Wat doe je als je een staatsgeheim in je bezit hebt?
Tijdens mijn archiefonderzoek naar de Sergeantencoup van Desi Bouterse in Suriname in 1980, stuitte ik op een geheim dossier. Dat bleek per ongeluk openbaar te zijn. In deze update vertel ik wat inmiddels de status van het dossier is.
Op 12 juni schreef ik over een geheim dossier dat ik aantrof in het openbare Tweede Kamer-archief in Den Haag. Ik stuitte op dit geheime dossier omdat ik voor onze serie ‘Dossier Staatsgeheimen’ onderzoek deed naar de veelbesproken staatsgeheimen rond de Surinaamse militaire coup van 1980, en de mogelijke betrokkenheid daarbij van een Nederlandse kolonel. Veel van het onderzoek dat de Nederlandse overheid naar deze kolonel Hans Valk liet uitvoeren is openbaar, maar enkele belangrijke bijlagen, waaronder getuigenverklaringen, zijn geheim en komen pas in 2060 in de openbaarheid. Toch trof ik één van die getuigenverklaringen in het openbare archief aan. De getuige in kwestie beweert, in tegenstelling tot de conclusie van het onderzoek dat wel openbaar is, dat Valk schuldig is aan het plegen van de coup.
Na publicatie van het artikel werd ik zowel vanuit Suriname als Nederland door verschillende media benaderd. Ik stond onder anderen in de krant De Ware Tijd en was te horen op de Surinaamse radio. Ik ontving ook bericht van het Nationaal Archief; het dossier dat ik had aangetroffen was ten onrechte in het openbaar archief terechtgekomen. Inmiddels is het verwijderd en wordt de status van het dossier hersteld - oftewel: gaat het weer terug naar het depot waar het thuishoort, bij de andere getuigenverklaringen die tot 2060 geheim blijven.
Enkele lezers waren benieuwd naar de reactie van SP-Kamerlid Harry van Bommel, die zich al jaren inzet voor het openbaar maken van de dossiers. Van Bommel noemt het ‘vreemd’ dat de getuigenverklaring zomaar in het openbaar archief ligt en denkt dat het om ‘een vergissing’ gaat. Maar niet zomaar een vergissing, onderstreept hij: voor de getuige had deze openbaarheid, als het dossier in de verkeerde handen terecht was gekomen, vervelende gevolgen kunnen hebben.
Daarnaast adviseerden een paar mensen het dossier, waarvan ik een kopie had gemaakt, uit mijn huis te verwijderen. Vooralsnog heb ik geen vreemde types aan mijn deur gehad, maar in het kader van ‘je-weet-maar-nooit’ is toch besloten de kopie te vernietigen. Immers: wij zijn in deze serie vooral geïnteresseerd in de mechanismen van geheimhouding en ontsluiting, en de verhalen die in archieven besloten liggen - we zijn geen tegenstanders van het staatsgeheim an sich.
Dus voor iedereen die van plan was een bezoek aan mijn huis te brengen: er is niets meer te vinden.
Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten, en kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.