Tel borstvoeding mee in het bbp en je hoeft niet meer te bezuinigen

Rutger Bregman
Correspondent Vooruitgang
Circa 1908: zusters wegen een baby, kort na de geboorte. Foto: Hollandse Hoogte

Het bruto binnenlands product (bbp) is alomtegenwoordig in de media. Toch zijn er maar heel weinig mensen die begrijpen hoe het wordt geconstrueerd. Ook de meeste professionele economen hebben geen idee. Ondertussen houdt het cijfer ons keer op keer voor de gek.

Na jaren van crisis, oplopende werkloosheid en dalende koopkracht is het dan toch gelukt: de Nederlandse economie groeide afgelopen woensdag met 41 miljard euro. Dat is bijna 7 procent.

Wat wil het geval: ook illegale activiteiten tellen tegenwoordig mee. De politie doet wat schattingen en vervolgens berekenen onze statistici hoeveel geld er omgaat in de wereld van drugs, prostitutie en heling. Verder worden sommige uitgaven aan Research & Development en het leger nu als investeringen gerekend, waarmee het bruto binnenlands product (bbp) nog verder wordt opgestuwd.

Griekse toestanden?

Nou ja, het Griekse bbp groeide in 2006 inderdaad met 25 procent, toen statistici de zwarte markt hadden ontdekt. Het stelde het land in staat nog een paar flinke leningen af te sluiten, net voor de eurocrisis uitbrak. Italië rekende de zwarte markt trouwens al langer mee, sinds 1987, toen de economie ineens met 20 procent groeide. ‘Een golf van euforie kwam over de Italianen nadat economen hun statistieken hadden herzien,’ schreef The New York Times toen, ‘waarmee voor het eerst de grote ondergrondse economie van belastingontwijkers en illegale arbeiders werd meegenomen.’

Maar een heleboel werk wordt nog steeds niet meegeteld: vrijwilligerswerk, opvoeding, koken – opgeteld is het meer dan de helft van al onze arbeid. We kunnen het uitbesteden aan een schoonmaker of oppas, en dan zou het bijdragen aan het bbp, maar veel ervan doen we zelf. De economie zou anderhalf tot twee keer zo groot zijn als we al het onbetaalde werk meerekenen. ‘Over het algemeen hebben officiële statistiekbureau’s hier nooit moeite voor gedaan,’ schrijft de econome Diane Coyle. ‘Misschien omdat het vooral werd uitgevoerd door vrouwen.’

In dat kader: de Denen hebben ooit een poging gedaan om de waarde van borstvoeding op te nemen in het bbp. Het is geen klein bier: in de VS wordt de potentiële bijdrage van moedermelk op maar liefst 110 miljard dollar per jaar Dat is evenveel als het militaire budget van China.

Je krijgt wat je meet

Je kunt erom lachen, maar dit zijn geen onschuldige sommetjes. Het is een oude economische wet dat je krijgt wat je meet. Omdat onbetaald werk nu niet wordt meegeteld, vinden de meeste politici het ook niet zo boeiend dat de groei van onze welvaart in de afgelopen decennia voor een groot deel ten koste is gegaan van onze Drugs en prostitutie zijn nu wel een stuk interessanter geworden, want bedenk: het Europese Stabiliteits- en Groeipact bepaalt dat het overheidstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp. Als we naast de drugs dus ook gewoon die borstvoeding meerekenen, hoeven we nóg minder te bezuinigen.

We leven in een wereld waarin het de regel lijkt dat hoe belangrijker je werk is, hoe minder je bijdraagt aan het bbp

Maar het kan nog gekker. In het laatste kwartaal van 2008, toen het mondiale financiële systeem bijna implodeerde, groeiden de Britse banken sneller dan ooit. Volgens het bbp waren ze op het hoogtepunt van de crisis goed voor 9 procent van de Engelse economie – bijna evenveel als de hele maaksector. En dat terwijl in de jaren vijftig hun bijdrage nog vrijwel nihil was (of soms zelfs negatief).

Wat wil het geval: statistici hadden begin jaren zeventig besloten om de ‘productiviteit’ van banken te meten in termen van de hoeveelheid risico die ze nemen. Hoe meer risico, hoe groter Niet zo gek dus, dat banken steeds meer gingen uitlenen, daarbij aangemoedigd door politici die ervan overtuigd raakten dat de financiële sector evenveel bijdraagt als de hele maaksector. De bankier die roekeloos hypotheken en derivaten verpatst om miljoenen aan bonussen op te strijken, draagt nu meer bij aan het bbp dan een klas vol geschiedenisleraren of een fabriek vol automonteurs. We leven in een wereld waarin het de regel lijkt dat hoe belangrijker je werk is (schoonmaken, verplegen, lesgeven), hoe minder je bijdraagt aan het bbp.

‘De economie’ bestaat niet

Wie zich boos maakt over dit soort gegoochel met cijfers en eist dat we nu eindelijk de ‘echte’ economie moeten gaan meten, komt van een koude kermis thuis. Er is geen neutrale of objectieve manier om het bbp te meten. ‘De economie’ en ‘het bbp’ zijn menselijke constructies. En ze bestaan nog maar net.

Zo had de Amerikaanse overheid aan het begin van de twintigste eeuw maar één ‘econoom’ in dienst. Dat was een ‘economisch ornitholoog’ – iemand die vogels bestudeerde. Maar veertig jaar later had het Nationale Bureau van Economisch Onderzoek al vijfduizend ‘economen’ op de loonlijst staan, waaronder Simon Kuznets – de uitvinder van het bbp. Over de hele wereld gingen economen een dominante rol spelen in de politiek. Vaak werden ze opgeleid in het land waar het bbp was geboren: de Verenigde Staten. Daar werd een nieuwe, ‘wetenschappelijke’ vorm van economie beoefend, met modellen, sommen en cijfers. Heel veel cijfers.

Het was een totaal andere vorm van economie dan denkers als John Maynard Keynes en Friedrich Hayek hadden geleerd toen zij nog jong waren. Wie het rond 1900 over ‘de economie’ had, bedoelde meestal gewoon ‘de samenleving.’ Maar in de jaren vijftig kwam er een nieuwe generatie van technocraten op die zei te weten hoe je ‘de economie’ kon laten ‘groeien.’ Het was een doelstelling die ze zelf hadden uitgevonden.

‘Het eerste wat je doet in de jaren vijftig of zestig als je merkt een historicus op, ‘is een nationale vluchtmaatschappij openen, een nationaal leger oprichten en je bbp Dat laatste werd steeds ingewikkelder. De eerste handleiding van de Verenigde Naties voor het berekenen van je eigen bbp werd in 1953 gepubliceerd en besloeg minder dan vijftig pagina’s. De laatste versie, uit 2008, is 722 pagina’s lang. Hoewel het cijfer alomtegenwoordig is in de media, zijn er maar heel weinig mensen die begrijpen hoe het bbp wordt geconstrueerd. Ook de meeste professionele economen hebben geen idee.

Om het te berekenen worden talloze bestanden aan elkaar gekoppeld en honderden door en door subjectieve, politieke en arbitraire keuzes gemaakt over wat wel, en wat niet meetelt. Toch wordt het bbp steeds weer als een product van harde wetenschap gepresenteerd, waarbij een procentje meer of minder het verschil kan betekenen tussen een herverkiezing of een politieke nederlaag, tussen een extra rondje bezuinigen of een nieuw investeringsplan.

In werkelijkheid is het bbp geen natuurlijk object dat erop wacht ‘gemeten’ te worden, zoals de temperatuur of de zwaartekracht. Wie het bbp meet, meet een idee. En wie niet weet wat er gemeten wordt, ziet al snel een illusie. Dat een land beter wordt van drugs, prostitutie en heling, bijvoorbeeld. Of dat onbetaald werk onbelangrijk is.