd kan worden door te straffen en belonen, is ontmenselijkend. Het ontkent dat mensen van nature willen leren, willen deugen, het verlangen hebben om goed werk te doen. Gewoon, omdat dat is wie ze zijn, niet omdat er een straf of beloning tegenover staat. En op de lange termijn, laat onderzoek zien, leidt zulke intrinsieke motivatie tot

Het schooljaar zit er bijna op, dus komen kinderen binnenkort weer thuis met een lijstje straffen en beloningen: het rapport. Van pap, mam, opa of oma krijgen ze er een tientje voor. Een beloning voor een beloning.

Geef ze eens geen tientje voor een goed rapport. Geef ze deze zomer in plaats daarvan eens een ijsje voor de zomaar.