Deze omwenteling in het woonbeleid bleef onopgemerkt
Het ging verloren in het laatste nieuws over de oorlog in Oekraïne, het geklaag over de lange wachtrijen op Schiphol en de ophef rond Hugo de Jonges appjes over Sywert van Lienden. Maar de afgelopen maanden kondigde het ministerie van Binnenlandse Zaken een belangrijke verandering in het woonbeleid aan.
In mei publiceerde het deel twee van de plannen voor het woonbeleid van minister Hugo de Jonge. Het rapport droeg de niet erg mediagenieke titel Een thuis voor iedereen, en het kreeg nauwelijks aandacht van de pers.
Dat was onterecht, ontdekte ik toen ik het las voor een essay dat binnenkort verschijnt. De plannen braken namelijk met het gangbare debat over wonen. Ze gingen nu eens níét over aantallen nieuwbouwwoningen en de beste maatregelen om woningen betaalbaar te houden. In plaats daarvan concentreerde De Jonge (of liever: zijn ambtenaren) zich op de woningzoekenden voor wie dat niet voldoende is.
Behalve een betaalbare woning hebben deze mensen zorg, maatschappelijke ondersteuning of aanpassingen in huis nodig. Bijvoorbeeld omdat ze al ouder zijn, een beperking hebben of omdat ze sociale en/of psychische problemen hebben. Of omdat ze tot een groep behoren die ook mét maatregelen voor betaalbare woningen maar moeilijk aan een huis komt, zoals arbeidsmigranten of (internationale) studenten.
Tot eind 2023 moeten alle gemeenten deze groepen in kaart brengen en plannen maken voor hun huisvesting, mét de bijbehorende zorg en ondersteuning.
Wonen is meer dan het hebben van een dak boven je hoofd
Dat is een ingrijpende maatregel, die betekent dat er eindelijk aandacht komt voor degenen die het het allermoeilijkst hebben in hun zoektocht naar een goed huis. Maar er was nog een reden dat ik het mooi vond de plannen te lezen.
Ze gaan namelijk uit van het besef dat wonen veel meer is dan het hebben van een dak boven je hoofd. Een woning is de basis van waaruit mensen werken, sociale contacten aangaan, voor anderen zorgen of zorg krijgen, waar ze tot rust kunnen komen.
Dat geldt niet alleen voor de kwetsbaarsten in de samenleving. Het geldt voor iedereen.
Gemeenten en woningcorporaties komen al geld tekort
Natuurlijk, de plannen zijn niet perfect. Zo vind ik de focus op specifieke doelgroepen niet handig. Iedere afbakening van een groep waar nieuwe regels voor worden gemaakt, heeft tot gevolg dat er mensen zijn die erbuiten vallen. Waarvoor dan weer een nieuwe groep gedefinieerd moet worden. Enzovoort.
Bovendien moeten de oplossingen komen van de partijen die daar het minste budget voor hebben: gemeenten en woningcorporaties. Veruit het grootste deel van de mensen over wie het rapport gaat, heeft namelijk een laag inkomen. Zij zijn dus aangewezen op een sociale huurwoning.
Maar woningcorporaties komen ook zonder deze extra taken al geld tekort. En gemeenten moeten hun schaarse middelen verdelen over tal van terreinen zoals de jeugdzorg, de langdurige zorg en de ggz.
Maar toch: het besef dat woonbeleid om meer draait dan het bouwen van voldoende woningen en maatregelen om die betaalbaar te houden, is een welkome verandering. Meer daarover lees je in het essay dat ik binnenkort publiceer.
Om te lezen, kijken en luisteren
- Als het aan de VVD ligt, worden sociale huurwoningen in de toekomst kleiner en goedkoper gebouwd, schrijft Peter Hendriks in dit artikel voor Follow the Money. Op initiatief van die partij staat in het regeerakkoord dat huurders in de toekomst alleen nog huurtoeslag over hun volledige huur krijgen als die lager is dan 550 euro per maand. Volgens Hendriks zal dat ertoe leiden dat corporaties kleinere, goedkopere woningen gaan bouwen.
- Merlijn Schoonenboom schreef voor De Groene Amsterdammer een mooi stuk over de Stadtflucht vanuit Berlijn. Decennialang was de Duitse hoofdstad een plek waar iedereen heen wilde. Nu de huren er te hoog worden en de avonturiers van toen ouders zijn geworden, is er een trek gaande vanuit de stad naar het omringende platteland.
- Het is al een wat ouder stuk, maar ik was gefascineerd door dit onderzoek van de Los Angeles Times naar de mislukking van een grootschalig woningbouwprogramma in Mexico. Begin deze eeuw liet de regering enorme buitenwijken uit de grond stampen, waar armere inwoners met een garantie van de overheid een huis konden kopen. Maar de huizen werden gebouwd op plekken ver weg van werk of op slechte stukken land, zoals vlak langs een rivier. De wegen, elektriciteitsnetwerken en riolen werden slecht onderhouden. En dus trokken veel bewoners weer weg.
- En als je nog iets moois zoekt om te lezen op vakantie: ik kan het nieuwe boek van Lynn Berger, Zorg, van harte aanbevelen. Je zult daarna nooit meer over het hoofd zien hoe alomtegenwoordig zorg is, en hoe nodig voor het functioneren van de maatschappij.
Zelf ben ik vanaf eind volgende week even weg, tot en met de eerste week van september. De volgende nieuwsbrief verschijnt begin oktober.
Tot dan!
Josta