Opnieuw relevant

Spijt van het moederschap

Lynn Berger
Correspondent Zorg

Toen mijn vriendinnen en ik een jaar of veertien waren had een van ons, ergens uit de ether of van de straat of uit een tijdschrift, een belangrijke wijsheid opgepikt. Die ging zo: ‘Het is beter om spijt te hebben van dingen die je wél hebt gedaan dan van dingen die je hebt gelaten.’

Onze hele middelbareschooltijd lang diende die uitspraak als levensmotto. Het was een balsem, een bezwerende formule waar we elkaar geregeld aan herinnerden, wanneer een van ons weer eens in tranen was, omdat we in die tijd nu eenmaal voortdurend dingen deden waar we vrijwel onmiddellijk spijt van hadden.

Zoals de keer dat we onze haren drie uur lang in de waterstofperoxide hadden gehangen. (Dat was ik.) Of het soort spijt dat we met ons hele lichaam voelden, zoals na een weekend doorhalen op een dieet van Bacardi Breezer en Smirnoff Ice.

Er was seks met studenten die veel te oud en veel te fout voor ons waren. Soms was die seks ook nog eens onveilig. Eén keer raakte een van ons zwanger.

Abortus.

Maar hé, zeiden we dan, kop op: ‘Je kan beter spijt hebben van dingen die je wél hebt gedaan...’ et cetera.

Spijt is een emotie die komt opzetten wanneer we denken dat onze huidige situatie beter was geweest als we bepaalde dingen in het verleden anders hadden gedaan. Het is per definitie een rotgevoel maar kan, zoals andere rotgevoelens als pijn en honger, ook nuttig zijn. Wie ergens spijt van heeft, zal in de toekomst waken voor het maken van dezelfde fout: niet nog een keer je partner bedriegen, niet weer ruzie zoeken met iemand die groter en sterker is dan jij.

Spijt is hoe we leren.

In 2011 vroegen onderzoekers van de University of Illinois en Northwestern University aan Amerikanen uit alle gelederen van de samenleving   De liefde bleek een belangrijke bron van spijt, gevolgd door onder meer familie-interacties, carrière, financiën, en de opvoeding.

De ondervraagden hadden evenveel spijt van dingen die ze wél hadden gedaan als van dingen die ze juist hadden gelaten – maar de tweede categorie spijt, spijt van wat ze níét hadden gedaan, bleek wel veel langer aan te houden dan de eerste.

Dat cliché waarmee mijn vriendinnen en ik elkaar om de oren sloegen was dus niet eens helemaal uit de lucht gegrepen – hoe gratuit ik het achteraf ook vind klinken.

We deden eindexamen, gingen studeren, betrokken kamers in andere steden. Een van ons trok backpackend door Australië, een ander studeerde Frans in Frankrijk. We begonnen met werken, er werden huizen gehuurd, soms zelfs gekocht. (Dat was ik niet.) De eerste baby’s werden geboren. We hadden de troostende woorden over het betere soort spijt steeds minder vaak nodig. Ze zakten weg.

Jarenlang heb ik er niet meer aan gedacht.

Tot ik het boek las van de Israëlische socioloog Orna Donath – een boek dat deze week in het Nederlands verschijnt. Het is een boek over spijt van iets wat je wél hebt gedaan, spijt ook van misschien wel het allernaarste soort: spijt van het moederschap.

(Voor wie ongewenst geen kinderen heeft is dit wellicht ook nog eens een kwetsende vorm van spijt. De emoties die daarbij komen kijken  maar daarover gaat deze column niet.)

Donath interviewde 23 vrouwen in verschillende leeftijden die allemaal één ding gemeen hadden: ze hadden kinderen gekregen, en daar hadden ze spijt van.

En dan ook echt spijt: deze vrouwen waren niet ambivalent, ze hadden geen ‘enerzijds, anderzijds’-achtige gevoelens, vonden het moederschap niet alleen maar ‘zwaarder dan gedacht’. Nee, ze hadden spijt: ze vonden de nadelen niet opwegen tegen de voordelen, en als ze terug konden reizen in de tijd, dan hadden ze het anders gedaan.

Dan hadden ze het níét gedaan.

Toen Donath de eerste bevindingen uit haar onderzoek publiceerde, leidde dit tot mediahypes in onder meer Israël, Duitsland, Engeland en Australië. Donath en de vrouwen over wie ze schreef werden afgebrand, soms zelfs bedreigd. ‘Alle kinderen in de stad moeten worden opgesteld, zodat ze één voor één met een mes een stuk van d’r kunnen afsnijden’, was een typische reactie.

De spijtmoeders werden ervan beschuldigd sléchte moeders te zijn; hun kinderen viel vooral medelijden ten deel.

Maar er waren ook vrouwen die zich aangemoedigd voelden om als spijtmoeder uit de kast te komen: ze schreven ingezonden brieven, begonnen blogs, lieten zich interviewen. De hashtag #regrettingmotherhood was geboren en ging viraal. Het boek verscheen in 2015, werd een bestseller en in meerdere talen vertaald. Het is, dat is wel helder, 

Voor de duidelijkheid: deze vrouwen hielden over het algemeen ontzettend veel van hun kinderen. Ze zorgden er ook voor, naar hun beste kunnen en met alle liefde.

Maar ze hadden wel spijt.

Spijt omdat de moederrol hun niet paste. Spijt omdat ze de beperkingen die het moederschap met zich meebracht, onverdraaglijk vonden. Spijt omdat ze het idee hadden dat sociale en culturele normen hen een weg op hadden geduwd die ze eigenlijk niet hadden willen bewandelen.

Spijt, kortom, van iets dat ze wél hadden gedaan, en achteraf gezien beter hadden kunnen laten.

Donath is een academicus van het geëngageerde, activistische soort. Het verhaal van spijtmoeders moet verteld worden, stelt zij, omdat er op deze vorm van spijt zo’n groot taboe rust.

Het is een emotie die moeders eigenlijk niet mogen voelen, een onderwerp dat vrijwel onbespreekbaar is: de samenleving ziet het moederschap als zo’n natuurlijk onderdeel van het leven van een vrouw, de moederliefde als zódanig van het type dat alles overwint, dat wie géén kinderen wil al heel wat heeft uit te leggen.

Laat staan dat er ruimte is voor wie wél kinderen krijgt, maar het vervolgens betreurt.

Soms kregen moeders die voor hun spijt uitkwamen het label ‘postnatale depressie’ opgeplakt, zo vertelden ze aan Donath – ook wanneer ze helemaal niet depressief waren. Dat label is een manier om emoties te ondermijnen door ze te medicaliseren, en maakt het bespreken van een andere optie, de optie van spijt, vrijwel onmogelijk.

Met haar boek wil Donath het taboe op spijt helpen doorbreken, en de wrok die ze daarmee over zichzelf en haar geïnterviewden afroept, neemt ze op de koop toe.

Eerlijk: ik geloof niet dat het ooit bij mij was opgekomen, vóór ik Spijt van het moederschap had gelezen, dat je spijt zou kunnen hebben van het moederschap. Ik vind het vaak zwaar, loodzwaar; doodvermoeiend, vreemd ook.

Er zijn weken waarin alle nachten gebroken zijn, en als er dan in mijn tijdlijn  met een wetenschapper die slaapgebrek koppelt aan een groter risico op alzheimer, kanker, suikerziekte, obesitas en ‘een slechte mentale gezondheid’, dan vraag ik me weleens af of we er wel zo verstandig aan hebben gedaan.

Diezelfde vraag dringt zich op wanneer ik lees dat ‘geregeld alleen zijn’ een Of wanneer kinderloze vrienden lange wereldreizen maken, emigreren naar de VS, of in een overspannen huizenmarkt gewoon nog een woning kunnen kopen omdat ze aan één slaapkamer genoeg hebben.

Maar dat zijn nooit échte twijfels, en het is ook nooit spijt. Hoewel het me ergens te berekenend voorkomt om in termen van ‘voor- en nadelen’ te denken, staat er voor mij in elk geval genoeg tegenover het slaapgebrek en het getetter, de rotzooi en de beklemming.

De veel te wijze opmerkingen uit de mond van een driejarige, bijvoorbeeld. Of het warme gevoel van een babyhoofd op je schouder. De haast buitenaardse schoonheid van hun gezichten, waarin ik die van hun vader en mijzelf zie, maar dan gefilterd, getransformeerd tot iets waar ik urenlang naar zou kunnen kijken (als ze maar wat langer stil zouden zitten).

Daar komt bij dat ik ergens geloof dat er bepaalde dingen zijn waarbij het hebben van spijt écht geen zin heeft. En dat het op de wereld zetten van kleine wezentjes die volledig van jou afhankelijk zijn, er daar een van is. Het is tenslotte extreem lastig ongedaan te maken, dat moederschap – en hoewel spijt je misschien zal behoeden voor het krijgen van een tweede of derde kind, word je daar niet minder moeder van.

Maar spijt ís natuurlijk niet altijd zinvol, en al helemaal niet altijd rationeel. Ik twijfel er niet aan dat de spijt in Spijt van het moederschap oprecht is. We weten al, schrijft Donath, dat het moederschap vervulling, vreugde, liefde, comfort, trots en bevrediging kan bieden, net als hulpeloosheid, frustratie, schuldgevoelens en woede.

Waarom zou het niet ook gevoelens van spijt met zich mee kunnen brengen? En zou het niet beter zijn, als die laatste emotie nu eenmaal bestaat, om die te erkennen, er woorden aan te geven, het erover te hebben?

Want zolang spijt een taboe is zullen talloze jonge vrouwen blijven denken dat moeder worden het meest natuurlijke is wat je als vrouw kan doen – ook wanneer ze dat eigenlijk niet willen. Ze zullen blijven geloven dat die moedergevoelens vanzelf wel komen; ze zullen, aangemoedigd door partners en ouders en vriendinnen, zwanger blijven raken; en ze zullen spijt blijven hebben.

En dat zal voor altijd een van de meest verdrietige vormen van spijt zijn die er bestaat – zelfs, of misschien wel juist, in combinatie met de liefde die je voelt voor de kinderen die je liever niet had gehad. Spijt is hoe we leren, maar dit is wel een heel wrede les.

Niet lang nadat ik Spijt van het moederschap had gelezen, zaten mijn vriendinnen en ik in zo’n kindvriendelijk café waarvan we tot een paar jaar geleden het bestaan niet kenden.

Een van ons, dat was ik, had haar oudste dochter meegenomen. Een van ons hoopte binnenkort zwanger te raken. Een ander gaf haar baby van twee maanden de borst, en weer een ander had de kinderwagen met daarin haar slapende zoontje in een hoek geparkeerd.

‘We hebben het over je gehad’, zei de voedende moeder tegen mij. ‘Je hebt ons niet goed genoeg gewaarschuwd. Het is veel zwaarder dan we hadden gedacht.’

Het was niet echt een boze beschuldiging. Ik geloof niet dat ze me iets kwalijk nam, en ook niet dat ze spijt had van het moederschap. Evenwel is het mogelijk dat ik in mijn verhalen vooral het tweede deel, dat deel waarin ik zei dat het moederschap ‘ook heel mooi’ was, had benadrukt.

Omdat ik nooit had overwogen dat het voor iemand echt heel anders uit zou kunnen pakken.

Voor sommige moeders zal het lezen van Spijt van het moederschap erkenning bieden, troost ook, de wetenschap dat ze niet alleen zijn. Voor anderen kan het boek een correctie vormen op onbewuste aannames. Met als gevolg, misschien, een voortaan wat omzichtiger antwoord op de vraag hoe het nu is, dat moederschap.

Niet meer alleen het mooie benadrukken. De lastige kanten niet langer wegwuiven. De optie van spijt expliciet benoemen.

Mijn dochter kroop bij me op schoot, haar krullen kriebelden in mijn neus. De baby was klaar met drinken, haar moeder hield haar overeind. Met één hand ondersteunde ze haar dochter. Ze zag er zo jong uit. Wij allemaal, misschien wel.

‘Sorry’, zei ik voor de zekerheid. ‘Dat spijt me.’

Meer lezen?