Zo gaat het eraan toe in de ‘diervriendelijkste kippenstal ter wereld’

Thomas Oudman
Correspondent Voedsel
De foto's zijn gemaakt door Jack Tummers in opdracht van dierenwelzijnsorganisatie Eyes on Animals tijdens verschillende trainingen met zowel witte als bruine kippen.

Leghennen worden vaak aan hun poten uit de stal getrokken en naar de slacht gebracht – dat is de illegale, maar gangbare manier. Ik liep mee met een organisatie die dat anders probeert te doen, bij de ‘diervriendelijkste kippenstal ter wereld’. Wat beklijft, is dat ook hier de kippen in dienst van de mens leven. Hoe goed de intenties ook zijn.

De tl-buizen zijn uit, het is pikkedonker. Het rode schijnsel van het hoofdlampje dat ik heb meegekregen dringt niet ver door de stoffige, warme lucht. Ik ruik de weeïge geur die kippen eigen is, vermengd met een vage mestlucht. De laatste stralen zomerzon lijken ineens ver weg, in deze kippenstal in het buitengebied van Nijmegen.

Boven mijn hoofd suizen gigantische ventilatoren, voor me ligt een doolhof van smalle gangen. Alsof ik niet een kippenstal, maar het computerspel Doom ben ingestapt. In deze versie staan er aan weerszijden hoge stellingen met, boven en achter elkaar en zover het rode licht van mijn hoofdlampje reikt, rijen witte kippen.

Zonder gevoel voor richting of afstand begin ik te lopen. De kippen zitten met hun kop naar me toe, zij aan zij tegen elkaar geplakt. De meeste hebben hun ogen gesloten; anderen kijken me met uitgestoken nek aan. Een eindeloos lange gang met duizenden kippen, kippen, kippen, er komt geen einde aan. Tot ik in de verte een paar bewegende rode lichtjes ontwaar.

Ook een Kipster-kip gaat uiteindelijk naar de slacht

Ik ben in een stal van legkippenbedrijf – ook wel de mens-, milieu- en diervriendelijkste kippenstal ter wereld om te helpen met het vangen van ruim Ze moeten op transport. In twee jaar tijd hebben ze elk ruim vijfhonderd eieren gelegd. Nu daalt de gemiddelde productie per kip, en is het

Ik ben daar niet (alleen) als verslaggever, maar als vrijwilliger mee met Madelaine Looije van dierenwelzijnsorganisatie Eyes on Animals. Zij ijveren voor de verbetering van het leven van dieren op weg naar de slacht. Niet tegen, maar met de industrie. Een van de dingen waar Eyes on Animals zich op richt, is het vangen van kippen. De organisatie promoot een diervriendelijkere manier van vangen, maar hun medewerkers helpen daarnaast ook zélf mee. Madelaine wilde graag weten wat ik er als van vind, en mij leek het de manier om met eigen ogen te zien hoe het er in de diervriendelijkste kippenstallen nou echt aan toe gaat.

Uit inspecties in 2019 bleek dat 2 procent van de kippen, en vaak meer, ernstige verwondingen De gebruikelijke manier om kippen te vangen – met meerdere tegelijk in elke hand, hangend aan hun poten als een bos wortels – is dan ook Toch worden verreweg de meeste van de vele miljoenen kippen zo gevangen: het verbod wordt niet

De werkwijze van Eyes on Animals bestaat uit twee delen. Voor het vangen geeft Looije een korte powerpointpresentatie aan de kippenvangers. Het zijn Poolse arbeidsmigranten, maar ook jongens uit de omgeving. Looije legt uit dat kippen veel onnodige stress ervaren door op de kop gehouden te worden, en dat het de kans op letsel vergroot.

Vandaag worden de vangers, anders dan normaal, per uur betaald, zodat ze zich niet hoeven te haasten. Ze moeten de kippen deze keer een voor een rechtop vangen, met de handen rond het lichaam, aan weerszijden over de Doe je dit gedecideerd maar zonder ruw te worden, dan blijven de kippen rustig, legt Looije uit.

Rust is ook waarom deze vangactie niet overdag gebeurt: de kippen gaan bij de eerste schemering op stok, en vluchten dan niet of nauwelijks. Om dezelfde reden blijft de tl-verlichting uit, en werken de vangers met hoofdlampjes met rood of blauw licht. Daar reageren de dieren veel minder op.

Veertien kippen per krat

Als ik de rode lichtjes in de gang genaderd ben, zie ik hoe dat vangen gaat.

Af en toe verschuilt een kip zich kakelend achterin de rekken, waar ze moeilijk te pakken is

Een Poolse vrouw van rond de vijftig staat achter een stapel kratten op wieltjes. Drie anderen, een vrouw van in de twintig en twee mannen van middelbare leeftijd, stoppen er in flink tempo om beurten een kip in. Twee pakken halfslapende kippen van het middelste en het onderste rek. De derde is op het bovenste rek geklommen, en geeft kippen door naar de mensen op de grond. Af en toe verschuilt een kip zich kakelend achterin de rekken, waar ze moeilijk te pakken is. Dan gaat het

De vrouw achter het krat – maatje bananendoos – duwt de kippen naar de zijkant van het krat, zodat er plek is voor de volgende. Ze telt hardop terwijl de kippen de krat ingaan, en roept ‘full!’ na elke veertiende kip. De schuifdeksel gaat dicht, en ze gooit er een nieuwe, lege krat bovenop.

Als er twee stapels kratten op wieltjes volgeladen zijn, duwt iemand ze de lange gang door naar de ingang. Ik vervang hem, en zo gaan we verder, krat na krat. Als er weer twee stapels vol zijn, loop ik ermee richting de uitgang. Terug, door de lange donkere gangen. Buiten staat de radio hard, en is de lucht heerlijk fris – pas daar voel ik hoe het stof mijn ademhaling bemoeilijkt. Nederlandse mannen zijn bezig met een heftruck om de kratten vol kippen in een vrachtwagen te laden.

Dan weer naar binnen, met twee stapels lege kratten. En zo gaat het uren door. Kip, na kip, na kip, twintigduizend kippen, allemaal in die ene ellenlange stal.

Na middernacht blijkt er nog een hal

De vangers doen het precies zoals afgesproken. De sfeer is goed. Een van de Poolse mannen biedt Looije met veel omhaal een van de verdwaalde eieren aan die her en der in de rekken liggen. Iedereen lacht. Maar in de loop van de avond wordt het stiller, en komen we in het halfduister in een flow. Het vangen gaat steeds sneller en efficiënter.

Als de hal om middernacht bijna leeg is, ontdek ik pas dat er nóg een hal is, ook nog vol met kippen. Nu verandert de sfeer – ook sommige vangers zijn verrast. De vangploeg van een ander bedrijf, die de andere hal zou doen, is niet op komen dagen. Er klinkt gemor, maar een van de potigste Poolse mannen, dikke armen vol tatoeages, jut de rest op met gekke sprongen. Iedereen lacht weer, en het vangen gaat door.

Ik kijk steeds vaker op mijn horloge, en naar de zee van kippen die nog moeten. Het werk wordt nu echt zwaar

Het tempo wordt opgeschroefd. Ook ik ben nu minder voorzichtig, al doe ik mijn best om het pakken nog steeds met dezelfde zorg te doen. Ik kijk steeds vaker op mijn horloge, en naar de zee van kippen die nog moeten. Het werk wordt nu echt zwaar, want de laatste duizenden kippen zitten allemaal op de bovenste rekken. Dat betekent klauteren en vervolgens bukken om ze aan te geven aan de mensen op de vloer. Gaan we dit klusje überhaupt klaren voordat het licht wordt?

Ik zie hoe verderop het ploegje waar ik de avond mee begon bezig is alsof de duivel ze op de hielen zit. Per uur betaald of niet, ze willen naar hun nest. Morgen moeten ze weer.

Ze pakken de dieren hoe het maar uitkomt, en gooien ze – letterlijk – rap achter elkaar in de kratten. De vrouw die er nog altijd achter staat, moet hard werken om het bij te houden en stapelt de ene na de andere krat. De Pools sprekende vrouw van Eyes on Animals ziet het ook, en loopt erheen. Ze zegt niks, maar de vangers matigen wel hun tempo.

Een wereld van verschil

Om half twee zijn ook de laatste kippen gevangen. De lichten gaan aan, het stof daalt neer op de kale rekken. Alle kippen zijn op weg naar de slacht in vier volle vrachtwagens, en wij lopen naar de kantine.

De Polen gaan buiten bij de deur staan kletsen – veel van hen roken. Alle Nederlanders, zowel vangers als mensen van Kipster en Eyes on Animals, staan binnen nog wat te keuvelen. De sfeer is gemoedelijk – samen hard gewerkt.

Een van de medewerkers van Kipster vraagt me wat ik ervan vond. Hard werken, dat vond ik. Ik snap maar al te goed hoe je na de duizendste kip onvoorzichtiger wordt. Maar ik ben ook wel een beetje geschrokken, zeg ik. 

De meeste kippen zien er prima uit, maar toch heeft misschien maar een kwart even mooi glanzende veren als de krielkipjes in mijn tuin. De slechtste tien procent, schat ik, ziet er ongezond uit, met versleten veren. Soms zie ik een kip met kale plekken, of een pikwond. Gedurende de avond vind ik één dode kip, en zie ik een andere met een grote wond. Waar ik bij sta draait de dierenarts van Kipster, die ook meehelpt met vangen, haar de nek om. Deze kip is uit haar lijden verlost.

Looije verzekert me dat dit een wereld van verschil is met gewone stallen. ‘Vergeleken daarmee zien deze kippen er goed uit. En de stress bij het vangen is tien keer minder.’ Wie gestresste kippen helemaal wil voorkomen, kan beter geen eieren kopen, vindt ze.

Kipster-oprichter Ruud Zanders krijgt veel lof voor zijn aanpak, maar ook veel kritiek. Niet van dierenactivisten, maar van collega-pluimveehouders die zich aangevallen voelen. Door zich openlijk af te vragen of houden van productiedieren op een betere manier kan, bevestigt hij indirect het beeld dat andere pluimveehouders dus niet

De pluimveehouderij is niet duurzaam

Dat is ook zo, zegt Zanders – ik sprak hem aan het begin van de vangavond. Tegelijk heeft hij begrip voor het dilemma waar de meeste pluimveehouders mee zitten.

Dat dilemma is economisch. Neem rechtop vangen: dat is duurder omdat het meer tijd kost. ‘Als je dit in een zou doen, ben je 15.000 euro kwijt.’ Een smak geld dus, voor boeren. ‘Maar per ei is het nul komma nul vier cent.’ Kortom, niks, áls je het door kan rekenen aan de consument.

In de pluimveehouderij leven kippen in dienst van de mens. Dat gaat ten koste van hun welzijn

En daar zit het probleem. Zanders Kipster-eieren worden in herkenbare doosjes verkocht bij de Lidl, en zijn duurder dan normale scharreleieren. Mensen hebben dat ervoor over, omdat Kipster zich profileert met haar pogingen om mens-, milieu- en diervriendelijker te zijn. Maar de meeste pluimveehouders in Nederland produceren voor de wereldmarkt, en kunnen dat niet. Ze concurreren enkel met de lage prijs – verder is elk ei hetzelfde.

In de pluimveehouderij, benadrukt Zanders net als Looije, leven kippen in dienst van de mens. Dat gaat ten koste van hun welzijn. Ook bij Kipster, hoe erg ze ook hun best doen. Het lijkt hem dan ook goed als het houden van productiedieren helemaal zou verdwijnen. ‘Maar zolang mensen eieren willen, zijn er pluimveehouderijen. En daarom doen wij het zo goed mogelijk.’

En ja, ondanks dat ruim ongemak voelt bij de manier waarop dieren worden gehouden in de voedingsindustrie, eet vooralsnog bijna elke Nederlander eieren.

Wroeging

Rond twee uur stap ik in de auto, en draai het erf af. Eenmaal op de snelweg is het leeg en stil. Ik denk aan mijn eigen eetgewoontes. Hoewel ik zelf een paar kipjes heb die eieren leggen, eet ook ik regelmatig eieren uit de supermarkt. Terwijl ik best weet dat massale eierproductie – ook biologische – ten koste gaat van het welzijn van kippen.

Mijn ervaring met Kipster was in dat licht een positieve. En toch. Al hebben ze nog zoveel beter-leven-sterren, ik geloof niet dat ik nu nog zonder wroeging eieren zal kunnen kopen in de supermarkt.

Ik passeer een lange witte vrachtwagen met horizontale spleten langs de zijkant. Op weg naar de slachterij, waarschijnlijk, vol met levende kippen. Zouden daar nou kratten inzitten die ik zelf zojuist heb volgeladen?

Verder lezen