De farmaceut die gevaarlijk babypoeder verkocht – en bleef ontkennen

Talkpoeder voor babybilletjes. Dat is toch wel het laatste product waar je als fabrikant risico’s mee neemt. Zou je denken.
Niet de farmaceut Johnson & Johnson. Uit deze verbijsterende reconstructie van The New Yorker blijkt dat het bedrijf al in 1971 wist dat er mogelijk asbestdeeltjes in zijn talkpoeder zaten. Gebruik zou het risico op eierstokkanker verhogen. Maar die wetenschap weerhield het bedrijf er niet van juist te streven naar een grotere afzet: het begon met succes een campagne om ook volwassenen, vooral vrouwen van kleur, aan zijn talkpoeder te krijgen. En zaaide doelbewust verwarring over de risico’s.
Te cynisch voor woorden is hoe het bedrijf in oktober 2021 afrekende met vele duizenden schadeclaims, namelijk door alle aansprakelijkheid voor zijn talkproducten onder te brengen in een apart bedrijf, dat drie dagen later faillissement aanvroeg. Nu wachten duizenden vrouwen op gerechtigheid.
Dit verhaal over falend toezicht en corruptie is huiveringwekkend, voer voor een nieuwe Dark Waters, voor wie dat wat zegt. In augustus stopte Johnson & Johnson dan eindelijk met de wereldwijde verkoop van talkpoeder. Het haalde het product in de VS en Canada al eerder uit de schappen. Elders wordt het nog verkocht, zolang de voorraad strekt.
The New Yorker: ‘Johnson & Johnson and a New War on Consumer Protection’ (Leestijd: 25 minuten)