Na de toeslagenaffaire is nu de compensatie-affaire in de maak (en weer wil niemand het horen)
Bij de organisatie die gedupeerden van de toeslagenaffaire moet compenseren, stapelen signalen van overcompensatie zich op. ‘Gedupeerde’ ouders krijgen tienduizenden euro’s als ze een keer een botte brief van de Belastingdienst hebben gekregen, of een maand geen toeslag. De compensatieregeling kost inmiddels meer dan 5 miljard euro. Maar in de politiek wil niemand weten hoe groot het probleem is.
De toeslagenaffaire herhaalt zich in spiegelbeeld.
Waar de Belastingdienst eerder zocht naar de kleinste fouten om grote bedragen aan kinderopvangtoeslag terug te vorderen, zoekt ze nu naar de minste aanleiding om grote bedragen aan compensatie uit te keren.
Bij het ontstaan van de toeslagenaffaire waren er genoeg signalen dat het misging. Ambtenaren van de Belastingdienst klaagden bij hun meerderen dat ze enorme bedragen moesten terugvorderen vanwege geringe gebreken. Maar die signalen bleven hangen in ambtelijke leemlagen.
Ook dat patroon lijkt zich te herhalen. Uit gesprekken met huidige en voormalige medewerkers van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) en interne documenten van de UHT in handen van De Correspondent blijkt dat er grote zorgen bestaan over het verloop van de hersteloperatie.
In alle lagen van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen stapelen signalen van grove overcompensatie zich op. Maar die berichten dringen nauwelijks door tot het politieke debat.
'Wat zijn we eigenlijk aan het doen?'
‘Toen ik begon, had ik het idee: ik ben goed werk aan het leveren’, vertelt een medewerker van de UHT. ‘Zware dossiers met ernstig gedupeerde ouders. Ouders hingen vaak huilend aan de telefoon, omdat ze eindelijk werden gehoord en geholpen.’
Inmiddels heeft de betreffende medewerker al maanden geen zwaar dossier meer gezien. De medewerker is nu vooral bezig astronomische bedragen uit te keren voor… ja, voor wat eigenlijk?
Een voorbeeld: een ouder had in enkele jaren vele tienduizenden euro’s aan kinderopvangtoeslag ontvangen. De kinderopvanginstelling waar het kind verbleef had indertijd aan de Belastingdienst laten weten dat het bij hen veel minder opvang genoot dan de ouder aan toeslag had aangevraagd. De moeder kon zelf ook maar voor enkele maanden opvangfacturen overleggen. Op een brief met het verzoek aan te tonen dat het kind meer opvang had genoten, had de moeder nooit meer gereageerd.
Toch luidde het genadige oordeel van de UHT: de ouder is gedupeerd. Waarom? Omdat er geen tweede brief van de Belastingdienst/Toeslagen was gevonden waarin om extra facturen werd gevraagd. Het ontbreken van zo’n zogenoemde ‘rappelbrief’ volstaat inmiddels om als slachtoffer van de toeslagenaffaire te worden gekwalificeerd.
Zodoende kreeg de ouder meer dan honderdduizend euro aan compensatie. En daar houdt het niet bij op: gedupeerden zoals zij kunnen daarnaast aanspraak maken op 2.000 tot 10.000 euro per kind, plus 10.000 euro voor de ex-partner, plus kwijtschelding van publieke schulden (waaronder studiefinanciering, belastingschulden, verkeersboetes), plus het overnemen van alle private schulden (waaronder zakelijke schulden van het eigen bedrijf tot een bedrag van twee ton), plus compensatie van de ‘werkelijke schade’, plus hulp van de gemeente bij bijvoorbeeld het zoeken van een woning.
‘Veel mensen hier hebben wel het gevoel van: wat zijn we eigenlijk aan het doen?’ vertelt een UHT-medewerker.
Kosten compensatieregeling: meer dan vijf miljard euro
De casus staat niet op zich. Vóór de aankondiging van de Catshuisregeling, waardoor gedupeerden direct 30.000 euro konden ontvangen, hadden zich ongeveer 9.000 burgers gemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot 53.781.* Meerdere UHT-medewerkers bevestigen dat bij deze recentere aanmelders zelden sprake is van ernstige problematiek.
De begroting voor de hersteloperatie is dan ook opgelopen van zo’n 500 miljoen euro in juni 2020 tot 5,8 miljard euro in de laatste voorjaarsnota. Dat is, omgerekend, zo’n 232.000 euro per gedupeerde. Ongeveer een kwart van dat bedrag (1,2 miljard euro) is gereserveerd voor gemeenten en de UHT die de herstelregeling uitvoeren.
Staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD) liet in de laatste voortgangsrapportage weten dat er straks 1.500 fte werkzaam zijn bij de UHT* om zo’n 25.000 gedupeerden te helpen. Ter vergelijking: in 2013, toen de toeslagenaffaire zich voltrok, werkten er bij de hele Belastingdienst/Toeslagen 600 fte om ongeveer 5 miljoen huishoudens van toeslagen te voorzien.
De criteria voor compensatie zijn ondertussen enorm opgerekt. Zo krijgt vrijwel iedereen die tijdens de toeslagenaffaire ‘opzet/grove schuld’ is verweten door de Belastingdienst compensatie. Daarbij wordt er dus van uitgegaan dat de Belastingdienst het in de afgelopen vijftien jaar nooit bij het rechte eind had. Dat er in het verleden te makkelijk werd geoordeeld dat bewust misbruik werd gemaakt van de kinderopvangtoeslag, staat buiten kijf. Maar dat de Belastingdienst zo incompetent was dat ze alleen maar volstrekt onschuldigen van misbruik betichtte, is onwaarschijnlijk.
'De beschikbare informatie is zeer summier'
Nog een probleem is de enorme informatieachterstand van de Belastingdienst bij terugvorderingen van vóór 2012. De Belastingdienst/Toeslagen kreeg in 2012 namelijk een nieuw ICT-systeem, waardoor brieven van vóór die tijd niet of lastig zijn terug te vinden – en het ontbreken van brieven is inmiddels een compensatiegrond.
De commissie-Donner, die opdracht had een voorstel te doen voor een werkbare compensatieregeling, had hier in haar rapport uit april 2021 al voor gewaarschuwd. ‘De beschikbare informatie aan overheidszijde over beslissingen uit het verre verleden’ is ‘zeer summier’, schreef zij.* En: ‘De parate kennis gaat niet veel verder terug dan 2011.’
De aanbevelingen van de commissie-Donner zijn door de staatssecretaris en de Tweede Kamer volledig genegeerd. De staatssecretaris en de Tweede Kamer besloten dat alle gedupeerden vanaf het begin van het toeslagenstelsel gecompenseerd moesten worden. Daarmee is de UHT al vanaf het begin voor een onmogelijke opgave komen te staan.
De informatieachterstand zorgt er ook voor dat, wanneer je weet wat je moet zeggen, de deuren voor compensatie zich openen. In een intern UHT-document, waarin signalen van misbruik en overcompensatie worden beschreven,* valt te lezen hoe sommige ouders hier misbruik van maken. Een UHT-medewerker schrijft dat hij Facebookgroepen heeft gezien waarin ‘belscripts’ worden uitgewisseld en ‘gespreksopnamen/verslagen’ met UHT-medewerkers worden gedeeld, zodat ‘ouders precies weten wat er gezegd moet worden om iets voor elkaar te krijgen’. ‘Denk hierbij aan bijvoorbeeld brieven die in een bepaalde periode niet te achterhalen zijn’, schrijft de medewerker.
Dit is geen denkbeeldig gevaar. Medewerkers laten weten dat zij burgers spreken die een lijstje aflopen met compensatiegronden: iemand heeft mijn DigiD misbruikt, de opvang heeft de kinderopvangtoeslag gehouden, ik heb de brieven niet ontvangen. De volgende dag krijgen ze iemand aan de lijn met exact hetzelfde verhaal. Aangezien de politieke opdracht is om het verhaal van de ouder niet in twijfel te trekken (hoe onwaarschijnlijk ook), valt hier niks aan te doen.
Geen drama, wel compensatie
De meeste compensatie, zo menen medewerkers, gaat echter niet naar oplichters, maar naar mensen bij wie wel iets is gebeurd, maar niets dramatisch.
Bij die mensen is er soms ook verbazing wanneer zij erachter komen dat hun lichte ongemak van jaren terug meer dan 30.000 euro oplevert. In het interne document van de UHT met signalen van overcompensatie valt bijvoorbeeld een gesprek te lezen tussen een vader en een zaakbehandelaar. ‘Ouder was zeer verbaasd dat hij compensatie kreeg’, noteert de medewerker. ‘Hij zei natuurlijk geen nee. Wel zei hij: “Jullie hebben zeker geld te veel.”’
De ouder zei natuurlijk geen nee. Wel: jullie hebben zeker geld te veel
Een UHT-medewerker vertelt dat die een ouder moest compenseren bij wie de toeslagen een maand waren stopgezet wegens ontbrekende informatie. Toen de ouder de gevraagde gegevens had aangeleverd, was de betaling hervat. Schade: de hinder van een maand wachten op kinderopvangtoeslag. Compensatie: tienduizenden euro’s.
Of neem de moeder die volgens gegevens van het UWV te weinig uren werkte om aanspraak te maken op kinderopvangtoeslag. Toen de Belastingdienst/Toeslagen daarachter kwam, had ze de uitkeringen van kinderopvangtoeslag gestaakt. De moeder kon echter aantonen ook in een eigen bedrijf uren te maken, waarna de betalingen werden hervat. Het is natuurlijk een bruuske benadering van de Belastingdienst: eerst toeslagen stoppen, dan vragen stellen. De moeder ontving hierdoor pas maanden later haar toeslagen. Vervelend, maar of zo’n botte benadering nu compensatie van meer dan 30.000 euro rechtvaardigt, is de vraag.
Een brief die uit de lucht komt vallen? Hier, compensatie
Nog een voorbeeld: elke ouder die ooit bij een gastouderbureau of kinderopvang zat waar een soort-van-fraudeonderzoek (de zogenoemde CAF-zaken) naar werd gedaan, heeft van de UHT brieven gekregen waarin de ouder wordt aangespoord zich als gedupeerde te melden.
Maar die ouders hebben soms helemaal geen hinder ondervonden van dat fraudeonderzoek. Het interne document van de UHT beschrijft een voorbeeld van een vader die zich meldt bij de UHT. ‘Mijn herbeoordeling toonde aan dat de ouder niet gedupeerd was, maar dat hij zelfs te veel kinderopvangtoeslag had genoten’, noteert de zaakbehandelaar. ‘In het gesprek met de ouder gaf hij aan dat hij inderdaad niet gedupeerd was, hij voelde zich ook niet gedupeerd, hij had zelfs een pluim voor Toeslagen.’
Toch oordeelde het beoordelingsteam dat deze man gedupeerd was. Waarom? Omdat de Belastingdienst hem een brief had gestuurd waarin werd aangekondigd dat zijn toeslagen werden stopgezet. De man moest zo snel mogelijk informatie verschaffen waarmee hij zijn recht op kinderopvangtoeslag onderbouwde. De man verschafte die informatie, dus van stopzetting was nooit sprake geweest.
Als de zaakbehandelaar aan de juristen bij de UHT vraagt waarom deze man toch 30.000 euro moet ontvangen, antwoorden zij dat zo’n stopzettingsbrief ‘uit de lucht komt vallen’ en dus ‘stress bij de ouder wordt verondersteld’.
Met andere woorden: een botte brief van de Belastingdienst geeft recht op minstens 30.000 euro aan compensatie. Ter vergelijking: slachtoffers van seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg moeten het van de overheid doen met 5.000 euro.*
Hadden we het zo bedoeld?
Staatssecretaris Aukje de Vries sust, net als haar voorganger, dat het wel meevalt met de verkeerde betalingen. Zij wijst op het beperkte percentage ‘onrechtmatige uitkeringen’. Dit zijn UHT-betalingen die niet conform de wet zijn gedaan. Uit het laatste verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het aandeel onzekere en foute betalingen van compensatie op 7,2 procent ligt.* Dat is een percentage dat op een normaal dossier aanleiding zou zijn een bewindspersoon stevig ter verantwoording te roepen.
Maar die 7,2 procent is het probleem niet. Het werkelijke probleem ligt niet bij ‘onrechtmatige’ betalingen, maar bij wat doorgaat voor ‘rechtmatig’. Een ouder die een botte brief kreeg, maar bij wie verder nooit een euro aan kinderopvangtoeslag is teruggevorderd, krijgt volstrekt rechtmatig meer dan 30.000 euro aan compensatie. Het uitkeren van zulke bedragen volgt volgens staatssecretaris De Vries uit ‘de gemaakte beleidskeuzes’.*
En tegen die ‘gemaakte beleidskeuzes’ maakt geen enkele politieke partij bezwaar. Niemand lijkt zelfs maar te willen weten hoe groot het probleem is. Niet zo vreemd, omdat de hele Kamer in moties en amendementen heeft aangedrongen op ruimhartige compensatie op steeds lossere gronden.
Na de openbaring van de toeslagenaffaire klonken plechtige beloftes over ‘luisteren naar de uitvoering’ en ‘aandacht geven aan wetgeving’. Maar adviezen en waarschuwingen zijn genegeerd. Beelden en sentimenten hebben de overhand gekregen. En zo slaapwandelen we van toeslagenaffaire naar compensatie-affaire.
Laat niemand straks beweren dat we het zo niet hadden bedoeld.