Eerst een vraag. Wie is, volgens het CBS, ‘laagopgeleid’ en wie ‘hoogopgeleid’?

  1. Laagopgeleid = een vmbo-leerling, hoogopgeleid = een havo- of vwo-leerling
  2. Laagopgeleid = iemand met ten hoogste een mbo-diploma, hoogopgeleid = iemand met een hbo- of wo-diploma
  3. Hoogopgeleid = iemand met een universitair diploma, laagopgeleid = de rest

Het antwoord komt zo.

Ik vraag het, omdat je vandaag de dag vaak hoort dat we af zouden moeten van de begrippen ‘laag-’ en ‘hoogopgeleid’. Mensen zijn toch gelijkwaardig? Het is niet oké om ze op te delen in laag en hoog! Noem mensen liever praktisch en theoretisch opgeleid!

Een goedbedoeld standpunt, ongetwijfeld. Maar ook een lui standpunt.

Stel je twee vogelaars voor, die met hun verrekijkers op een boomstronk in het bos zitten.

Zegt de een: ‘Kijk, een vogel!’

Zegt de ander: ‘Kijk, nog een vogel!’

Zegt de een: ‘Vogel!

De ander: ‘Vogel!’

Na iedere gespotte vogel zetten ze een streepje in een van de twee kolommen in hun vogelboekje: laagvliegers en hoogvliegers.

Dat is natuurlijk niet hoe het gaat. 

Hoe het wel gaat

In werkelijkheid zal de ene vogelaar bijvoorbeeld zeggen: ‘Kijk daar, die met die zwarte bef, een appelvink!’ De andere vogelaar zal misschien reageren met: ‘En zie je daar die twee kuifmezen?’ Aan ‘t eind van de dag hebben ze in hun notitieboekje een lijst van twintig vogels staan die ze die dag gespot hebben. Door hun vogelkennis hoeven ze die beesten niet in twee groepen in te delen.

Af willen van de termen ‘laag-’ en ‘hoogopgeleid’ mag dan wel een morele connotatie hebben, maar verhult onderliggende desinteresse

Wie zegt dat ‘we’ mensen niet ‘hoog-’ en ‘laagopgeleid’ zouden moeten noemen, heeft geen verrekijker nodig om mensen in te delen. Hij ziet nog altijd maar twee smaken, met geen andere reden dan dat twee groepen makkelijker te onthouden zijn dan drie, vier of tien. 

Wie zich daarentegen daadwerkelijk interesseert in andere opleidingen, weet bijvoorbeeld dat ‘het vmbo’ uit meerdere niveaus bestaat en dat er in het verlengde daarvan vier mbo-niveaus zijn. En dat we de termen ‘hoog-’ en ‘laagopgeleid’ wel kunnen vervangen, maar dat we dan in ieder geval ook iets moeten doen aan de woorden ‘havo’ (hoger algemeen vormend onderwijs) en hbo (hoger beroepsonderwijs), en in wezen aan het hele onderwijssysteem – dat mensen nu eenmaal in een hiërarchie plaatst op basis van cognitieve vaardigheden.

Zelfs het CBS, dat een leidende rol heeft in welke begrippen bijvoorbeeld wetenschappers en journalisten gebruiken, gebruikt niet twee, maar drie begrippen om mensen naar opleidingsniveau in te delen, waarvan er een zelden tot nooit doordringt tot het publieke debat of onze dagelijkse gesprekken ‘Laagopgeleid’ is iedereen die alleen naar de basisschool is geweest, of ten hoogste een vmbo-diploma of een diploma op mbo-1-niveau heeft behaald. ‘Hoogopgeleid’ is iedere Nederlander met een hbo- of universitair diploma.

De meeste Nederlanders zijn gemiddeld

En tussen laag- en hoogopgeleid zitten de ‘middelbaar opgeleiden’: iedereen die een havo- of vwo-diploma heeft, of een studie afgerond heeft op mbo-2-, mbo-3- of mbo-4-niveau. De automonteurs, beveiligers en ondersteuners in verpleeghuizen (mbo-2). De pedagogisch medewerkers op de kinderopvang, administratief medewerkers en gehandicaptenverzorgers (mbo-3). De verpleegkundigen, programmeurs en schoonheidsspecialisten (mbo-4).

Beter bekend als: de meeste Nederlanders (zo’n 40 procent van de volwassen bevolking).

Geen van de antwoorden op de vraag aan ‘t begin is dus goed.

Ha!

Af willen van de termen ‘laag-’ en ‘hoogopgeleid’ mag dan wel een morele connotatie hebben, maar verhult vooral een onderliggende desinteresse. Het klinkt deugdzaam om te spreken van praktisch en theoretisch – want: geen hiërarchie –, maar het houdt de onwetendheid over alle soorten opleidingsniveaus die ons land kent wel in stand. 

Een beter advies: educate yourself, dan zal je onder al die laag- en hoogvliegers prachtige zanglijsters, koperwieken en goudhaantjes ontdekken.

Meer lezen?

Geef je kind geen geld voor z’n rapport (maar een ijsje voor de zomaar) Belonen en straffen zijn twee kanten van dezelfde medaille. Net als een straf is een beloning een beoordeling. Net als met een straf proberen mensen met een beloning andermans gedrag te beïnvloeden. En dat is niet goed voor kinderen die willen leren. Lees het artikel