‘Bestaansonzekerheid’, hoe fundamenteel wil je het hebben?
‘Kijk nou, al die mensen met grote taarten’, zegt Truus (69) als we langs een terras wandelen. ‘We leven in een wereld waar consumptie heel erg centraal staat, daar heb ik wel eens moeite mee.’
Haar inkomen is altijd laag geweest, zo rond de bijstand. Ze maakte nog mee dat je elke week een briefje moest inleveren met daarop je sollicitatieactiviteiten, ‘bij een ambtenaar die een air had of hij je uit eigen zak betaalde’. En altijd had ze de angst, als er eens iemand blijft slapen, als ze eens een auto van iemand kon lenen. ‘Is dit fout, gaan ze me daar op pakken?’
Intussen ontvangt ze AOW, maar dat werd gekort omdat haar partner jonger is dan zij. Ze ontvangt daarom geen 1.260 maar 860 euro per maand. ‘Terwijl ik altijd kostwinner ben geweest en nu moeten we daar dus samen van leven.’
Ze heeft van een erfenis een vervallen boerderijtje gekocht in Italië, en in Nederland woont ze bij haar dochter in het tuinhuisje. ‘Energietoeslag zit er niet in, want we staan met zijn vieren ingeschreven op hetzelfde adres. Terwijl we allemaal ver onder het officiële bestaansminimum zitten. Dan kun je aanvullende bijstand vragen, maar die vernedering wil ik echt niet meer.’
Toch denkt ze dat ze altijd wel rond zal komen. Een lege maag zal ze niet gauw hebben, dankzij haar kennis van de natuur. Tijdens ons gesprek wijst ze om zich heen naar bomen en planten. ‘Kijk, daar kun je thee van maken, kijk, dat kun je eten.’
Het verbaast haar hoe gemakkelijk er in de samenleving met geld wordt gesmeten. Zoals die dikke taarten, of nieuwe kleren. Ze wijst naar de gaten in haar spijkerjasje. ‘Dat is nu toevallig hip, dus laat ik het zo, maar anders had ik het allang gerepareerd.’
Laatst deelde haar broer, die het ruimer heeft dan zij, een bericht in de appgroep dat hij een actie wilde organiseren om dinerbonnen van een chique restaurant uit te delen aan arme gezinnen. Ze werd er boos van. ‘Welk arm gezin vindt dat leuk? Dan zit je daar met zo’n bon te zwaaien, en je hebt niks om aan te trekken.’
Financiële onzekerheid
Truus (niet haar echte naam) is een van de mensen die reageerden op mijn oproep over financiële onzekerheid. Ik wilde weten: hoe is het om met die onzekerheid te leven? Hoe voel je je? Wat doet het met je?
Relevante vragen, altijd al, maar zeker nu steeds meer Nederlanders te maken krijgen met geldzorgen door hoge energieprijzen en inflatie. Volgens het CBS moest 23 procent van de huishoudens in september schulden maken of spaargeld aanspreken omdat ze niet rondkwamen. Het hoogste percentage in jaren.
Gisteren publiceerde ik een stuk naar aanleiding van de reacties die ik ontving, plus onderzoek naar wat financiële onzekerheid met je doet. Je leest het stuk hier: Wat als je leven onbetaalbaar wordt?
Truus komt daar niet in voor, mede omdat ze ons twee uur lange gesprek eindigde met ‘misschien ben ik toch niet zo geschikt voor een verhaal over financiële onzekerheid’. Ze maakte zich niet zo’n zorgen, wilde ze maar zeggen.
Maar ze liet me zien hoezeer het leven in Nederland is ingesteld op geld uitgeven. Daarom wilde ik haar verhaal hier met jullie delen.
Financiële dagboeken
Wie ik wel aan het woord laat in het stuk, is Suzanne. Zij en haar man werkten allebei als zelfstandige. Later nam haar man een vaste baan met pensioen, en begon zij haar eigen bedrijf. Maar sinds haar man overspannen thuis zit, ligt de druk van het geld verdienen vooral bij haar. Ze moeten elke maand spaargeld bijleggen om rond te komen.
Haar verhaal deed me denken aan een baanbrekend onderzoek onder 235 gezinnen in Amerika. Onderzoekers Jonathan Morduch and Rachel Schneider vroegen de deelnemers een jaar lang elke financiële transactie bij te houden in een ‘financieel dagboek’.
Het grootste inzicht van de studie: het inkomen fluctueerde veel meer dan gedacht. Een gezin dat normaal boven de armoedegrens leefde, kon zomaar een paar maanden eronder zitten. De ‘sometimes poor’, noemden Morduch en Schneider deze groep. (Hun steekproef is niet representatief voor de Amerikaanse bevolking, maar het representatieve Panel Study of Income Dynamics bevestigt de fluctuaties in inkomen.)
In de Verenigde Staten zijn de omstandigheden een stuk onzekerder dan hier, maar ook Nederlanders zullen fluctuaties meemaken, in het bijzonder zelfstandigen zoals Suzanne. In Nederland zijn er op dit moment 1,1 miljoen zzp’ers, zo’n 12 procent van alle werkenden.
Voor hen zijn inkomsten onzeker: soms stromen opdrachten binnen, andere keren drogen ze op. Veel financieel advies – maak een begroting, spaar elke maand zoveel – is gericht op mensen met een stabiel inkomen. Maar voor een zzp’er is dat vaak niet het geval.
Dat komt overigens niet enkel door schommelingen in het inkomen, maar ook in de uitgaven. Gelukkig konden Suzannes ouders een nieuwe cv-ketel betalen, maar zulke incidentele uitgaven kunnen zomaar een hap nemen uit een toch al krap budget.
Wil je meer lezen? Morduch en Schneider schreven een boek over hun onderzoek, inclusief uitgebreide portretten van een aantal deelnemers: The Financial Diaries: How American Families Cope in a World of Uncertainty.
Bestaansonzekerheid
Bij het maken van dit stuk spookte een woord door mijn hoofd: bestaansonzekerheid.
Bestaansonzekerheid raakt aan financiële onzekerheid, maar is breder, want het gaat ook over wonen, gezondheid en werk. Tegelijkertijd is inkomen natuurlijk onlosmakelijk verbonden met die andere factoren: wie geen werk heeft, komt vaak geld tekort, wat wonen onbetaalbaar kan maken en kan leiden tot gezondheidsproblemen.
Maar dat woord, bestaansonzekerheid. Het gaat over je bestaan, hoe fundamenteel wil je het hebben? Zoals Anton, een van de geïnterviewden zei over zijn geldzorgen: ‘Het grijpt heel diep in op je zijn.’
Dat komt ook terug in het verhalenboek Gezichten van een onzeker bestaan, van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Op een mooie, toegankelijke manier worden de levens van veertien Nederlanders beschreven die leefden met bestaansonzekerheid. Een aanrader als je wilt begrijpen hoe het is om een groot deel van je leven in de overlevingsstand te staan.
Initiatiefnemer van dit rapport was overigens politicoloog Tim ‘S Jongers, die ook voor De Correspondent schrijft over sociale mobiliteit. Tim leefde zelf in armoede en hij gebruikt zijn eigen ervaringen bij de analyse van de Nederlandse situatie. Iemand om in de gaten te houden.
Tot slot...
...ben ik tot half november op vakantie. Daarna horen jullie weer van me!