‘Ik word dunner’, zegt Anton (62). Ja, hij is afgevallen, maar hij bedoelt het figuurlijk. Anton voelt zich ‘ieler’ door zijn financiële zorgen: ‘Ik voel me minder stevig. Het grijpt heel diep in op je zijn.’

We drinken thee in zijn woonkamer, die ik het best kan omschrijven als rommelig gezellig. Er staan foto’s van de kleinkinderen, dropblikken die hij kocht op een bootreisje naar Zeeland, een schaalmodel van het type fiets dat hij repareert op zijn werk.

Al vanaf z’n geboorte mishandelde Antons vader hem. Vanaf zijn twaalfde woonde hij met zijn ouders in een commune, waar veel spanningen waren tussen de volwassenen. Toen hij op zijn veertiende tegen zijn vader zei dat hij op zichzelf wilde wonen, zei die: ‘Prima, ga maar’. Anton kwam nooit meer terug.

Anton vindt het van jongs af aan moeilijk om voor zichzelf op te komen. Dus toen zijn baas hem vorig jaar vroeg om een dag minder te gaan werken omdat het aantal opdrachten terugliep, ging hij maar akkoord. Toen hij er een paar weken later achter kwam dat hij volgens de CAO, gezien zijn leeftijd, recht had om bij minder werken zijn oude inkomen te behouden, kaartte hij dat aan bij zijn baas. Maar hij heeft daar nog altijd geen reactie op gekregen.

Sindsdien leeft Anton, die alleen in een huurappartement woont, van honderd euro in de week. Hij doet zijn best om geen schulden te maken. Als hij de kleinkinderen mee wil nemen op een uitje, dan moet hij daarvoor sparen. Hij had een nieuwe bril nodig, dus kocht hij die van zijn vakantiegeld. Zijn oude, versleten kleding kan hij niet vervangen. Vaak kiest hij voor sober avondeten, met brood of friet. Gelukkig heeft hij een goed energiecontract afgesloten, dus daar hoeft hij zich voorlopig geen zorgen over te maken.

De enige luxe die hij zich veroorlooft: een hulp in het huishouden. ‘Ik ken mezelf, ik loop het risico om te vervuilen.’ Dan wordt dat gezellig rommelige huis zo’n plek die je in een tv-programma over hoarders terugziet. Hij verzorgt zichzelf de laatste tijd wel minder goed, geeft hij toe. ‘Ik scheer me niet meer, wat ik voorheen regelmatig deed.’

Financiële onzekerheid

Anton is een van de mensen die reageerden op Als onderzoek ik de rol die onzekerheid speelt op individueel en maatschappelijk niveau. Ik wil weten hoe het is om niet te weten of je rond kunt komen. Hoe voelt het? Wat doet het met je?

Het zijn belangrijke vragen, want door inflatie en hoge energieprijzen raakt financiële onzekerheid steeds meer Nederlanders. Als jij het niet bent, dan wel je buurman, zus of collega. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in augustus dat een groeiend aantal Nederlanders ‘radeloos’ is. ‘Het leven is voor grote groepen mensen onbetaalbaar geworden.’ Het Nibud noemt het ‘een zeer zorgwekkende situatie’.

En het zijn niet alleen mensen die onder de armoedegrens leven die met die onzekerheid te maken krijgen. Frederieke Kokol werkt bij het platform Geldfit.nl, waar ze mensen met geldzorgen helpt. Ze vertelt in dat ze de laatste tijd mensen spreekt die ze voorheen niet vaak tegenkwam in haar werk. ‘Mensen bóven het bijstandsniveau, die allebei werken maar toch hun rekeningen niet meer kunnen betalen.’

Het kabinet trekt miljarden uit voor maatregelen die het koopkrachtverlies en energierekening voor een deel compenseren. Dat zal zeker verschil maken, maar een regeling als het prijsplafond voor energie is van tijdelijke aard en

Het eerste wat mensen doen bij financiële onzekerheid is hun gedrag aanpassen. Zoals Anton, die bespaart waar hij kan. Maar als besparen niet meer helpt, moeten mensen hun spaargeld gebruiken of schulden maken. Afgelopen september deed wel 23 procent van de huishoudens in Nederland noodgedwongen een van die twee dingen, volgens het CBS. ‘Het hoogste percentage in jaren’,

Bijna een op de vier huishoudens haalt dus met moeite ergens geld vandaan. En dat zijn dus mensen die lang niet altijd onder de armoedegrens leven, maar toch door geldzorgen in het nauw komen. Zoals Suzanne.

Suzanne: ‘Het spaargeld van de kinderen was heilig’

Ze schiet vol als ze het heeft over het spaargeld. De spaarrekening is leeg, dus moeten Suzanne (42) en haar man nu het potje aanbreken dat is bedoeld voor de studie van de kinderen. ‘Dat is echt heel pijnlijk. Dat is het allerlaatste wat ik had gewild. Alles kan wel wat minder – ik hoef echt niet top of the bill te wonen, ik heb een lelijke tweedehands bank – maar dit was heilig.’

We wandelen door de bossen in de buurt van haar huis. Suzanne vertelt hoe zij en haar man – allebei universitair geschoold – voor het eerst te maken kregen met financiële onzekerheid toen Beiden werkten ze als zzp’er, en de opdrachten droogden op. ‘In een jaar tijd verdampte de hele buffer.’ Maar het voelde tijdelijk, en dat bleek het na anderhalf jaar ook te zijn: er kwamen een erfenis en nieuwe opdrachten. ‘We werkten ons helemaal de pleuris en het geld klotste ineens tegen de plinten.’

Om het gezin meer zekerheid te bieden, verruilde haar man zijn zelfstandige-bestaan voor een vaste baan met pensioen. Suzanne ging aan de slag met haar eigen bedrijf, om haar idealen te verwezenlijken: ze maakt zich zorgen over de wereld, en als adviseur en coach werkt ze aan een toekomstbestendige samenleving. Het verdiende niet veel – ze moesten zuinig zijn – maar de baan van haar man bracht voldoende stabiliteit.

Tot hij overspannen thuis kwam te zitten. Toen zijn salaris vorig jaar werd teruggeschroefd naar 70 procent, omdat hij nog altijd niet beter was, kwam de last van het geld verdienen meer op Suzannes schouders te liggen. Als de werkgever van haar man volgende maand stopt met betalen, zal hij een beroep moeten doen op een WIA-uitkering. Dan zal zijn inkomen nog lager zijn.

Ze hebben 4.000 euro netto nodig om rond te komen – voor hypotheek, gas, water, licht, kleding, schoolgeld, de sporten van de dochters – maar de inkomsten van haar man, plus wat ze zelf verdient met haar klussen, zijn zelden voldoende om die kosten te dekken. ‘We staan nu echt elke maand rood, dus moet er maandelijks spaargeld bij.’ Hun spaarrekening is intussen leeg.

Ze vertelt over het weekendje weg met haar dochter, aan het einde van groep acht, dat ondanks spaarpogingen niet kon doorgaan. Over haar ouders die bijsprongen door de nieuwe cv-ketel te betalen of door het gezin een weekend mee te nemen. En over onzekerheid over de toekomst: ‘Het maakt me ongerust of ik nog wel kleding voor mijn kinderen kan betalen, en het schoolgeld, de fiets en de iPad voor de middelbare school.’ Ze lijken een energieleverancier te hebben gekozen die nog geen exorbitante prijzen rekent, maar ‘doodeng’ vindt ze het wel. ‘Ik denk elke keer: wanneer komt die klap?’

De situatie is heel anders dan in 2013: het lijkt deze keer niet tijdelijk te zijn. Als ze niets veranderen, zullen ze nog verder interen op hun reserves. Ze hebben nog 2.500 euro spaargeld over.

Haar man is zich inmiddels aan het omscholen, maar met zijn nieuwe beroep zal hij een stuk minder verdienen dan eerder. Dus blijft Suzanne verantwoordelijk voor het gros van de inkomsten. Hoewel ze enthousiast is over haar eigen bedrijf, solliciteert ze naar een vaste baan. ‘Daar kan ik mijn idealisme waarschijnlijk veel minder in kwijt. Dat vind ik wel lastig.’

Je brein in overlevingsmodus

Suzanne en Anton klinken nog aardig rustig als ze vertellen over hun situatie, maar de financiële stress laat hen niet koud. Suzanne wordt regelmatig wakker met pijn in haar kaken, Anton verzorgt zichzelf dus slechter.

De psychologie van geldzorgen is onderzocht door Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir, die er het boek over schreven. Ze vergelijken het hebben van te weinig geld met honger of een te volle agenda. Of het nu schaarste is van geld, calorieën of tijd; je brein gaat in overlevingsmodus. Alles is gericht op overleven op de korte termijn.

Anton herkent dit. ‘Het is een soort kramp’, zegt hij. ‘Alles wat geld kost, daarbij is het eerste gevoel: o nee, dat kan niet meer.’

Die kramp gaat ten koste van andere cognitieve vermogens. Zo bleek dat Indiase boeren op een IQ-test gemiddeld dertien punten lager scoorden vóór de oogst – een periode van honger en geldproblemen – dan erna. Hun denkvermogen was voor de oogst zo opgeslokt geweest door geldzorgen,

Dit maakt het lastig om een duurzame oplossing te vinden voor je geldproblemen: je hebt er simpelweg niet het denkvermogen meer voor. Het risico is dat je een probleem op de korte termijn oplost, door bijvoorbeeld schulden te maken, maar dat je op de lange termijn alleen maar verder in de problemen komt. Dat inzicht staat haaks op het Nederlandse beleid, Dat is er slechts op gericht dat mensen zichzelf aan hun haren uit de modder trekken.

Dit is dus samenleven

Geldzorgen zijn extra lastig als je om je heen ziet hoe gemakkelijk er geld wordt uitgegeven. Suzanne vertelt over de iPad van zo’n paar honderd euro, die haar dochter wel moet hebben op de middelbare school. Ze woont bovendien in een rijk dorp, dus de klasgenootjes van haar dochters mogen soms zomaar voor vijfhonderd euro kleding kopen. En vliegen om de haverklap naar verre oorden.

Het brengt dan ook schaamte met zich mee. Anton vertelt dat zijn zoon en diens vrouw goed verdienen, en dus zijn treinkaartje betalen als hij komt oppassen. Dat vindt hij logisch, maar verder vertelt hij ze liever niet over zijn geldproblemen. ‘Al denk ik soms: ze mogen me best eens wat toeschuiven.’

Suzanne is juist open over haar geldproblemen, in ieder geval bij haar dierbaren. Ze merkt dat ze zich niet schaamt, maar het juist fijn vindt. En als ze het vertelt, krijgt ze hulp aangeboden. Vrienden die een heel weekendje weg voor haar betalen, een vriend die af en toe een envelopje meeneemt, of een vriendin die een boek dat Suzanne graag wil lezen naar haar opstuurt. ‘Dit is dus ook vriendschap. Dit is dus ook samenleven. Jij hebt dit nu even niet, en ik wel. Dan delen we dat.’

Als ik haar op het eind van ons gesprek om een advies vraag voor mensen die misschien voor het eerst in financiële onzekerheid terechtkomen, zegt ze dan ook: ‘Wees eerlijk. Ik merk dat het mij heel erg steunt. Dan ben je niet zo alleen.’

Standaardbeeld bij nieuwsbrief. Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Ik schrijf over onzekerheid. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees. Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Meer lezen?

Zo worden armen in Nederland arm gehouden Wie arm is in Nederland, komt in een vissenkom terecht. Het systeem dat bedoeld is om mensen te helpen, zodat ze weer volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij, zit groei juist in de weg. Wat ze ook proberen – en hoe hard ze ook werken – het systeem houdt ze klein. Lees de analyse van Tim ‘S Jongers Deze postbode kan alleen rondkomen met hulp van zijn ouders In Nederland is het aantal werkende armen sinds 1990 alleen maar gegroeid, vooral onder zzp’ers, alleenstaanden en mensen met een migratie-achtergrond, blijkt uit nieuwe cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau. Postbode David (36) is een van hen. Hij verloor zijn vaste baan en werkt op contractbasis in deeltijd. Waar ging het mis? Lees het portret van Dick Wittenberg